Plaatsigheid: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Capaccio (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Ptbotgourou (overleg | bijdragen)
Regel 16: Regel 16:
[[Categorie:Wiskunde]]
[[Categorie:Wiskunde]]


[[cs:Operace (matematika)#Arita operace]]
[[de:Stelligkeit]]
[[de:Stelligkeit]]
[[en:Arity]]
[[en:Arity]]

Versie van 6 apr 2009 17:36

De plaatsigheid of ariteit van een relatie of een functie is gelijk aan het aantal argumenten of operanden van die relatie of functie. Het begrip wordt in de logica gebruikt bij de specificatie van een formele taal. De term plaatsigheid of ariteit wordt voornamelijk gebruikt met betrekking tot operaties.

Stel f  : Sn → S, waar S een verzameling is, dan is f een operatie en is n de plaatsigheid van deze operatie.

Ariteiten groter dan 2 komen zelden voor in de wiskunde, behalve in specialistische gebieden. Hetzelfde geldt ook voor de theoretische informatica, hoewel het bij het programmeren gebruikelijk is om functies te gebruiken met drie of meer parameters.

Voorbeelden

  1. De constante functie f = 4π heeft ariteit 0.
  2. De functie g(x) = sin(2x) heeft ariteit 1.
  3. De functie h(x,y) = x2 + 2xy - cos(xy) heeft ariteit 2.
  4. De relatie R(x,y,z) := "Lijn y verbindt de punten x en z" is een relatie met ariteit 3.
  5. De klassieke rekenkundige bewerkingen zoals optelling hebben ariteit 2. De tekens + en - worden echter ook gebruikt om het teken van een getal te veranderen, en om expliciet een positief teken te geven, en in dat geval is de ariteit 1.