Luis Carrillo: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Carlos Sánchez (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Carlos Sánchez (overleg | bijdragen)
Regel 10: Regel 10:
==Door de koning gevolmachtigd in Nieuw-Spanje==
==Door de koning gevolmachtigd in Nieuw-Spanje==
De Raad van de Indiës werd in verwarring gebracht door tegenstrijdige rapporten die naar Spanje werden gestuurd. De raad stelde aan de koning voor een speciale commissie naar Nieuw-Spanje te zenden, om daar onderzoek te doen naar de situatie en actie te ondernemen tegen eventuele schuldige partijen tot en met het afzetten van de onderkoning. In een koninklijk besluit van [[16 juni]] [[1567]] wordt de commissie door koning Filips II beschreven als bestaande uit Gaspar de Jarava, Alonso Muñoz en Luis Carrillo. Jarava en Muñoz behoorden tot de Raad van de Indiës, Carrillo was beambte bij de rechtbank.
De Raad van de Indiës werd in verwarring gebracht door tegenstrijdige rapporten die naar Spanje werden gestuurd. De raad stelde aan de koning voor een speciale commissie naar Nieuw-Spanje te zenden, om daar onderzoek te doen naar de situatie en actie te ondernemen tegen eventuele schuldige partijen tot en met het afzetten van de onderkoning. In een koninklijk besluit van [[16 juni]] [[1567]] wordt de commissie door koning Filips II beschreven als bestaande uit Gaspar de Jarava, Alonso Muñoz en Luis Carrillo. Jarava en Muñoz behoorden tot de Raad van de Indiës, Carrillo was beambte bij de rechtbank.

De koning gaf de gevolgmachtigden schriftelijk instructies. Ze moesten onderkoning Gastón de Peralta per eerstvolgende gelegenheid terug laten keren naar Spanje. Het bestuur van de kolonie moest worden overgenomen door Gaspar de Jarava, de oudste van de drie gevolmachtigden, en waar nodig worden waargenomen door Alonso Muñoz, die ook al op leeftijd was. Doodvonnisen mochten niet worden uitgesproken zonder unanieme goedkeuring van de gevolmachtigden.

Jarava stierf onderweg, al kort na vertrek, op [[18 juli]] 1567, een dag nadat ze [[Gran Canaria]] hadden bereikt. Op [[29 oktober]] 1567 arriveerden Muñoz en Carrillo in [[Veracruz (stad)|Veracruz]]. Begin november gingen zij aan de slag in Mexico-Stad. De Audiencia has Martín Cortés al vrijgelaten, op voorwaarde dat hij Mexico zou verlaten. De eerste beslissing die de commissie nam, was het laten bouwen van een gevangenis, naar voorbeeld van die van de [[Spaanse Inquisitie|Inquisitie]], om de belangrijkste aangeklaagden vast te zetten, waaronder Baltasar de Aguilar Cervantes en Luis Cortés.


{{DEFAULTSORT:Carrillo, Luis}}
{{DEFAULTSORT:Carrillo, Luis}}

Versie van 5 nov 2011 15:30

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Luis Carrillo (... - 1568) was een inspecteur die van november 1567 tot juli 1568 samen met Alonso Muñoz in opdracht van Filips II van Spanje in Nieuw-Spanje onderzoek deed naar de handel en wandel van onderkoning Gastón de Peralta.

Samenzwering van 1565

Toen in 1564 de Nieuw-Spaanse onderkoning Luis de Velasco stierf, liet de stadsraad van Mexico-Stad aan de koning van Spanje weten geen nieuwe onderkoning te willen. Als reactie op het besluit van de Raad van de Indiës dat het systeem van encomiendas niet in stand kon blijven, ontstond een samenzwering om Nieuw-Spanje onafhankelijk te maken van het moederland. Leiders van deze samenzwering waren Martín Cortés en zijn broer Luis.

Het plan werd ontdekt en verijdeld. Enkele van de samenzweerders, waaronder de broers Cortés, werden gearresteerd. In 1566 arriveerde de nieuwe onderkoning, Gastón de Peralta, markies van Falces. Voor zijn aankomst, had de Audiencia al twee van de samenzweerders laten onthoofden. Het ging om de broers Alonso en Gil González Dávila. Ook had de Audiencia Martín en Luis Cortés ter dood veroordeeld, maar dit vonnis was nog niet ten uitvoer gebracht. Toen onderkoning Peralta aankwam, nam hij de zaken onder de loep en schortte hij de doodvonnissen van de broers Cortés op. Ze werden teruggestuurd naar Spanje, om daar voor de Raad van de Indiës te verschijnen. De Audiencia klaagde de nieuwe onderkoning aan voor zijn milde omgang met de rebellen.

Door de koning gevolmachtigd in Nieuw-Spanje

De Raad van de Indiës werd in verwarring gebracht door tegenstrijdige rapporten die naar Spanje werden gestuurd. De raad stelde aan de koning voor een speciale commissie naar Nieuw-Spanje te zenden, om daar onderzoek te doen naar de situatie en actie te ondernemen tegen eventuele schuldige partijen tot en met het afzetten van de onderkoning. In een koninklijk besluit van 16 juni 1567 wordt de commissie door koning Filips II beschreven als bestaande uit Gaspar de Jarava, Alonso Muñoz en Luis Carrillo. Jarava en Muñoz behoorden tot de Raad van de Indiës, Carrillo was beambte bij de rechtbank.

De koning gaf de gevolgmachtigden schriftelijk instructies. Ze moesten onderkoning Gastón de Peralta per eerstvolgende gelegenheid terug laten keren naar Spanje. Het bestuur van de kolonie moest worden overgenomen door Gaspar de Jarava, de oudste van de drie gevolmachtigden, en waar nodig worden waargenomen door Alonso Muñoz, die ook al op leeftijd was. Doodvonnisen mochten niet worden uitgesproken zonder unanieme goedkeuring van de gevolmachtigden.

Jarava stierf onderweg, al kort na vertrek, op 18 juli 1567, een dag nadat ze Gran Canaria hadden bereikt. Op 29 oktober 1567 arriveerden Muñoz en Carrillo in Veracruz. Begin november gingen zij aan de slag in Mexico-Stad. De Audiencia has Martín Cortés al vrijgelaten, op voorwaarde dat hij Mexico zou verlaten. De eerste beslissing die de commissie nam, was het laten bouwen van een gevangenis, naar voorbeeld van die van de Inquisitie, om de belangrijkste aangeklaagden vast te zetten, waaronder Baltasar de Aguilar Cervantes en Luis Cortés.