Tankjager: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ eigen foto en kleine tekstuitbreiding
Regel 7: Regel 7:


==Ontwikkeling==
==Ontwikkeling==
De tankjager vindt zijn oorsprong in de [[Tweede Wereldoorlog]]. De Duitsers bliezen verouderde tanks nieuw leven in door ze om te bouwen tot gemechaniseerd geschut met een sterker kanon en noemden zulke voertuigen: ''Panzerjäger''. Later poogden ze op dezelfde wijze de kwaliteit van hun laatste tanks nog eens te vergroten en schiepen de klasse van de ''Jagdpanzer'', zoals de [[Jagdpanther]] en de [[Jagdtiger]].</br>
De Amerikanen daarentegen richten naast hun ''Tank Corps'' nog eens een apart ''Tank Destroyer Corps'' op, dat de exclusieve taak had Duitse tanks te jagen met een aantal speciale licht gepantserde, maar zwaar bewapende, tanks, waarvan - om hun aparte karakter goed duidelijk te maken - de koepels niet van een dak waren voorzien, zoals de [[M10 Wolverine]], de [[M36 Jackson|M36]] en de [[M18 Hellcat]].</br>
Een voorbeeld van een Engelse tankjager was de [[Archer (tank)|Archer]].
Beide ontwikkelingen worden samengevat onder de noemer: tankjager - vandaar de ingewikkelde definitie. Beide ontwikkelingen zijn ook zeer tijdgebonden: een Duits gebrek aan productiecapaciteit; een Amerikaanse vergissing om tanks niet met tanks te bestrijden.</br>


Na de oorlog doet de tankjager zich dan ook niet vaak meer voor, tenzij in even speciale omstandigheden. De Sovjet-Unie ontwikkelt de [[ASU-85]]: een luchtmobiel gemechaniseerd geschut voor haar luchtlandingstroepen. Oostenrijk bouwt de [[Kürassier]] want het is dat land bij het neutraliteitsverdrag van 1955 verboden antitankraketten te bezitten. Nederland gebruikt de [[AMX 13|AMX-13/105]] als zodanig en Duitsland bouwt de [[Jagdpanzer Kanone]] omdat het zulke goede ervaringen had met dat soort voertuigen. Dit laatste voertuig werd ook door België aangeschaft.
De tankjager vindt zijn oorsprong in de [[Tweede Wereldoorlog]]. De Duitsers bliezen verouderde tanks nieuw leven in door ze om te bouwen tot gemechaniseerd geschut met een sterker kanon en noemden zulke voertuigen: ''Panzerjäger''. Later poogden ze op dezelfde wijze de kwaliteit van hun laatste tanks nog eens te vergroten en schiepen de klasse van de ''Jagdpanzer'', zoals de [[Jagdpanther]] en de [[Jagdtiger]]. De Amerikanen daarentegen richten naast hun ''Tank Corps'' nog eens een apart ''Tank Destroyer Corps'' op, dat de exclusieve taak had Duitse tanks te jagen met een aantal speciale licht gepantserde, maar zwaar bewapende, tanks, waarvan - om hun aparte karakter goed duidelijk te maken - de koepels niet van een dak waren voorzien, zoals de [[M10 Wolverine]], de [[M36 Jackson|M36]] en de [[M18 Hellcat]].

Beide ontwikkelingen worden samengevat onder de noemer: tankjager - vandaar de ingewikkelde definitie. Beide ontwikkelingen zijn ook zeer tijdgebonden: een Duits gebrek aan productiecapaciteit; een Amerikaanse vergissing om tanks niet met tanks te bestrijden. Na de oorlog doet de tankjager zich dan ook niet vaak meer voor, tenzij in even speciale omstandigheden. De Sovjet-Unie ontwikkelt de [[ASU-85]]: een luchtmobiel gemechaniseerd geschut voor haar luchtlandingstroepen. Oostenrijk bouwt de [[Kürassier]] want het is dat land bij het neutraliteitsverdrag van 1955 verboden antitankraketten te bezitten. Nederland gebruikt de [[AMX-13|AMX-13/105]] als zodanig en Duitsland bouwt de [[Jagdpanzer Kanone]] omdat het zulke goede ervaringen had met dat soort voertuigen. Dit laatste voertuig werd ook door België aangeschaft.


[[categorie:Gevechtsvoertuig]]
[[categorie:Gevechtsvoertuig]]

Versie van 12 apr 2012 18:00

Een tankjager is een pantservoertuig met als hoofddoel het bestrijden van vijandelijke tanks, terwijl het zelf lichter gepantserd is dan die tanks; of een gemechaniseerd geschut dat juist even zo zwaar is als die tanks dan wel zwaarder is. Een tankjager is een antitankvoertuig.

Bovenstaande ingewikkelde definitie kan ook andersom geformuleerd worden: een tankjager is een gemechaniseerd geschut; maar als het een licht pantservoertuig is, mag het ook een tank zijn.

De Jagdpanther
De M36; de "koepel" is open aan de bovenzijde
M10 Wolverine

Ontwikkeling

De tankjager vindt zijn oorsprong in de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers bliezen verouderde tanks nieuw leven in door ze om te bouwen tot gemechaniseerd geschut met een sterker kanon en noemden zulke voertuigen: Panzerjäger. Later poogden ze op dezelfde wijze de kwaliteit van hun laatste tanks nog eens te vergroten en schiepen de klasse van de Jagdpanzer, zoals de Jagdpanther en de Jagdtiger.
De Amerikanen daarentegen richten naast hun Tank Corps nog eens een apart Tank Destroyer Corps op, dat de exclusieve taak had Duitse tanks te jagen met een aantal speciale licht gepantserde, maar zwaar bewapende, tanks, waarvan - om hun aparte karakter goed duidelijk te maken - de koepels niet van een dak waren voorzien, zoals de M10 Wolverine, de M36 en de M18 Hellcat.
Een voorbeeld van een Engelse tankjager was de Archer. Beide ontwikkelingen worden samengevat onder de noemer: tankjager - vandaar de ingewikkelde definitie. Beide ontwikkelingen zijn ook zeer tijdgebonden: een Duits gebrek aan productiecapaciteit; een Amerikaanse vergissing om tanks niet met tanks te bestrijden.

Na de oorlog doet de tankjager zich dan ook niet vaak meer voor, tenzij in even speciale omstandigheden. De Sovjet-Unie ontwikkelt de ASU-85: een luchtmobiel gemechaniseerd geschut voor haar luchtlandingstroepen. Oostenrijk bouwt de Kürassier want het is dat land bij het neutraliteitsverdrag van 1955 verboden antitankraketten te bezitten. Nederland gebruikt de AMX-13/105 als zodanig en Duitsland bouwt de Jagdpanzer Kanone omdat het zulke goede ervaringen had met dat soort voertuigen. Dit laatste voertuig werd ook door België aangeschaft.