Vorstendom Jersika: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Japiobot (overleg | bijdragen)
link van dp naar juiste pagina, replaced: Koningkoning met AWB
Regel 28: Regel 28:
| Religie = [[Oosters-orthodoxe Kerk|Oosters-orthodox]], [[Heidendom]]
| Religie = [[Oosters-orthodoxe Kerk|Oosters-orthodox]], [[Heidendom]]
| Regeringsvorm = [[Vorstendom]]
| Regeringsvorm = [[Vorstendom]]
| Staatshoofd = [[Koning]]
| Staatshoofd = [[Koning (titel)|koning]]
| Plv. Staatshoofd =
| Plv. Staatshoofd =
| Regeringsleider =
| Regeringsleider =

Versie van 8 sep 2011 19:42

Jersika
voor 1203 – 1239 Bisdom Riga 
Lijflandse Orde 
Algemene gegevens
Hoofdstad Jersika
Talen Oud-Letgaals
Religie(s) Oosters-orthodox, Heidendom
Regering
Regeringsvorm Vorstendom
Staatshoofd koning

Jersika (Latijn: Gerzika, terra Lettia; Duits: Gerzika, Zargrad; Russisch: Ерсика, Герцике) was een vroegmiddeleeuws vorstendom in het oosten van het huidige Letland. De hoofdstad was gelegen op een walburcht 165 km ten zuidoosten van Riga.

Geschiedenis

Jersika werd in de 10e eeuw gesticht als een voorpost van het vorstendom Polotsk op de oude handelsroute van de Varjagen naar de Grieken. Het werd geregeerd door Oosters-orthodoxe vorsten.

In 1209 werd Visvaldis, de vorst van Jersika, militair verslagen door bisschop Albert van Riga en de Orde van de Zwaardbroeders, waarbij zijn Litouwse vrouw gevangen genomen werd. Hij werd gedwongen zijn koninkrijk aan Albert te schenken, waarna hij een deel ervan als leengoed van het Bisdom Riga terug kreeg. De oorkonde van Visvaldis is het oudste van dergelijke documenten dat in Letland bewaard is gebleven. In deze oorkonde wordt Visvaldis "koning van Jersika" ("Vissewalde, rex de Gercike", in een ander document ook "Wiscewolodus rex de Berzika") genoemd.[1]

In 1211 werd het deel van Jersika dat bekend stond als "Lettia" ("terra, quae dicitur Lettia") verdeeld tussen het bisdom Riga en de Orde van de Zwaardbroeders.[2]

Na de dood van Visvaldis in 1239 werd zijn leen aan de Lijflandse Orde gegeven. Dit werd echter betwist door de heersers van Litouwen en Novgorod, die meermaals poogden het grondgebied te veroveren.