Wereldkampioenschap rally in 1992: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Martini - Link(s) veranderd naar Martini (automerk)
Alecs.bot (overleg | bijdragen)
Regel 300: Regel 300:


[[en:1992 World Rally Championship season]]
[[en:1992 World Rally Championship season]]
[[fr:Championnat du monde des rallyes 1992]]
[[hr:Svjetsko prvenstvo u reliju 1992.]]
[[hr:Svjetsko prvenstvo u reliju 1992.]]
[[hu:1992-es rali-világbajnokság]]
[[hu:1992-es rali-világbajnokság]]

Versie van 14 feb 2009 16:17

 WK-Rally per seizoen
Vorige: 1991
Huidige: 1992
Volgende: 1993

Het Wereldkampioenschap Rally in 1992 was het twintigste jaar van het FIA World Rally Championship (WRC). Het seizoen kende dezelfde kalender als in het jaar daarvoor. De rally in de Ivoorkust stond voor het laatst op de kalender van het WK-Rally. Het evenement kende al lange tijd een magere deelnemerslijst en lag niet binnen de interesse van de grote fabrieksteams. Na het verlies van deze rally zou de Keniaanse Safari Rally de overgebleven marathon-rally zijn in het WK.

Kenmerken

Lancia had zich als officieel fabrieksteam teruggetrokken uit het kampioenschap, en kwam als zogenaamd semi-officieel team aan de start in het seizoen van 1992 (echter nog wel in het gebruikelijke Martini-jasje). Dit deden ze wel met de spectaculaire Delta HF Integrale Evolution. Een vers gezicht, sinds Lancia al vanaf het begin van Groep A met een vrijwel identiek uitziende auto aan de start kwam. De rijders dat jaar waren regerend wereldkampioen Juha Kankkunen en de Fransman Didier Auriol. Daarnaast reden jonge talenten als Philippe Bugalski en Andrea Aghini geselecteerde evenementen voor het team. Voor de Safari Rally had het team onder andere Björn Waldegård aangetrokken, die bij deze na 16 jaar weer in een Lancia stapte, sinds zijn hoogtijdagen in de Stratos. De grootste tegenstand kwam ook dit jaar weer van Toyota, wederom met Carlos Sainz en Armin Schwarz als rijders, en nu met Markku Alén als de nieuwe aanwinst binnen het team van Ove Andersson. Tevens kwamen ze dat jaar aanzetten met de ronder gevormde ST185, officieel genaamd de Celica Turbo 4WD.

Ford nam voor het eerst sinds 1988 weer deel als officieel fabrieksteam, rijdend met de Sierra RS Cosworth 4x4. Naast vaste rijder François Delecour werd het team versterkt door de komst van Miki Biasion, die voor het eerst sinds 1982 niet in een Lancia deel ging nemen aan WK-rally's. Mitsubishi was bezig met de ontwikkeling van de eerste Lancer Evolution-versie, maar reed in dit seizoen nog met de Galant VR-4, met rijders Kenneth Eriksson en Timo Salonen. Salonen reed slechts twee evenementen dat jaar, voordat hij in eind maakte aan zijn loopbaan als rallyrijder. Subaru bracht meer competitie dat jaar, met Ari Vatanen en een jonge Colin McRae als teamgenoot. Toch bleek de Legacy RS niet het ultieme rallywapen van Subaru te zijn, en het team was inmiddels al bezig met een opvolger voor het seizoen van 1993. Nissan kon ondanks een derde plaats van Stig Blomqvist in de WK-ronde van Zweden, niet imponeren op de grote teams, en trok de Sunny GTI-R na het seizoen al weer terug, om vervolgens in de jaren erna een gooi te doen op WK-succes in lagere klasses in de rallysport.

Net zoals in 1991 werd het kampioenschap in de laatste ronde beslist. Dit keer waren het echter drie rijders die nog voor de titel konden gaan. Wederom Sainz, Kankkunen en Auriol. Met een overwinning van Sainz ging het kampioenschap voor de tweede maal naar de Spanjaard. Auriol, die met zes overwinningen in het seizoen qua winst de meest succesvolle rijder was, kende een ongelukkig slot van het kampioenschap, en miste bij deze de titel. Kankkunen werd door Auriols ongeluk nog tweede in de eindstand, gevolgd door de Fransman op plaats drie. Biasion reed naar eigen zeggen een gefrustreerd seizoen en eindigde wederom op de vierde plaats. Markku Alén eindigde in zijn laatste volledige seizoen verdienstelijk vijfde in het kampioenschap, met onder andere een podiumplaats in zijn thuisrally. De Subaru-rijders kenden een onregelmatig seizoen, met McRae als beste geklasseerd op plaats acht.

