Franjeapen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wijzigingen door 213.109.116.187 hersteld tot de laatste versie door CommonsDelinker
Regel 28: Regel 28:
***[[Zuidelijke franjeaap]] of Angolese franjeaap (''Colobus angolensis'')
***[[Zuidelijke franjeaap]] of Angolese franjeaap (''Colobus angolensis'')
***[[Oostelijke franjeaap]] of guereza (''Colobus guereza'')
***[[Oostelijke franjeaap]] of guereza (''Colobus guereza'')
***[[West-Afrikaanse franjeaap]] (''Colobus polykomos'')
***[[West-Afrikaanse franjeaap]] (''Colobus polykkomos'')
***[[Zwarte franjeaap]] of duivelsaap (''Colobus satanas'')
***[[Zwarte franjeaap]] of duivelsaap (''Colobus satanas'')
***[[Witbaardfranjeaap]] (''Colobus vellerosus'')
***[[Witbaardfranjeaap]] (''Colobus vellerosus'')

Versie van 1 nov 2010 20:06

Franjeapen
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Primates (Primaten)
Familie:Cercopithecidae
Onderfamilie:Colobinae (Slankapen)
Tribus
Colobini
Jerdon, 1867
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De franjeapen of colobusapen (Colobini) zijn een groep van Afrikaanse apen uit de onderfamilie der slankapen (Colobinae). De naam "colobus" komt van het Griekse "kolobos", wat "stompje" betekent en slaat op rudimentaire duim van de apen.

Franjeapen komen voor van Rwanda, Senegal en Gambia tot Ethiopië, zuidwaarts tot Noord-Angola, Noord-Zambia en Tanzania. Ook op de eilanden Bioko en Zanzibar komen ze voor. Het zijn boombewonende dagdieren, die voornamelijk voorkomen in dichte wouden als regenwouden. Ze leven voornamelijk in de middelste en bovenste boomlagen, en bewegen zich voort met grote sprongen. Ze komen zeer zelden op de grond. Franjeapen eten voornamelijk bladeren, aangevuld met onrijpe vruchten, zaden, zaaddozen en bloemen.

Ze leven voornamelijk in kleine tot middelgrote groepen, bestaande uit één, soms meerdere mannetjes en meerdere vrouwtjes met hun jongen. Tussen de dieren bestaat geen sterke hiërarchie. Mannetjes vormen vaak een harem waarin ze geen andere volwassen mannetjes dulden.

Franjeapen zijn vrij grote apen met een lang lichaam, lange ledematen en een lange staart. De kop is vrij klein en vierkant. De duim is afwezig of slechts een tuberkel, soms met een rudimentaire nagel, een aanpassing aan het leven in bomen. De andere vingers zijn lang en vormen samen een smalle, gekromde hoek, waardoor de dieren gemakkelijk tijdens het springen een tak kunnen vastgrijpen. Een duim zou hierbij in de weg zitten en makkelijk gewond kunnen raken. Om de bladeren te kunnen verteren hebben de franjeapen een complexe maag, bestaande uit drie à vier kamers. De gezichtshuid is zwart van kleur. De vachtkleur is afhankelijk van het geslacht: soorten behorende tot het geslacht Colobus hebben een zwart-witte vacht, die uit het geslacht Piliocolobus hebben een bruinige tot rode vacht en de groene franjeaap (Procolobus verus) is olijfbruin van kleur. Ze worden 43 tot 72 centimeter lang, met een 52 tot 100 centimeter lange staart. Ze wegen 2,9 tot 14,5 kilogram.

Veel soorten worden bedreigd, en één ondersoort, Miss Waldrons rode franjeaap (Piliocolobus badius waldronae) is in 2000 uitgestorven. In de negentiende eeuw werden franjeapen vooral bejaagd voor de pels, tegenwoordig vormt de jacht voor bushmeat en de boskap de grootste bedreigingen.

Classificatie

De franjeapen zijn de enige Afrikaanse slankapen. Tegenwoordig leven er nog zo'n elf tot vijftien soorten in één tot drie geslachten.

Zie de categorie Colobus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.