Algemene beginselen van behoorlijk proces: verschil tussen versies
k opzet |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Algemene beginselen van behoorlijk proces''' of '''beginselen van behoorlijke rechtspraak''' zijn in de [[rechtsleer]] |
'''Algemene beginselen van behoorlijk proces''' of '''beginselen van behoorlijke rechtspraak''' zijn in de [[rechtsleer]] de [[algemene rechtsbeginselen|rechtsbeginselen]] die het '''recht op een eerlijk proces''' moeten waarborgen. Ze zijn van belang voor het [[procesrecht]]. |
||
==Algemeen kader: artikel 6 EVRM== |
==Algemeen kader: artikel 6 EVRM== |
||
Artikel 6 van het [[Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens]] wordt in het algemeen beschouwd als het belangrijkste kader voor de beginselen van behoorlijk proces. De Waard<ref>Waard, B. de, ''Beginselen van behoorlijke rechtspleging, met name in het administratief procesrecht'' Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, 1987</ref> ontleent hieraan vier beginselen: |
Artikel 6 van het [[Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens]] wordt in het algemeen beschouwd als het belangrijkste kader voor de beginselen van behoorlijk proces, omdat het het [[grondrecht]] op een eerlijk proces (''fair trial'') formuleert. De Waard<ref>Waard, B. de, ''Beginselen van behoorlijke rechtspleging, met name in het administratief procesrecht'' Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, 1987</ref> ontleent hieraan vier beginselen: |
||
:het decisiebeginsel: recht op een behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn |
:het decisiebeginsel: recht op een behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn |
||
:het [[hoor en wederhoor|verdedigingsbeginsel (hoor en wederhoor)]] |
:het [[hoor en wederhoor|verdedigingsbeginsel (hoor en wederhoor)]] |
||
Regel 13: | Regel 13: | ||
==Hoger beroep== |
==Hoger beroep== |
||
Soms wordt ook het recht van appèl aangemerkt als een van de beginselen van behoorlijk proces. Een partij moet in een proces in [[hoger beroep]] kunnen gaan, een gang naar een rechter in tweede instantie moet in beginsel open staan. Dit wordt ook wel het beginsel van [[Eerste aanleg en beroep|dubbele aanleg]] genoemd. |
|||
{{bron|1= |
{{bron|1= |
||
Regel 21: | Regel 21: | ||
[[categorie:Rechtsbeginselen]] |
[[categorie:Rechtsbeginselen]] |
||
[[categorie:Rechtspraak]] |
[[categorie:Rechtspraak]] |
||
[[de:Faires Verfahren]] |
|||
[[en:Right to a fair trial]] |
Versie van 29 dec 2009 14:37
Algemene beginselen van behoorlijk proces of beginselen van behoorlijke rechtspraak zijn in de rechtsleer de rechtsbeginselen die het recht op een eerlijk proces moeten waarborgen. Ze zijn van belang voor het procesrecht.
Algemeen kader: artikel 6 EVRM
Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt in het algemeen beschouwd als het belangrijkste kader voor de beginselen van behoorlijk proces, omdat het het grondrecht op een eerlijk proces (fair trial) formuleert. De Waard[1] ontleent hieraan vier beginselen:
- het decisiebeginsel: recht op een behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn
- het verdedigingsbeginsel (hoor en wederhoor)
- het onpartijdigheidsbeginsel: recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter
- het motiveringsbeginsel: recht op motivering van de uitspraak
Daarnaast kan men nog onderscheiden[2]:
- het beginsel van toegang tot de rechter (jus non evocando)
- het recht van partijen op rechtsbijstand
- het openbaarheidsbeginsel: het recht op (interne) openbaarheid
Hoger beroep
Soms wordt ook het recht van appèl aangemerkt als een van de beginselen van behoorlijk proces. Een partij moet in een proces in hoger beroep kunnen gaan, een gang naar een rechter in tweede instantie moet in beginsel open staan. Dit wordt ook wel het beginsel van dubbele aanleg genoemd.
<span title="Voor deze uitspraak is een bronvermelding gewenst. Motivering:
">[bron?]