Het constructeurskampioenschap ging weer tussen Lancia en Toyota, al was er deze keer meer aansluiting van een derde team, in dit geval Ford. Het team van Lancia verliet de rallysport met een tiende en laatste constructeurstitel, voor Toyota op plaats twee. Lancia zou in 1993 nog terugkeren onder de hand van privé-teams, mede door het Italiaanse Jolly Club Team.

De titel in productieklasse ging wederom naar de Belg Grégoire De Mévius, nu in een Groep N Nissan Sunny. De FIA Ladies Cup werd gewonnen door de Finse Eija Jurvanen, achter het stuur van een Ford Sierra. Ze werd geklasseerd vóór de Française Christine Driano in een Citroën AX.

Overzicht

Kalender

  Datum Rally Winnaar Wagen
1 23-28/1 Vlag van Monaco Monte Carlo Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
3 13-16/2 Vlag van Zweden Zweden Vlag van Zweden Mats Jonsson
Toyota Celica GT-Four
3 3-7/3 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Finland Juha Kankkunen
Lancia Delta HF Integrale
4 27-1/3-4 Vlag van Kenia Kenia Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica Turbo 4WD
5 3-6/5 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
6 31-3/5-6 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
7 25-29/6 Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica Turbo 4WD
8 22-25/7 Vlag van Argentinië Argentinië Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
9 27-30/8 Vlag van Finland Finland Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
11 19-22/9 Vlag van Australië Australië Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta HF Integrale
10 12-14/10 Vlag van Italië Italië Vlag van Italië Andrea Aghini
Lancia Delta HF Integrale
11 31-2/10-11 Vlag van Ivoorkust Ivoorkust Vlag van Japan Kenjiro Shinozuka
Mitsubishi Galant VR-4
10 9-11/11 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica Turbo 4WD
12 22-25/11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Groot-Brittannië Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica Turbo 4WD

Rijders

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van Spanje Carlos Sainz

Vlag van Japan Toyota

144

2

Vlag van Finland Juha Kankkunen

Vlag van Italië Lancia

134

3

Vlag van Frankrijk Didier Auriol

Vlag van Italië Lancia

121

4

Vlag van Italië Miki Biasion

Vlag van Verenigde Staten Ford

60

5

Vlag van Finland Markku Alén

Vlag van Japan Toyota

50

6

Vlag van Frankrijk François Delecour

Vlag van Verenigde Staten Ford

45

7

Vlag van Italië Andrea Aghini

Vlag van Italië Lancia

39

8

Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae

Vlag van Japan Subaru

34

9

Vlag van Italië Alessandro Fiorio

Vlag van Italië Lancia

32

10

Vlag van Argentinië Jorge Recalde

Vlag van Italië Lancia

28

Rijders (Groep N)

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van België Grégoire De Mévius

Vlag van Japan Nissan

37

2

Vlag van Japan Hiroshi Nishiyama

Vlag van Japan Nissan

30

3

Vlag van Argentinië Carlos Menem Jr.

Vlag van Italië Lancia

26

4

Vlag van Finland Jarmo Kytölehto

Vlag van Japan Mitsubishi

23

5

Vlag van Australië Ed Ordynski

Vlag van Japan Mitsubishi

23

Constructeurs

Plaats Team Punten

1

Vlag van Italië Lancia

140

2

Vlag van Japan Toyota

116

3

Vlag van Verenigde Staten Ford

94

4

Vlag van Japan Subaru

60

5

Vlag van Japan Mitsubishi

44

6

Vlag van Japan Nissan

37

7

Vlag van Duitsland Audi

10

8

Vlag van Frankrijk Renault

9

9

Vlag van Duitsland Opel

2


Sjabloon:Navigatie Wereldkampioenschap Rally