Moseik: verschil tussen versies
k robot Erbij: pms:Quercus cerris |
k robot Erbij: sl:Cer (drevo); cosmetische veranderingen |
||
| Regel 3: | Regel 3: | ||
|afbeelding= Cerro1.JPG |
|afbeelding= Cerro1.JPG |
||
|afbeeldingtekst= |
|afbeeldingtekst= |
||
|afbeelding2=[[ |
|afbeelding2=[[Bestand:Quercus cerris.JPG|280px]] |
||
|rijk= [[Planten|''Plantae'']] (Planten) |
|rijk= [[Planten|''Plantae'']] (Planten) |
||
|stam= ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten) |
|stam= ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten) |
||
| Regel 22: | Regel 22: | ||
De moseik heeft een brede, koepelvormige kroon met opengaande takken. De [[schors]] is dof donkergrijs en ruwgegroefd, ook in het jonge stadium. |
De moseik heeft een brede, koepelvormige kroon met opengaande takken. De [[schors]] is dof donkergrijs en ruwgegroefd, ook in het jonge stadium. |
||
De boom heeft bleekbruine, donzige [[knop (plant)| |
De boom heeft bleekbruine, donzige [[knop (plant)|knoppen]], die omgeven zijn door gedraaide borstels die niet afvallen. |
||
De [[blad]]eren variëren sterk in grootte en vorm, maar meestal hebben ze zeven tot veertien diepe driehoekige lobben aan weerszijden. De bladstelen zijn be[[haar (plant)| |
De [[blad]]eren variëren sterk in grootte en vorm, maar meestal hebben ze zeven tot veertien diepe driehoekige lobben aan weerszijden. De bladstelen zijn be[[haar (plant)|haard]] en circa 2 cm lang. De bladeren zijn ruw en dofgroen, maar worden later glanzend aan de bovenzijde; de onderzijde wordt dan bleek en wollig behaard. |
||
De mannelijke [[bloem (plant)| |
De mannelijke [[bloem (plant)|bloemen]] van de moseik zitten in [[katje]]s en zijn 5-6 cm lang. De kleur loopt van rood naar geel. De vrouwelijke bloemen zitten in de oksels van nieuwe bladeren. Ze zijn eivormig, 5 mm lang en hebben donkerrode [[stempel (plant)|stempels]] omgeven door geelachtige schubben. |
||
De vrucht is een smalle, eivormige [[eikel (vrucht)|eikel]], met een erg korte steel (of steelloos). De eikels zijn omgeven door een [[napje]] van 1 cm diep met lange, puntige schubben. |
De vrucht is een smalle, eivormige [[eikel (vrucht)|eikel]], met een erg korte steel (of steelloos). De eikels zijn omgeven door een [[napje]] van 1 cm diep met lange, puntige schubben. |
||
==Externe link== |
== Externe link == |
||
*{{Soortenbank|2347|Moseik (''Quercus cerris'')}} |
*{{Soortenbank|2347|Moseik (''Quercus cerris'')}} |
||
| Regel 49: | Regel 49: | ||
[[pl:Dąb burgundzki]] |
[[pl:Dąb burgundzki]] |
||
[[pms:Quercus cerris]] |
[[pms:Quercus cerris]] |
||
[[sl:Cer (drevo)]] |
|||
[[sv:Turkisk ek]] |
[[sv:Turkisk ek]] |
||
Versie van 16 jun 2009 22:02
| Moseik | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
| soort | |||||||||||||||||||
| Quercus cerris L. (1753) | |||||||||||||||||||
[[Bestand: |266px|alt=Moseik]]
| |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||||
Moseik op  Wikispecies
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
De moseik (Quercus cerris), ook wel Turkse eik genoemd, is een boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae) die van nature voorkomt in Zuidwest-Azië en het zuiden en midden van Europa. De boom wordt veel aangeplant voor de sier of om schaduw te bieden, onder andere ook in Nederland. Het is een snelgroeiende soort die maximaal 40 m hoog kan worden.
De moseik heeft een brede, koepelvormige kroon met opengaande takken. De schors is dof donkergrijs en ruwgegroefd, ook in het jonge stadium.
De boom heeft bleekbruine, donzige knoppen, die omgeven zijn door gedraaide borstels die niet afvallen.
De bladeren variëren sterk in grootte en vorm, maar meestal hebben ze zeven tot veertien diepe driehoekige lobben aan weerszijden. De bladstelen zijn behaard en circa 2 cm lang. De bladeren zijn ruw en dofgroen, maar worden later glanzend aan de bovenzijde; de onderzijde wordt dan bleek en wollig behaard.
De mannelijke bloemen van de moseik zitten in katjes en zijn 5-6 cm lang. De kleur loopt van rood naar geel. De vrouwelijke bloemen zitten in de oksels van nieuwe bladeren. Ze zijn eivormig, 5 mm lang en hebben donkerrode stempels omgeven door geelachtige schubben.
De vrucht is een smalle, eivormige eikel, met een erg korte steel (of steelloos). De eikels zijn omgeven door een napje van 1 cm diep met lange, puntige schubben.
Externe link
- {{{label}}} op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)