Afgezonderd particulier vermogen: verschil tussen versies
k fix |
zonder daar eigenaar van te worden; tegenstrijdige verwijderd |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{auteur|1=onduidelijk waar het over gaat en (deels) [http://www.nob.net/files/NOB-commentaar%20op%20nota%20nav%20verslag%20en%20nota%20van%20wijziging%20op%20wetsvoorstel%20nr%2031930.pdf gekopieerd]|2=2009|3=11|4=22}} |
{{auteur|1=onduidelijk waar het over gaat en (deels) [http://www.nob.net/files/NOB-commentaar%20op%20nota%20nav%20verslag%20en%20nota%20van%20wijziging%20op%20wetsvoorstel%20nr%2031930.pdf gekopieerd]|2=2009|3=11|4=22}} |
||
'''Afgezonderd particulier vermogen (APV)''' is een fiscale constructie waarbij een persoon of familie formeel geld afstaat aan een |
'''Afgezonderd particulier vermogen (APV)''' is een fiscale constructie waarbij een persoon of familie formeel geld afstaat aan een [[rechtspersoon]] zonder daar (mede)eigenaar van te worden, maar waarbij deze feitelijk uiteindelijk wel de voordelen van het vermogen geniet. Een voorbeeld is een [[trust (rechtsvorm)|trust]]. |
||
Een afgezonderd particulier vermogen wordt gedefinieerd in artikel 2.14a van de [[Wet inkomstenbelasting 2001]]. Het gaat om een afgezonderd vermogen (onafhankelijk van de juridische vormgeving), niet zijnde een [[sociaal belang behartigende instelling]], waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd, tenzij tegenover de afzondering van dit vermogen een uitreiking van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden, of een economische deelgerechtigdheid is ontstaan.<ref>Dit wordt ingevoerd bij de ''Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)''. Deze is in 2009 door de Tweede Kamer goedgekeurd en nu aanhangig in de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2010.</ref> |
Een afgezonderd particulier vermogen wordt gedefinieerd in artikel 2.14a van de [[Wet inkomstenbelasting 2001]]. Het gaat om een afgezonderd vermogen (onafhankelijk van de juridische vormgeving), niet zijnde een [[sociaal belang behartigende instelling]], waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd, tenzij tegenover de afzondering van dit vermogen een uitreiking van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden, of een economische deelgerechtigdheid is ontstaan.<ref>Dit wordt ingevoerd bij de ''Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)''. Deze is in 2009 door de Tweede Kamer goedgekeurd en nu aanhangig in de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2010.</ref> |
Versie van 22 nov 2009 21:11
Dit artikel komt mogelijk voor verwijdering in aanmerking. |
Afgezonderd particulier vermogen (APV) is een fiscale constructie waarbij een persoon of familie formeel geld afstaat aan een rechtspersoon zonder daar (mede)eigenaar van te worden, maar waarbij deze feitelijk uiteindelijk wel de voordelen van het vermogen geniet. Een voorbeeld is een trust.
Een afgezonderd particulier vermogen wordt gedefinieerd in artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Het gaat om een afgezonderd vermogen (onafhankelijk van de juridische vormgeving), niet zijnde een sociaal belang behartigende instelling, waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd, tenzij tegenover de afzondering van dit vermogen een uitreiking van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden, of een economische deelgerechtigdheid is ontstaan.[1]
Om belastingontwijking tegen te gaan worden de bezittingen en de schulden van een afgezonderd particulier vermogen toegerekend aan de inbrenger, en bij diens overlijden aan zijn erfgenamen, waardoor hierover inkomstenbelasting, erfbelasting e.d. kan worden geheven.
Dit sluit volgens de regering aan bij de bestaande praktijk dat in nagenoeg alle gevallen de erfgenamen ook de begunstigden zijn van het APV. Ingeval niet-erfgenamen begunstigden zijn dan hebben deze begunstigden doorgaans een concreet recht richting het APV. Zo'n concreet recht wordt bij deze begunstigde belast en blijft buiten aanmerking bij de erfgenamen. De toerekening is niet van toepassing met betrekking tot een erfgenaam, ingeval blijkt dat deze persoon en diens partner niet rechtens dan wel in feite, direct of indirect, begunstigde zijn van het afgezonderd particulier vermogen en dit ook niet kunnen worden.
Een afgezonderd particulier vermogen kan bijvoorbeeld zijn een Anglo-Amerikaanse trust, een buitenlandse Stiftung, Anstalt, Antilliaanse stichting particulier fonds, foundation, Treuhand, en ook een Nederlandse stichting die geen of slechts incidenteel een algemeen nut beoogt, en ook geen of slechts incidenteel een sociaal belang behartigt.
- ↑ Dit wordt ingevoerd bij de Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956). Deze is in 2009 door de Tweede Kamer goedgekeurd en nu aanhangig in de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2010.