Systole (hart): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Bloedsomloop: linkfix rechterkamer verwijst al naar Ventrikel (hart) dus hoeft niet apart genoemd te worden.
k [r2.6.4] robot Erbij: io:Sistolo
Regel 27: Regel 27:
[[ga:Siostól]]
[[ga:Siostól]]
[[he:סיסטולה]]
[[he:סיסטולה]]
[[io:Sistolo]]
[[it:Sistole]]
[[it:Sistole]]
[[ka:სისტოლა]]
[[ka:სისტოლა]]

Versie van 1 dec 2010 19:32

(Ventriculaire) systole

Systole is de fase waarin de kamers van het hart contraheren (samentrekt).

Bloedsomloop

De linkerventrikel pompt zuurstofrijk bloed door de aorta naar de weefsels, de rechterkamer pompt tijdens de systole zuurstofarm bloed naar de longen, waarna dit zuurstofrijk terugkeert naar de linkerboezem (atrium) die het bloed weer naar de linkerventrikel geleidt. Tijdens de systole zijn de atrioventriculaire kleppen, de kleppen tussen boezems en ventrikels gesloten. De aortaklep en de pulmonalisklep, dat zijn de kleppen tussen de ventrikels of kamers en de aorta en de longslagader, staan wijd open. De systole begint als de atrioventriculaire kleppen sluiten, wat te horen is als de eerste harttoon. Ze maakt plaats voor de diastole als de aortaklep en de pulmonaalklep sluiten en zo de tweede harttoon doen klinken.

Tijdens de hartactie

ECG-registratie van één hartslag; de systole begint het QRS complex en eindigt met de T-top.

Door een elektrische prikkel die ontstaan is in de sinusknoop en via de boezems en de AV-knoop via de bundel van His de hartspier bereikt, verliest de wand van de spiercellen zijn elektrische lading en trekt de spier samen. Op het ECG is dit zichtbaar als het QRS complex. De celmembraan blijft nog even ontladen tot de celmembraan weer gepolariseerd raakt, dat is zichtbaar tijdens de T-top op het ECG. Dan begint de diastole waarin de kamers zich weer vullen.

Bloeddruk

Bestand:Cardiac Cycle Left Ventricle.PNG
Onder meer de druk in de ventrikel en aorta

Tijdens de systole loopt de druk die de linkerventrikel het bloed meegeeft de aorta in, op tot (normaal) zo’n 125 mm Hg. Dit noemen we de systolischebloeddruk. Als dan de kamer tijdens de diastole zakt de druk voorbij de aortaklep iets tot ongeveer 80 mm Hg : de diastolische bloeddruk. Deze drukgolven, of polsgolven, hebben enige tijd nodig om van de aorta naar bijvoorbeeld de pols te komen. De drukken in de rechterventrikel en de longslagader zijn ongeveer zes keer zo laag.