Defectief werkwoord: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DumZiBoT (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: fr:Verbe défectif
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Een '''defectief werkwoord''' is een [[werkwoord]] waarvan niet alle [[vervoeging]]en bestaan. Een bekend voorbeeld van een defectief werkwoord is ''zullen''; het heeft namelijk geen [[voltooid deelwoord]]. Alle [[deponens|deponente werkwoorden]] zijn defectief: zij bezitten geen [[bedrijvende vorm]]. Een voorbeeld is ''verliefd worden'': er bestaat geen vorm zoals ''ik verlief''. Ook [[onovergankelijk werkwoord|onovergankelijke werkwoorden]] zijn defectief, zij bezitten namelijk geen [[lijdende vorm]]. Een voorbeeld is ''zijn'': er bestaat geen vorm zoals ''ik word geweest''.
Een '''defectief werkwoord''' is een [[werkwoord]] waarvan niet alle [[vervoeging]]en bestaan. Een bekend voorbeeld van een defectief werkwoord is ''zullen''; het heeft namelijk geen [[voltooid deelwoord]]. Alle [[deponens|deponente werkwoorden]] zijn defectief: zij bezitten geen [[bedrijvende vorm]]. Een voorbeeld is ''verliefd worden'': er bestaat geen vorm zoals ''ik verlief''. Ook [[onovergankelijk werkwoord|onovergankelijke werkwoorden]] zijn defectief, zij bezitten namelijk geen [[lijdende vorm]]. Een voorbeeld is ''zijn'': er bestaat geen vorm zoals ''ik word geweest''.


Buiten de ''deponentia'' en de ''onovergankelijke werkwoorden'' zijn er niet veel defectieve werkwoorden in het [[Nederlands]]. De twee bekendste defectieve werkwoorden zijn ''zullen'' en ''plegen'' (in de betekenis van gewoon zijn). Beide werkwoorden bezitten geen [[voltooide tijd]]en (wegens het ontbreken van een [[voltooid deelwoord]]) daarenboven bezit ''zullen'' geen toekomende tijd en geen voorwaardelijke wijs (er bestaat niet zoiets als ''ik zal zullen'' of ''wij zouden zullen'').
Buiten de ''deponentia'' en de ''onovergankelijke werkwoorden'' zijn er niet veel defectieve werkwoorden in het [[Nederlands]]. De twee bekendste defectieve werkwoorden zijn ''zullen'' en ''plegen'' (in de betekenis van gewoon zijn). Beide werkwoorden bezitten geen [[voltooid tegenwoordige tijd]], [[voltooid verleden tijd]] of [[voltooid toekomende tijd]] (wegens het ontbreken van een [[voltooid deelwoord]]) daarenboven bezit ''zullen'' geen toekomende tijd en geen voorwaardelijke wijs (er bestaat niet zoiets als ''ik zal zullen'' of ''wij zouden zullen'').


Soms worden ook de werkwoorden ''zijn'' en ''wezen'' aangeduid als defectieve werkwoorden, omdat zij elkaars vervoegingen gebruiken. Zo heeft ''zijn'' in feite geen onvoltooid verleden tijd, en gebruikt het de O.V.T. van wezen: ''ik was'', wezen heeft bijvoorbeeld geen onvoltooid tegenwoordige tijd, het gebruikt deze van zijn: ''wij zijn''. Soms bestaan beide vormen, zoals in de O.T.T. van de aanvoegende wijs: ''het zij'' naast ''het weze''.
Soms worden ook de werkwoorden ''zijn'' en ''wezen'' aangeduid als defectieve werkwoorden, omdat zij elkaars vervoegingen gebruiken. Zo heeft ''zijn'' in feite geen onvoltooid verleden tijd, en gebruikt het de O.V.T. van wezen: ''ik was'', wezen heeft bijvoorbeeld geen onvoltooid tegenwoordige tijd, het gebruikt deze van zijn: ''wij zijn''. Soms bestaan beide vormen, zoals in de O.T.T. van de aanvoegende wijs: ''het zij'' naast ''het weze''.

Versie van 26 jun 2009 21:06

Een defectief werkwoord is een werkwoord waarvan niet alle vervoegingen bestaan. Een bekend voorbeeld van een defectief werkwoord is zullen; het heeft namelijk geen voltooid deelwoord. Alle deponente werkwoorden zijn defectief: zij bezitten geen bedrijvende vorm. Een voorbeeld is verliefd worden: er bestaat geen vorm zoals ik verlief. Ook onovergankelijke werkwoorden zijn defectief, zij bezitten namelijk geen lijdende vorm. Een voorbeeld is zijn: er bestaat geen vorm zoals ik word geweest.

Buiten de deponentia en de onovergankelijke werkwoorden zijn er niet veel defectieve werkwoorden in het Nederlands. De twee bekendste defectieve werkwoorden zijn zullen en plegen (in de betekenis van gewoon zijn). Beide werkwoorden bezitten geen voltooid tegenwoordige tijd, voltooid verleden tijd of voltooid toekomende tijd (wegens het ontbreken van een voltooid deelwoord) daarenboven bezit zullen geen toekomende tijd en geen voorwaardelijke wijs (er bestaat niet zoiets als ik zal zullen of wij zouden zullen).

Soms worden ook de werkwoorden zijn en wezen aangeduid als defectieve werkwoorden, omdat zij elkaars vervoegingen gebruiken. Zo heeft zijn in feite geen onvoltooid verleden tijd, en gebruikt het de O.V.T. van wezen: ik was, wezen heeft bijvoorbeeld geen onvoltooid tegenwoordige tijd, het gebruikt deze van zijn: wij zijn. Soms bestaan beide vormen, zoals in de O.T.T. van de aanvoegende wijs: het zij naast het weze.

Een andere categorie deponente werkwoorden behelst werkwoorden die overgenomen zijn uit een andere taal, en dit slechts voor een specifieke vorm, bv.

  • dixit (aantonende wijs V.T.T. derde persoon enkelvoud, "heeft gezegd")
  • confert (aantonende wijs O.T.T. derde persoon enkelvoud, "vergelijkt") of confer (gebiedende wijs O.T.T. tweede persoon enkelvoud, "vergelijk")
  • eleison (gebiedende wijs aorist derde persoon enkelvoud, "ontferm u")