Gedoogsteun: verschil tussen versies

Beluister (info)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gedoogsteun in andere landen
Regel 13: Regel 13:


==Gedoogsteun in andere landen==
==Gedoogsteun in andere landen==
In andere landen, zoals [[Canada]] en [[Denemarken]], komen minderheidsregeringen vaker voor en zijn deze afhankelijk van gedoogsteun. Het kabinet van [[Stephen Harper]] was tot [[7 september]] [[2008]] een minderheidskabinet. Het was het langstzittende minderheidskabinet in de Canadese geschiedenis. Van 2001 tot 2011 gedoogde de [[Deense Volkspartij]] het [[Kabinet van Denemarken|Deense kabinet]]. Als in Spanje de socialistische [[Partido Socialista Obrero Español|PSOE]] of de conservatieve [[Partido Popular (Spanje)|PP]] niet de absolute meerderheid behaald, vormt de grootste van de twee een minderheidsregering die met gedoogsteun van verschillende kleine partijen regeert.
In andere landen, zoals [[Canada]], [[Denemarken]] en [[Spanje]], komen minderheidsregeringen vaker voor en zijn deze afhankelijk van gedoogsteun.
* Canada - Het kabinet van [[Stephen Harper]] was tot [[7 september]] [[2008]] een minderheidskabinet. Het was het langstzittende minderheidskabinet in de Canadese geschiedenis.
* Denemarken - De [[Dansk Folkeparti]] leverde van 2001 tot 2011 gedoogsteun aan drie regeringscoalities, ten laatste de [[Venstre (Denemarken)|liberaal]]-[[Det Konservative Folkeparti|conservatieve]] coalitie van [[Lars Løkke Rasmussen]].
* Spanje - Als de socialistische [[Partido Socialista Obrero Español|PSOE]] of de conservatieve [[Partido Popular (Spanje)|PP]] niet de absolute meerderheid behaalt, vormt de grootste van de twee een minderheidsregering die met gedoogsteun van verschillende kleine partijen regeert.


{{Referenties}}
{{Referenties}}

Versie van 9 dec 2011 23:26

Gedoogsteun is, in de politiek, steun die een oppositiepartij geeft aan een minderheidskabinet.

Toelichting

In democratische parlementaire systemen is het normaal dat als geen enkele partij de meerderheid heeft, er door meerdere partijen een coalitie wordt gevormd die een meerderheid heeft in het parlement. De partijen in de coalitie leveren ministers voor een regering die door de coalitiepartijen in het parlement wordt gesteund, een meerderheidskabinet. Wanneer het vormen van een meerderheidskabinet niet mogelijk blijkt of, wat vaker voorkomt, een coalitiepartij haar steun aan de regering opzegt, wordt de zittende regering een minderheidskabinet. Om haar plannen en programma voort te kunnen zetten is de regering in een dergelijke situatie afhankelijk van gedoogsteun buiten de coalitie. Gedoogsteun wordt doorgaans geleverd door partijen die ideologische of programmatische overeenkomsten hebben met een of meerdere coalitiepartijen. Soms kan overeenstemming met betrekking tot of het belang van de doelstellingen van de regering aanleiding geven voor een oppositiepartij om gedoogsteun te geven aan een regering. Omdat afhankelijkheid van gedoogsteun de stabiliteit van de regering ondermijnt en het uitvoeren van plannen lastig maakt, is het gebruikelijk dat een kabinet zijn ontslag indient en demissionair wordt. Demissionaire kabinetten zijn beperkt in hun bevoegdheden en mogen slechts lopende zaken afhandelen die niet controversieel zijn. Ook moet een demissionair kabinet nieuwe verkiezingen uitschrijven. Hierdoor wordt de afhankelijkheid van een kabinet op gedoogsteun sterk verminderd.

Gedoogsteun in de Nederlandse politiek

Nederland heeft een traditie van meerderheidskabinetten. Bij minderheidskabinetten gaat het meestal om een ongebruikelijke situatie die is ontstaan na het (gedeeltelijk) uiteenvallen van een coalitie, waarna dan de overgebleven partijen als rompkabinet of demissionair kabinet doorgaan. Een rompkabinet kan in tegenstelling tot een demissionair kabinet wel beleid maken, maar is daarvoor altijd afhankelijk van gedoogsteun uit de Tweede Kamer. In de recente parlementaire geschiedenis was het kabinet-Balkenende III een voorbeeld van zo'n minderheidskabinet. Het kabinet volgde het kabinet-Balkenende II op dat was gestrand op het integratiebeleid en commotie rond Ayaan Hirsi Ali. Balkenende III had als missie het doorvoeren van de begroting voor 2007 en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen in november. Voor het uitvoeren van de resterende plannen was dit kabinet afhankelijk van gedoogsteun van wisselende meerderheden in de Tweede Kamer. Partijen die gedoogsteun leverden aan Balkenende-III waren onder andere de LPF, de ChristenUnie, de SGP en, in mindere mate, D66.

Tijdens de formatie in 2002 gaf Gerrit Zalm aan dat de VVD een eventueel minderheidskabinet bestaande uit het CDA en de LPF gedoogsteun zou willen verlenen.[1] Uiteindelijk besloot de VVD toch mee te werken aan de vorming van een meerderheidskabinet bestaande uit deze drie partijen en werd het Kabinet-Balkenende I gevormd.

Sinds 14 oktober 2010 heeft Nederland een 'gewoon' minderheidskabinet. Dit kabinet bestaat uit de VVD en het CDA, de PVV levert dit kabinet gedoogsteun. Bij deze opzet is er een combinatie van een regeerakkoord met een gedoogakkoord. Alle drie de partijen hebben het gedoogakkoord ondertekenend, maar alleen de VVD en het CDA hebben tevens hun handtekening onder het regeerakkoord gezet.

Gedoogsteun in andere landen

In andere landen, zoals Canada, Denemarken en Spanje, komen minderheidsregeringen vaker voor en zijn deze afhankelijk van gedoogsteun.

  • Canada - Het kabinet van Stephen Harper was tot 7 september 2008 een minderheidskabinet. Het was het langstzittende minderheidskabinet in de Canadese geschiedenis.
  • Denemarken - De Dansk Folkeparti leverde van 2001 tot 2011 gedoogsteun aan drie regeringscoalities, ten laatste de liberaal-conservatieve coalitie van Lars Løkke Rasmussen.
  • Spanje - Als de socialistische PSOE of de conservatieve PP niet de absolute meerderheid behaalt, vormt de grootste van de twee een minderheidsregering die met gedoogsteun van verschillende kleine partijen regeert.
  1. VVD wil minderheidskabinet CDA-LPF gedogen Nederlandse Grondwet, 21 mei 2002