Hotel d'Hane-Steenhuyse

Hotel d'Hane-Steenhuyse is de 18-eeuwse hôtel de maître (herenhuis) in de Belgische stad Gent. Het bevindt zich in de Veldstraat. Het pand werd in 1768-1773 gebouwd door architect David 't Kindt.

Grondplan

Het pand werd gebouwd op de geleidelijk aangekochte erven van de oudere huizen. Dat verklaart de onregelmatige vorm van de gevel. Er werd gestreefd naar de maximale benutting van de beschuikbare ruimte, zodat de rooilijn gevolgd werd. Dat verklaard de voorhuitspringende middenpartij van de gevel.

Door de inpassing van het pand tussen bestaande bebouwing werd ook de grondplan aangepast. Meestal hadden dergelijke hotels centrale ingang die toegang tot vestibule verleende. Vestibule stond loodrecht op de gevel. Links en rechts van de vestibule bevonden zich de kamers (symmetrisch ten opzichte van elkaar).

In het geval van Hotel d'Hane-Steenhuyse werd symmetrische grondplaan verlaten. De einige toegang tot het gebouw bestaat uit koetsportaal dat zich aan het einde van de gevel bevindt (naast aanpalend gebouw dus). Koetsportaal verleent toegang tot doorgang tot achter het pand in de tuin gelegen tuighuis. Deze toegang sluit zich aan de vestibule, dat loodrecht erop (en parallel aan de gevel) staat. De kamers zijn rond de vestibule gerangschikt.

Kamers konden niet alleen afzonderlijk via vestibule betreedbaar, ze waren bovendien door de onderlinge doorgangen verbonden (ze vormden dus enfilade). Bovendien was er een stelsel verscholen doorgangen aanwezig, zodat het personeel de kamers discreet kon betreden.

Ruimtes

De ruimtes op gelijkgronds hebben representatieve fuctie. Het zijn salons en zalen, die typerend zijn voor het rijke society leven van de gegoede sociale classen van destijds. De kamers op de verdieping waren discreter. Men vindt er slaapkamers van heer en vrouw des huizes (gescheiden, naar de gewoonte van toen), bibliotheek, kamer voor verzamelingen en andere ruimtes. De kelders werden gebruikt als dienstruimtes. De kelders zijn overigens ouder dan hotel zelf. Bij de bouw van hotel werden de overwelfde kelders van de huizen die er vroeger stonden gewoon behouden en aangepast. Het personeel woonde in de onverwarmde kamers onder het dak.

De kamers werden ingericht met veel aandact voor symmetrie en hiërarchie. De muren werden zo symmetrisch mogelijk ingedeeld met wandplaten, vensters, behang, echte en valse deuren. De wand met schouw werd als belangrijkste beschouwd. Elke kamer had eigen kleurschema. De benamingen van de kamers, zoals boudoir, cabinet en dergelijke getuigen van Franse invloed.

Gevels

Het pand heeft twee gevels. De belangrijkste komt op Veldstraat uit. Deze gevel bevat zowel Barok- als rococo-elementen. De gevel heeft vooruitspringende middenpartij met Corintische halfzuilen en segmentboogfronton.

De achtergevel is neo-classiek. Anders dan de voorgevel heeft achter drie in plaats drie geledingen. De onderste is als sokkel opgevat. De gevel heeft pilasters en fronton.

Bronnen

Ed Taverne en Irmin Visser (redactie). Stedebouw: De geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden. Uitgeverij SUN, Amsterdam, 2004, ISBN 90 6168 401 3. Pagina 144-145