Deense Oost-Indische Compagnie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RoboRex (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Groot-Brittanië
WillBot (overleg | bijdragen)
k Robot: Automated text replacement (-laatse +laatste)
Regel 5: Regel 5:
Gedurende hun dagen, importeerden de [[Zweedse Oostindische Compagnie]] en de Deense Oostindische Compagnie meer thee dan de [[Britse Oostindische Compagnie]] en 90% van het totaal werd gesmokkeld en voor een hoge winst in [[Groot-Brittannië]] verkocht.
Gedurende hun dagen, importeerden de [[Zweedse Oostindische Compagnie]] en de Deense Oostindische Compagnie meer thee dan de [[Britse Oostindische Compagnie]] en 90% van het totaal werd gesmokkeld en voor een hoge winst in [[Groot-Brittannië]] verkocht.
Gedurende de oorlogen van [[Napoleon]], in [[1801]] en opnieuw in [[1807]], werd de Deense hoofdstad door de Britse marine bestookt, in het Engels ook wel de [[Battle of Copenhagen (1807)]] genoemd.
Gedurende de oorlogen van [[Napoleon]], in [[1801]] en opnieuw in [[1807]], werd de Deense hoofdstad door de Britse marine bestookt, in het Engels ook wel de [[Battle of Copenhagen (1807)]] genoemd.
Als gevolg van de laatse aanval, verloor [[Denemarken]] haar gehele oorlogsvloot en het eiland [[Helgoland]].
Als gevolg van de laatste aanval, verloor [[Denemarken]] haar gehele oorlogsvloot en het eiland [[Helgoland]].
De Britse dominantie op de zeeën betekende het einde voor de Deense Oostindische Compagnie.
De Britse dominantie op de zeeën betekende het einde voor de Deense Oostindische Compagnie.



Versie van 8 okt 2005 21:50

De Deense Oostindische Compagnie ook wel de Danska Ostindisk Kompagni genoemd, werd in het jaar 1616 gesticht als bevoorrecht van de Deense koning Christiaan IV van Denemarken. Het doel van de compagnie was de handel met India, haar hoofdbasis lag in Trankenbar.

Na een korte bloeiperiode, verloor ze haar belangrijke titel en werd in 1729 opgeheven. In 1732 werd ze opnieuw gesticht als de Askia kompagni maar verloor al in 1772 haar monopolie op de handel. Gedurende hun dagen, importeerden de Zweedse Oostindische Compagnie en de Deense Oostindische Compagnie meer thee dan de Britse Oostindische Compagnie en 90% van het totaal werd gesmokkeld en voor een hoge winst in Groot-Brittannië verkocht. Gedurende de oorlogen van Napoleon, in 1801 en opnieuw in 1807, werd de Deense hoofdstad door de Britse marine bestookt, in het Engels ook wel de Battle of Copenhagen (1807) genoemd. Als gevolg van de laatste aanval, verloor Denemarken haar gehele oorlogsvloot en het eiland Helgoland. De Britse dominantie op de zeeën betekende het einde voor de Deense Oostindische Compagnie.

Zie ook