Breitner Academie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MiekeMekkink (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
geschiedenis in verleden tijd en neutraler
Regel 1: Regel 1:
De Academie voor Beeldende Vorming is onderdeel van de [[Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten]] en biedt de enige zelfstandige docentenopleiding in de beeldende vakken in Nederland. De vierjarige [[Bachelor|bacheloropleiding]] Docent beeldende kunst en vormgeving wordt zowel in voltijd als in deeltijd aangeboden.
De '''Academie voor Beeldende Vorming''' is onderdeel van de [[Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten]] en biedt de enige zelfstandige docentenopleiding in de beeldende vakken in Nederland. De vierjarige [[Bachelor|bacheloropleiding]] Docent beeldende kunst en vormgeving wordt zowel in voltijd als in deeltijd aangeboden.


De Academie voor Beeldende Vorming is gevestigd aan het Hortusplantsoen 2 in Amsterdam.
De Academie voor Beeldende Vorming is gevestigd aan het Hortusplantsoen 2 in Amsterdam.


== Geschiedenis ==
De Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming werd opgericht als Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers in 1881. De opleiding vestigde zich in het Rijksmuseum, vanaf 1883 in het linker hoekpaviljoen (Ruysdaelkade). In 1925 vertrok de opleiding naar het grote tuinhuis van dit museum met aan de zuidzijde (Hobbemakade) een kooruitbouw en boven de ingang het credo van Victor de Stuers: "Teekenen is spreken en schrijven tegelijk".
Samen met de [[Rijksschool voor Kunstnijverheid]], ook in 1881 opgericht en gevestigd in het Rijksmuseum - zij het in het rechterpaviljoen - maakte de opleiding een grote bloei door onder de leiding van de katholiek, W.B.G. Molkenboer, die ook de eerste voorzitter was van de Nederlandse Vereniging voor Teekenonderwijs (NVTO). Vakken die werd gegeven, waren tekenen (methode Dupuis) en schilderen naar gips, lijn- en bouwkundig tekenen, stilleventekenen, [[anatomie]], wiskunde en perspectief. Stijl- en ornamentleer werd verzorgd door de architect van het Rijksmuseum, Pierre Cuypers. Studenten destijds, de schilder van het luminisme: Jan Sluijters en Leo Gestel.
De Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming is opgericht als Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers in 1881. De opleiding vestigt zich in het Rijksmuseum, vanaf 1883 in het linker hoekpaviljoen (Ruysdaelkade). In 1925 vertrekt de opleiding naar het grote tuinhuis van dit museum met aan de zuidzijde (Hobbemakade) een mooie kooruitbouw en boven de ingang het credo van Victor de Stuers: "Teekenen is spreken en schrijven tegelijk".
Samen met de Rijksschool voor Kunstnijverheid, ook in 1881 opgericht en gevestigd in het Rijksmuseum - zij het in het rechterpaviljoen - maakt de opleiding een grote bloei door onder de bezielende leiding van de katholiek, W.B.G. Molkenboer, die ook de eerste voorzitter is van de Nederlandse Vereniging voor Teekenonderwijs (NVTO).
Vakken die worden gegeven, waren tekenen (methode Dupuis) en schilderen naar gips, lijn- en bouwkundig tekenen, stilleventekenen, anatomie, wiskunde en perspectief. Stijl- en ornamentleer werd verzorgd door de architect van het Rijksmuseum, Pierre Cuypers. Studenten destijds, de schilder van het luminisme: Jan Sluijters en Leo Gestel.


