Republiek Armenië (1918-1920): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Ptbotgourou (overleg | bijdragen)
Regel 61: Regel 61:
[[fr:Première République d'Arménie]]
[[fr:Première République d'Arménie]]
[[hr:Demokratska Republika Armenija]]
[[hr:Demokratska Republika Armenija]]
[[hy:Հայաստանի Դեմոկրատական Հանրապետություն]]
[[hy:Հայաստանի Առաջին Հանրապետություն]]
[[id:Republik Demokratik Armenia]]
[[id:Republik Demokratik Armenia]]
[[it:Repubblica Democratica di Armenia]]
[[it:Repubblica Democratica di Armenia]]

Versie van 1 sep 2010 17:57

Դեմոկրատական Հայաստանի Հանրապետություն
 Trans-Kaukasische Federatieve Republiek 1918 – 1920 Armeense Socialistische Sovjetrepubliek 
(Details) (Details)
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Jerevan
Oppervlakte 70.000 km²
Bevolking 1.300.000 (1919))
Talen Armeens
Volkslied Mer Hayrenik
Munteenheid Armeense roebel (рубль)

De Democratische Republiek Armenië (Armeens Դեմոկրատական Հայաստանի Հանրապետութիւն, in Latijns alfabet Demokratakan Hayastani Hanrapetowt‘iwn) was de eerste Armeense republiek en bestond van 1918 tot 1922.

Ontstaansgeschiedenis

Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog ontstond er een aantal onafhankelijke staten in gebieden die daarvoor tot het Duitse Keizerrijk, het Ottomaanse Rijk of het Russische Rijk hadden behoord. Rondom de op 17 november 1917 uitgeroepen Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek ontstonden enkele nieuwe staten, te weten Finland, Estland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Buchura en Chiwa (de laatste twee liggen in het huidige Oezbekistan); anderen - zoals Litouwen, Polen, Wit-Rusland en Oekraïne - hebben zelf hun onafhankelijkheid verklaard (aangezien zij vroeger als soevereine staten bestonden).

Ontwikkeling

De op 28 mei 1918 uitgeroepen Democratische Republiek Armenië werd in het begin geregeerd door de Dashnak, die qua gedachtegoed een sterke overeenkomst had met de Russische Mensjewieken. De eerste minister-president was Hovhannes Kachaznuni (30 mei 1918 - 28 mei 1919). Zijn opvolger was Alexander Chatissjan (28 mei 1919 - 5 mei 1920), die weer werd opgevolgd door Hamo Ohandzanjan (5 mei - 25 november 1920) en Simon Vratzian.

De Democratische Republiek Armenië werd permanent aan bedreigingen blootgesteld. In het begin werden ze bedreigd door de troepen van de nieuwe Turkse tegenregering van Mustafa Kemal die vanuit het westen naar de hoofdstad Jerevan trokken. Ook waren er voortdurend conflicten over gebieden die overwegend door Armeniërs werden bewoond, maar waar andere landen ook aanspraak op maakten. Voorbeelden hiervan zijn de conflicten met Azerbeidzjan om Nagorno-Karabach (nog steeds omstreden) en Zangezoer (Syunik, nu deel van Armenië), en conflicten met de Democratische republiek Georgië om de provincie Lori (nu deel van Armenië).

Hierdoor ontstond een groot vluchtelingenprobleem. Ook vluchtten honderdduizenden mensen voor de Armeense genocide vanuit Turkije naar de nieuwe republiek. Deze problemen met de drie van de vier omringende landen (de vierde was Iran, maar deze grensde enkel aan de betwiste regio Sangesur) versterkt door de vluchtelingenproblematiek leidde tot een economische crisis met hyperinflatie. De regering was hier niet tegen opgewassen.

Machtsovername door de Bolsjewieken en ontbinding

Op 29 november 1920 grepen Armeense Bolsjewieken in een geweldloze staatsgreep de macht, en riepen op 2 december 1920 de Armeense SSR uit. De toenmalige minister-president Wratzjan zag zich genoodzaakt af te treden, waarna een nieuwe bolsjewiekse regering werd ingesteld. Op 6 december trok het Rode Leger het land binnen, ter ondersteuning van de nieuwe regering. Op dit moment was Armenië een formeel onafhankelijke staat, die bilaterale betrekkingen onderhield met de internationaal geïsoleerde RSFSR. De RFSFR sloot op 30 september 1921 met de Armeense SSR een bondgenootschap, die de soevereiniteit van de republiek nog verder beperkte. Op 12 maart 1922 werd de ASSR een deel van de net opgerichte Trans-Kaukasische Federatie, die tevens de Georgische SSR en de Azerbeidzjaanse SSR omvatte. De Europese landen beschouwden de formele onafhankelijkheid echter niet meer als reëel.

Met de oprichting van de Sovjet-Unie op 30 december 1922 werd de soevereiniteit definitief beëindigd.