Dawsonia: verschil tussen versies
aanvulling |
|||
Regel 57: | Regel 57: | ||
{{references}}}} |
{{references}}}} |
||
{{Navigatie Polytrichopsida}} |
|||
[[Categorie:Polytrichopsida]] |
[[Categorie:Polytrichopsida]] |
||
Versie van 6 mrt 2011 14:50
Dawsonia | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Dawsonia superba | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Dawsonia R.Br. (1811) | |||||||||||
Dawsonia superba, habitus | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Dawsonia op Wikispecies | |||||||||||
|
Dawsonia is de botanische naam van een geslacht van mossen uit de familie Polytrichaceae. Het zijn mossen uit tropische streken van Australië en Zuidoost-Azië.
Het zijn over het algemeen vrij grote, stevige mossen, die zelfs tot langer dan 60 cm kunnen worden en daarmee als de grootste mossen ter wereld worden beschouwd.
Naamgeving en etymologie
De botanische naam Dawsonia is een eerbetoon aan de Engelse botanicus Dawson Turner(1775-1858).
Kenmerken
Dawsonia zijn topkapselmossen die dank zij hun sterk gedifferentieerde stengel, een protostele met een primitieve vorm van xyleem en floëem, voor een mos zeer groot kunnen worden, tot zelfs 60 cm.
De gametofyt (de groene mosplant) heeft, buiten zijn grootte, de karakteristieke vorm van een lid van een Polytrichaceae. De sporofyt heeft een dorsoventraal afgeplat sporenkapsel, met een peristoom met haarachtige tanden. De sporen zijn slechts 6 tot 10 micrometer groot, en behoren daarmee onder de kleinste mosporen. Ze worden verspreid door de regen: regendruppels die op de vlakke bovenkant van het sporenkapsel vallen, lanceren de sporen door het peristoom naar buiten.
Habitat en verspreiding
Dawsonia zijn terrestrische planten uit uiteenlopende biotopen, met als verspreidingsgebied Australië en Zuidoost-Azië. Hun levenswijze komt overeen met die van de verwante haarmossen (Polytrichum) uit Europa.
Soortenlijst
Het geslacht Dawsonia omvat elf soorten:
- Dawsonia beccarii Brotherus & Geheeb (1896)
- Dawsonia gigantea C. Müller ex Schliephacke & Geheeb (1896)
- Dawsonia grandis Schliephacke & Geheeb (1896)
- Dawsonia insignis Lorch (1931)
- Dawsonia lativaginata Wijk (1957)
- Dawsonia longifolia (Bruch & Schimp.) Zanten (1977)
- Dawsonia longiseta Hampe (1860)
- Dawsonia papuana F. Muell. ex Schliephacke & Geheeb (1998)
- Dawsonia polytrichoides R.Br.
- Dawsonia pullei Fleischer & Reimers (1929)
- Dawsonia superba Grev. (1979)
Bronnen, noten en/of referenties
|