Het idealisme van de Amsterdamse katholieke elite (naast Molkenboer en Cuypers, o.a. Victor de Stuers, J.A. Alberdingk Thijm en Antoon Derkinderen) die strijdt voor verbetering van kunstzin en smaakgevoel, wordt na een decennium al ingehaald door de politieke werkelijkheid. Het ministerie vond dat het tekenonderwijs meer moest aansluiten bij het vaktechnisch onderwijs.
Het idealisme van de Amsterdamse katholieke elite (naast Molkenboer en Cuypers, o.a. Victor de Stuers, J.A. Alberdingk Thijm en Antoon Derkinderen) die streed voor verbetering van kunstzin en smaakgevoel, werd na een decennium ingehaald door de politieke werkelijkheid. Het ministerie vond dat het tekenonderwijs meer moest aansluiten bij het vaktechnisch onderwijs. In 1923 werd de Rijksnormaalschool gereorganiseerd en omgedoopt tot ''Rijks Instituut tot Opleiding van Teekenleeraren'' onder directeurschap van Huib Luns en vanaf 1931 onder directeurschap van Harm Ellens.
In 1923 wordt de Rijksnormaalschool gereorganiseerd en omgedoopt tot Rijks Instituut tot Opleiding van Teekenleeraren onder directeurschap van Huib Luns en vanaf 1931 onder directeurschap van Harm Ellens.
In 1938 vindt opheffing plaats van beide Rijksscholen. Het personeel van de Rijksnormaalschool echter kan in dienst treden bij het Instituut voor het Kunstnijverheidsonderwijs, de huidige Gerrit Rietveld Academie onder directeurschap van architect Mart Stam dat de opleiding overneemt.


In 1938 vond opheffing plaats van beide Rijksscholen. Het personeel van de Rijksnormaalschool kon echter in dienst treden bij het ''Instituut voor het Kunstnijverheidsonderwijs'', de huidige Gerrit Rietveld Academie onder directeurschap van architect Mart Stam dat de opleiding overnam.
Tusssen 1938 en 1966, het moment van verhuizing van het Rijksmuseum naar het nieuwe glazen gebouw van de Gerrit Rietveld Academie aan de Prinses Irenestraat (nu Fred. Roeskestraat) maakt de opleiding onder leiding van adjunctdirecteur Jan F. Jansen een geleidelijke ontwikkeling door van traditioneel tekenonderwijs naar de waarneming naar een kunstopleiding waarbij de creatieve ontwikkeling van het individu centraal staat. Rond 1950 levert de opleiding kunstenaars af die naam maken: Jan Beutener, Jaap Hillenius, Cornelis Rogge en Aat Veldhoen, en in de tweede helft van de jaren 50 Reinier Lucassen, Gustave Asselbergs en Jan Roeland.
De verstandhouding tussen de lerarenopleiding en de kunstvakopleiding is ronduit slecht zodat het niet lang duurt of de ‘aktenopleiding’ wil zelfstandig worden. Men vertrekt in 1971 daadwerkelijk naar een ander adres - de Lutmastraat - en richt twee nieuwe afdelingen op: handvaardheid en textiele werkvormen. De oude MO-akten zijn dan passé om plaats te maken voor de eerstegraads bevoegheid. In 1978 markeert directeur Wijnand van Schothorst hernieuwde start door een nieuwe naam: de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming.


Tusssen 1938 en 1966, het moment van verhuizing van het Rijksmuseum naar het nieuwe glazen gebouw van de Gerrit Rietveld Academie aan de Prinses Irenestraat (nu Fred. Roeskestraat), maakte de opleiding onder leiding van adjunctdirecteur Jan F. Jansen een geleidelijke ontwikkeling door van traditioneel tekenonderwijs naar de waarneming naar een kunstopleiding waarbij de creatieve ontwikkeling van het individu centraal staat. Rond 1950 leverde de opleiding kunstenaars af die naam maakten: [[Jan Beutener]], [[Jaap Hillenius]], [[Cornelis Rogge]] en [[Aat Veldhoen]], en in de tweede helft van de jaren 50 Reinier Lucassen, Gustave Asselbergs en Jan Roeland.
Binnen 10 jaar staat de volgende verandering voor de deur, onder druk van de politiek. De school, dan onder leiding van Willebrord de Winter, stemt toe in een fusie met andere kunst- en cultuuropleidingen - de Nederlandse Film en Televisie Academie, de Academie van Bouwkunst en de Reinwardt Academie (Leiden), en gaat verder onder de vlag Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) die in 1987 wordt gesticht. Korte tijd later sluit de Theaterschool zich aan en in 1988 ook het Sweelinck Conservatorium en het Hilversums Conservatorium.
In 1997 betrekt de Academie voor Beeldende Vorming het pand van de mime-opleiding van de AHK aan het Hortusplantsoen 2. Hier zit ze in 2011 nog steeds, in 2001 gefuseerd met de tweedegraadsopleiding Tekenen, Handvaardigheid, Textiel van de Hogeschool van Amsterdam en omgezet in een ongegradeerde bacheloropleiding. Sinds 2009 onder directeurschap van Robert Smit.


