Chersonesos (Krim): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Alexbot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: id:Chersonesos Taurica
Loveless (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: ja:ケルソネソス
Regel 44: Regel 44:
[[id:Chersonesos Taurica]]
[[id:Chersonesos Taurica]]
[[it:Cherson]]
[[it:Cherson]]
[[ja:ケルソネソス]]
[[lt:Taurijos Chersonesas]]
[[lt:Taurijos Chersonesas]]
[[no:Chersonesus (Pontus Euxinus)]]
[[no:Chersonesus (Pontus Euxinus)]]

Versie van 28 sep 2009 20:40

Chersonesos is de naam van een aantal antieke Griekse steden. De naam χερσονησος betekent "schiereiland" in het Grieks. Het kan verwijzen naar:

  • De Thracische Chersonesos (Chersonesus thracica) was een stad in Thracië op het schiereiland Gallipoli (ook Chersonesus thracica genoemd). De stad was het privé bezit van Marcus Agrippa en bij zijn dood kwam zij in bezit van Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus). Sindsdien bleef de stad lange tijd in persoonlijk bezit van de keizers, ook na de inlijving van de provincie door Claudius.
  • De Taurische Chersonesos (Taurica chersonesus), Kleine Chersonesos of Cherson was oorspronkelijk een klein schiereiland op de zuidpunt van de Krim in het huidige Oekraïne bij Sebastopol. De oerbewoners van de streek heetten de Tauriërs. Met de Grote Chersonesos of Scythische Chersonesos wordt de landmassa tussen de Zee van Azov en de Zwarte Zee met inbegrip van de Krim aangeduid. Deze stond ook wel bekend als Chersonesus heracleotica of Chersonesus parva.
  • Malakka (of Maleisisch schiereiland); chersonesus aurea; "Gouden Schiereiland".
  • Kimbrisch schiereiland (schiereiland Jutland); chersonesus cimbrica.
  • Chersonissos (Liménas Chersonísou), plaats in het noorden van Kreta.
  • Chersonesos (Lyctus), ruïnestad op Kreta
  • Chersonesos (Sicilië), ruïnestad op Sicilië
  • de vroegere naam voor de Oekraïense stad Cherson.

Taurische Chersonesos

Dit gebied wordt ook wel het Heraklische schiereiland genoemd naar de Griekse stad Herakleia Pontica (het huidige Ereğli in Turkije). Rond 422 v.Chr. staken kolonisten uit deze stad de Zwarte Zee over en stichtten een nederzetting op een rotsige uitstulping in zee. De stad beheerste al snel de hele Krim. Het gebied stond bekend als het Bosporuskoninkrijk en was vooral belangrijk omdat de rijke grond van de Oekraïense laagvlakte Klein-Azië van graan voorzag.

In ca. 110 v.Chr. werd de stad door Mithridates VI Eupator deel van zijn rijk Pontus gemaakt en vanaf zijn dood in 63 v.Chr. kwam het gebied in toenemende mate onder invloed van het Romeinse rijk. In 47 v.Chr. versloeg Julius Caesar zijn zoon Pharnaces II van Bosporus bij Zela (in het noorden van Turkije) en hiermee werd zijn koninkrijk een vazalstaat van Rome. Het behield echter wel het recht zijn eigen gouden munten te slaan en dat was uitzonderlijk omdat Rome gewoonlijk het alleenrecht daarop opeiste. Van 47 v.Chr. tot 17 v.Chr. was Asander er koning en Augustus gaf in 17 v.Chr. Agrippa de opdracht om een passende opvolger te vinden. Eerst kwam daardoor Polemo I van Pontus op de troon maar na zijn dood trouwde zijn vrouw met de Sarmatiër Aspurgus, die hem op het slagveld verslagen had.

Caligula gaf Bosporus weer aan zijn zoon bij een andere vrouw Polemo II van Pontus, maar Claudius gaf het in 39 weer aan een zoon van Aspurgus, Mithridates en in 45 aan zijn halfbroer Cotys. Er zijn van Cotys tot 62 nog munten bekend, in dat jaar werd het gebied ingelijfd door Nero. Vanaf 140 tot 250 was de stad een voorpost van het rijk en waren er legioenen gelegerd.

