Cytoskelet: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k r2.5.2) (robot Erbij: la:Cytosceletus
Regel 49: Regel 49:
[[ja:細胞骨格]]
[[ja:細胞骨格]]
[[ko:세포골격]]
[[ko:세포골격]]
[[la:Cytosceletus]]
[[lb:Zytoskelett]]
[[lb:Zytoskelett]]
[[lt:Citoskeletas]]
[[lt:Citoskeletas]]

Versie van 2 dec 2010 19:11

Celbiologie
De dierlijke cel
Animal Cell
Componenten van een dierlijke cel:
  1. Nucleolus
  2. Celkern
  3. Ribosoom (blauwe puntjes)
  4. Vesikel
  5. Ruw endoplasmatisch reticulum
  6. Golgicomplex
  7. Cytoskelet
  8. Glad endoplasmatisch reticulum
  9. Mitochondrion
  10. Vacuole
  11. Cytosol
  12. Lysosoom
  13. Centrosoom
  14. Celmembraan
Portaal  Portaalicoon  Biologie

Het cytoskelet bestaat uit verschillende soorten polymeren van eiwitten in cellen, die samen zorgen voor stevigheid, vorm en beweeglijkheid.

Onderdelen

Het cytoskelet in eukaryote cellen bestaat uit drie typen filamenten, namelijk microfilamenten, microtubuli en intermediaire filamenten. De eerste twee typen komen in alle typen cellen voor, terwijl de intermediare filamenten celspecifiek zijn.

Microfilamenten

De microfilamenten kunnen onder andere actinefilamenten zijn of myofibrillen. Actinefilamenten zijn opgebouwd uit actine-monomeren en zijn onder de rasterelektronenmicroscoop duidelijk te zien als kleine strengen met een diameter van 7 nanometer. Deze filamenten bevinden zich over het algemeen in de buurt van de celmembraan en bedienen de cel van vorm en beweeglijkheid. Microfilamenten dragen de spanning van de cel.

Microtubuli

De microtubuli zijn buisachtige structuren met een dikte van ongeveer 25 nanometer. Microtubuli zijn opgebouwd uit ketens van tubulinedimeren die samen een buis vormen. Microtubili zijn in principe opgebouwd uit ringen. Deze ringen bestaan uit ieder 13 monomeren. Deze filamenten zijn meestal aan 'één kant verbonden aan het centrosoom, van waaruit verschillende tubuli in alle richtingen uitstralen. Microtubuli zijn belangrijk bij de celdeling, waar ze de chromosomen uit elkaar trekken. Ook zijn ze erg belangrijk voor het transport van vesikels door de cel.

Intermediaire filamenten

De intermediare filamenten bestaan uit polymeren van eiwitten die specifiek zijn voor celtypen, met een diameter van 8-12 nanometer. Zo bestaan deze filamenten bij neuronen uit andere eiwitten dan bijvoorbeeld in rode bloedcellen of fibroblasten. Ze verrichten verschillende functies, afhankelijk van het celtype. Evenals de microfilamenten dragen de intermediaire filamenten de spanning van de cel.

Synthese van het cytoskelet

Onderdelen van het cytoskelet hebben een polariteit: alle filamenten hebben een plus- en een minkant, behalve de intermediaire filamenten. Aan de pluskant vindt polymerisatie van de filamenten plaats en dus groei, terwijl aan de minkant depolymerisatie plaatsvindt. De groei van de filamenten wordt dus bepaald door de snelheid van de polymerisatie aan de pluskant en depolymerisatie aan de minkant. Wanneer polymerisatie overheerst zal het filament groeien, anders blijft de lengte stabiel of krimpt het filament.

Functie

Naast de vorm en stevigheid die het verschaft, dient het ook als geleide voor organellen die door de cel vervoerd moeten worden. Zo worden de blaasjes met neurotransmitter vanuit het cellichaam door het axon naar de synaps getransporteerd langs de tubuli. Dit kan doordat de blaasjes gebonden zijn aan speciale eiwitten genaamd kinesines en over de filamenten wandelen.