De verstandhouding tussen de lerarenopleiding en de kunstvakopleiding was niet best, zodat het niet lang duurde voor de ‘aktenopleiding’ zelfstandig wilde worden. Men vertrok in 1971 daadwerkelijk naar een ander adres - de Lutmastraat - en richtte twee nieuwe afdelingen op: [[handvaardheid]] en textiele werkvormen. De oude MO-akten waren toen passé om plaats te maken voor de eerstegraads bevoegheid. In 1978 markeerde directeur Wijnand van Schothorst hernieuwde start door een nieuwe naam: de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming.
Bron: 'De geschiedenis vande Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming' door Mieke Mekkink, uit:

De Kunst Meester. Een feestbundel artikelen over de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming naar aanleiding van haar 25jarig verblijf in de Lutmastraat, Amsterdam, oktober 1997 (850 exemplaren).
Binnen 10 jaar stond de volgende verandering voor de deur, onder druk van de politiek. De school, destijds onder leiding van Willebrord de Winter, stemde toe in een fusie met andere kunst- en cultuuropleidingen - de [[Nederlandse Film en Televisie Academie]], de [[Academie van Bouwkunst]] en de [[Reinwardt Academie]] (Leiden), en ging verder onder de vlag ''Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten'' (AHK) die in 1987 werd gesticht. Korte tijd later sloot de Theaterschool zich aan en in 1988 ook het Sweelinck Conservatorium en het Hilversums Conservatorium.

In 1997 betrok de ''Academie voor Beeldende Vorming'' haar huidige onderkomen; het pand van de mime-opleiding van de AHK aan het Hortusplantsoen 2. In 2001 fuseerde de academie met de tweedegraadsopleiding Tekenen, Handvaardigheid, Textiel van de [[Hogeschool van Amsterdam]], en werd omgezet in een ongegradeerde bacheloropleiding.


== Externe link ==
== Externe link ==
* [http://www.academievoorbeeldendevorming.nl Website Academie voor Beeldende Vorming]
* [http://www.academievoorbeeldendevorming.nl Website Academie voor Beeldende Vorming]

{{bron|bronvermelding=
'De geschiedenis vande Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming' door Mieke Mekkink, uit:
De Kunst Meester. Een feestbundel artikelen over de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming naar aanleiding van haar 25jarig verblijf in de Lutmastraat, Amsterdam, oktober 1997 (850 exemplaren).
}}


[[Categorie:Hogeschool in Amsterdam]]
[[Categorie:Hogeschool in Amsterdam]]

Versie van 13 okt 2011 14:58

De Academie voor Beeldende Vorming is onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en biedt de enige zelfstandige docentenopleiding in de beeldende vakken in Nederland. De vierjarige bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving wordt zowel in voltijd als in deeltijd aangeboden.

De Academie voor Beeldende Vorming is gevestigd aan het Hortusplantsoen 2 in Amsterdam.

Geschiedenis

De Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming werd opgericht als Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers in 1881. De opleiding vestigde zich in het Rijksmuseum, vanaf 1883 in het linker hoekpaviljoen (Ruysdaelkade). In 1925 vertrok de opleiding naar het grote tuinhuis van dit museum met aan de zuidzijde (Hobbemakade) een kooruitbouw en boven de ingang het credo van Victor de Stuers: "Teekenen is spreken en schrijven tegelijk".