In de Byzantijnse tijd was het afwisselend onderdeel van het rijk of een min of meer zelfstandig optredende eenheid die zich op eigen houtje de Goten en de Hunnen van het lijf wist te houden. Soms gebruikten de keizers het als een ballingsoord voor ongewenste personen. In 656 stierf Paus Martinus I er van honger en uitputting. Keizer Constans II van Byzantium had deze oude zieke man uit Rome weggesleept, hem van verraad beticht en vervolgens naar Cherson verbannen. Justinianus II werd er in 695 ook heengestuurd, maar wist te ontsnappen en wraak te nemen, mede omdat Cherson in opstand kwam en hem hielp. Keizer Theophilus 829-842 organiseerde alle Byzantijnse bezittingen op de noordoever van de Zwarte Zee, de klimata, in een thema, een militaire provincie onder bevel van een strategus. Cherson was de hoofdstad.

De stad speelde een belangrijke rol bij het leggen van contacten met de Russen. In 988 werd prins Vladimir van Kiev er gedoopt. Hij had Basilius II van Byzantium de Bulgarendoder uit een wanhopige toestand gered. Hem was daarna beloofd dat hij met Anna Porphyrogeneta, een zuster van de keizer mocht trouwen, maar toen de barbaar eenmaal geen heiden meer was, kreeg de keizer spijt. Toen bezette Vladimir Cherson maar om zijn liefde voor Anna kracht bij te zetten (989). Zij werd alsnog de gelukkige bruid en hij werd later heilig verklaard. In Rusland wordt dit nog altijd als hèt beginpunt van het orthodoxe Rusland gezien.

In de 13e eeuw had de stad te kampen met invallen van de Mongolen. In 1347 was de Krim een van eerste plaatsen van Europa die door de pest getroffen werd. Van hieruit verspreidde de ziekte zich naar Constantinopel, Sicilië en uiteindelijk vrijwel heel Europa. In 1399 werd Cherson na zo'n 1820 jaar Griekse beschaving door de Gouden Horde verwoest en daarna verlaten.

De ruïnes hebben er vrijwel ongestoord bijgelegen tot Catharina de Grote haar militaire ingenieurs erop afstuurde. Nadien is er veel geplunderd en schade veroorzaakt, maar toch is het vandaag nog een belangrijke archeologische plek. Alexei Greig (1816-1833), een Schot die als admiraal in de Russische vloot diende, is de eigenlijke herontdekker van het oude Chersonesos. Hij wilde er een monument voor Sint Volodymyr oprichten. Hij stuurde ene Karl Kruze erheen om de kerk te vinden waar de doop zou hebben plaatsgehad. Kruze vond de resten van drie kerken en een ervan is later in de 19e eeuw de plek geworden waar de huidige Sint Volodymyrkerk staat. In 1852 stichtte de Orthodoxe Kerk er een klein klooster met een museumpje voor kerkelijke overblijfselen. Er was in die tijd weinig bescherming van de vele overblijfselen van andere aard en Alexander III van Rusland merkte bij een bezoek op dat hij dacht dat 'alles al gestolen was'. Daarna werden er officiële opgravingen verricht onder toezicht van de Keizerlijke Archeologische Commissie en de grondslag voor een later museum gelegd (1892).

De Revolutie bracht opnieuw problemen. Het klooster en de Sint Volodymyr werden de kerk afgenomen en als interneringskamp voor Witte gevangenen gebruikt, later als hospitaal en barak. Er werd veel schade gedaan, maar in de jaren 30 werden de opgravingen hervat. In de Tweede Wereldoorlog was het nabijgelegen Sevastopol het doelwit van bombardementen van de nazi's en de Sint Volodymyrkerk werd zwaar beschadigd door vuur van beide kanten. Na de oorlog heeft Inna Anatolievna Antonova als directrice van het museum (1955-1985) veel gedaan om de stadsmuren, mozaïeken en basilica's te restaureren. Na de onafhankelijkheid van 1991 is een deel van het bezit weer aan de kerk teruggegeven, maar daarmee is er ook een probleem ontstaan door het conflict tussen de Oekraïense Orthodoxe Kerk van het Patriarchaat van Moskou en die van het Patriarchaat van Kiev, die zich van de eerste heeft afgesplitst. Toch is in 2001 in het bijzijn van zowel president Leonid Koetsjma en president Vladimir Poetin de Sint Volodymyr weer heringewijd.


Zie de categorie Chersones van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.