Linkerventrikel: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RibotBOT (overleg | bijdragen)
WikitanvirBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.1) (Robot: toegevoegd: fa:بطن چپ
Regel 29: Regel 29:
[[es:Ventrículo izquierdo]]
[[es:Ventrículo izquierdo]]
[[eu:Ezkerreko bentrikulu]]
[[eu:Ezkerreko bentrikulu]]
[[fa:بطن چپ]]
[[it:Ventricolo sinistro]]
[[it:Ventricolo sinistro]]
[[ja:左心室]]
[[ja:左心室]]

Versie van 21 apr 2012 19:19

1. Rechter atrium (boezem)
2. Linker atrium (boezem)
3. Bovenste holle ader
4. Aorta
5. Longslagader
6. Vier longaders
7. Mitralisklep
8. Aortaklep
9. Linkerventrikel (kamer)
10. Rechterventrikel (kamer)
11. Onderste holle ader
12. Tricuspidalisklep
13. Pulmonalisklep

De linkerventrikel of linker kamer is één van de vier holten in het hart. Het hart heeft twee boezems (atria) en twee kamers (ventrikels). De linkerkamer zuigt tijdens de diastole zuurstofrijk bloed aan uit de longaders, dat via de linkerboezem en de mitralisklep de ventrikel bereikt, en pompt het dan via de aortaklep en de aorta naar de weefsels, waarbij een flinke bloeddruk opgebouwd wordt.

Voorzijde van hart en longen.
Onderzijde van het hart.
Doorsnede door linker boezem (atrium) en linkerkamer (ventrikel)

Bouw

De linkerventrikel is langwerpiger dan de kamer, en meer kegelvormig. Op dwarse doorsnede is de vorm wat ovaal, bijna rond. De linkerkamer vormt maar een klein van de voorste wand van het hart, dat tegen het borstbeen ligt, maar een groot deel van de onderkant, die op het middenrif ligt, en van de hartpunt. De linkerventrikel pompt met veel hogere drukken dan de rechter, en daarom is de wand drie tot zes keer zo dik en gespierd als rechts, wat laat zien dat de druk (120 mg = 16kPa) ook ongeveer zes keer zo hoog is als rechts.

Functie

Wil iemand een goede gezondheid hebben, dan moet de linkerventrikel:

  • (a) snel relaxeren (verslappen) na de contractie (samentrekking) en zich snel weer vullen met zuurstofrijk bloed uit de longen; met andere woorden, een goede diastolische relaxatie en vulling hebben.
  • (b) snel en krachtig samentrekken en daardoor het meeste bloed de aorta in pompen en daarbij de hoge druk in de aorta overwinnen; dit heet systolische contractie en ejectie.
  • (c) in staat zijn om onder invloed van het zenuwstelsel de pompcapaciteit (hart-minuut-volume) aan te passen.

Bron

  • Engelse Wikipedia, september 2010