Samen met de Rijksschool voor Kunstnijverheid, ook in 1881 opgericht en gevestigd in het Rijksmuseum - zij het in het rechterpaviljoen - maakte de opleiding een grote bloei door onder de leiding van de katholiek, W.B.G. Molkenboer, die ook de eerste voorzitter was van de Nederlandse Vereniging voor Teekenonderwijs (NVTO). Vakken die werd gegeven, waren tekenen (methode Dupuis) en schilderen naar gips, lijn- en bouwkundig tekenen, stilleventekenen, anatomie, wiskunde en perspectief. Stijl- en ornamentleer werd verzorgd door de architect van het Rijksmuseum, Pierre Cuypers. Studenten destijds, de schilder van het luminisme: Jan Sluijters en Leo Gestel.

Het idealisme van de Amsterdamse katholieke elite (naast Molkenboer en Cuypers, o.a. Victor de Stuers, J.A. Alberdingk Thijm en Antoon Derkinderen) die streed voor verbetering van kunstzin en smaakgevoel, werd na een decennium ingehaald door de politieke werkelijkheid. Het ministerie vond dat het tekenonderwijs meer moest aansluiten bij het vaktechnisch onderwijs. In 1923 werd de Rijksnormaalschool gereorganiseerd en omgedoopt tot Rijks Instituut tot Opleiding van Teekenleeraren onder directeurschap van Huib Luns en vanaf 1931 onder directeurschap van Harm Ellens.

In 1938 vond opheffing plaats van beide Rijksscholen. Het personeel van de Rijksnormaalschool kon echter in dienst treden bij het Instituut voor het Kunstnijverheidsonderwijs, de huidige Gerrit Rietveld Academie onder directeurschap van architect Mart Stam dat de opleiding overnam.

Tusssen 1938 en 1966, het moment van verhuizing van het Rijksmuseum naar het nieuwe glazen gebouw van de Gerrit Rietveld Academie aan de Prinses Irenestraat (nu Fred. Roeskestraat), maakte de opleiding onder leiding van adjunctdirecteur Jan F. Jansen een geleidelijke ontwikkeling door van traditioneel tekenonderwijs naar de waarneming naar een kunstopleiding waarbij de creatieve ontwikkeling van het individu centraal staat. Rond 1950 leverde de opleiding kunstenaars af die naam maakten: Jan Beutener, Jaap Hillenius, Cornelis Rogge en Aat Veldhoen, en in de tweede helft van de jaren 50 Reinier Lucassen, Gustave Asselbergs en Jan Roeland.

De verstandhouding tussen de lerarenopleiding en de kunstvakopleiding was niet best, zodat het niet lang duurde voor de ‘aktenopleiding’ zelfstandig wilde worden. Men vertrok in 1971 daadwerkelijk naar een ander adres - de Lutmastraat - en richtte twee nieuwe afdelingen op: handvaardheid en textiele werkvormen. De oude MO-akten waren toen passé om plaats te maken voor de eerstegraads bevoegheid. In 1978 markeerde directeur Wijnand van Schothorst hernieuwde start door een nieuwe naam: de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming.

Binnen 10 jaar stond de volgende verandering voor de deur, onder druk van de politiek. De school, destijds onder leiding van Willebrord de Winter, stemde toe in een fusie met andere kunst- en cultuuropleidingen - de Nederlandse Film en Televisie Academie, de Academie van Bouwkunst en de Reinwardt Academie (Leiden), en ging verder onder de vlag Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) die in 1987 werd gesticht. Korte tijd later sloot de Theaterschool zich aan en in 1988 ook het Sweelinck Conservatorium en het Hilversums Conservatorium.

In 1997 betrok de Academie voor Beeldende Vorming haar huidige onderkomen; het pand van de mime-opleiding van de AHK aan het Hortusplantsoen 2. In 2001 fuseerde de academie met de tweedegraadsopleiding Tekenen, Handvaardigheid, Textiel van de Hogeschool van Amsterdam, en werd omgezet in een ongegradeerde bacheloropleiding.

Externe link

[bron?]