Eifelaquaduct: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
JRB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 32: Regel 32:
[[Categorie:Romeins aquaduct]]
[[Categorie:Romeins aquaduct]]
[[Categorie:Romeinen in Duitsland]]
[[Categorie:Romeinen in Duitsland]]
[[Categorie:Germania Inferior]]


{{Link FA|de}}
{{Link FA|de}}

Versie van 9 dec 2012 14:58

Traject van het aquaduct

Het Eifelaquaduct of Aquaeductus Arduennus is een Romeins aquaduct van het Duitse Eifelgebied naar Keulen. Er zijn nog veel overblijfselen van het aquaduct. Hierlangs werd de Römerkanal-Wanderweg aangelegd, 100 km van Nettersheim naar Keulen.

Geschiedenis

Het aquaduct werd gebouwd in 80 na Chr. Hiervoor werd Keulen bevoorraad via het Vorgebirge aquaduct. Dat voldeed echter niet door de groei van de stad en de droogte in de zomer. Samen hadden beide aquaducten een capaciteit van 20.000 m3 per dag. Het bleef in gebruik tot 260, toen de Germanen binnenvielen. Het aquaduct werd vernield en verviel. Daarna werd het Vorgebirge aquaduct gebruikt. De bouwmaterialen van het aquaduct werden gebruikt voor nieuwe middeleeuwse gebouwen, zoals de stadsmuur rond Rheinbach. De kalklaag die in de loop der eeuwen was ontstaan werd gebruikt als marmerachtig bouwmateriaal voor de zuilen in de abdijkerken van Siegburg, Bad Münstereifel en de Abdij Maria Laach.

Traject

Het water is afkomstig van vier verschillende gebieden:

Deze liggen 95 km van Keulen af, maar met alle uitbreidingen meegeteld is het aquaduct 130 km lang. Deze waterleiding was een van de langste van het Romeinse Rijk. Via een 10 m hoge brug kwam het water in de stad terecht, vanwaar het werd verdeeld naar de fonteinen, badhuizen en riolering.

Verloop

Het Eifelaquaduct had zijn oorsprong in de omgeving van Nettersheim in de vallei van de Urft bij de Grüner Putz, waar zij het water uit een bron opnam. Als puur zwaartekrachtaquaduct moest met zo goed mogelijk gebruik maken van het natuurlijk verval. Men volgde het dal van de Urft tot Kall om daar de waterscheiding tussen Maas en Rijn te overwinnen. De toenmalige Romeinse ingenieurs hadden hier in het terrein een plaats geïdentificeerd, waar men deze waterscheiding kon overwinnen zonder gebruik te hoeven maken van tunnels of pijpleidingen. Aansluitend verliep het traject parallel aan de noordelijke hellingen van de Eifel. De Erft werd bij Euskirchen-Kreuzweingarten overgestoken en tussen Rheinbach en Meckenheim stak het Eifelaquaduct de Swist over door middel van een bakstenen boogbrug. Daarna passeerde het aquaduct in de Kottenforst bij Buschhoven, ten noordwesten van Bonn, de hoogten van het Vorgebirge. Deze hindernissen eenmaal genomen liep het aquaduct via Brühl en Hürth naar Keulen. In zoverre de onderweg aangetroffen bronnen voldeden aan de eisen die de Romeinse aan waterkwaliteit en kwantiteit stelden, werden deze bronnen op het aquaduct aangesloten.

Constructie

Gereconstrueerd gedeelte bij Vussem

Alle bouwmaterialen kwamen uit de omgeving. De constructie getuigt van de vaardigheden van de Romeinse ingenieurs. Het zou zo lang mogelijk ondergronds lopen, tegen eventueel invallende Germanen en bevriezing. Bruggen werden enkel gebouwd om valleien over te steken. Overblijfselen van een 1,4 kilometer lange brug liggen bij Rheinbach en een van 70 meter bij Mechernich. Een gedeelte van de brug bij Vussem is gereconstrueerd. Het aquaduct had van binnen een breedte van 70 cm en een hoogte van 1 meter.

De constructie is van beton en stenen die een gebogen overkapping vormen. De buitenkant van het aquaduct werd beplakt met een roodachtig mengsel genaamd opus signinum, dat bestaat uit kalk en gemalen baksteen, om vuil water buiten te houden. Om ook grondwater buiten te houden, werden er op sommige plaatsen langs het aquaduct drainagekanalen aangelegd.

Literatuur

  • Klaus Grewe, Der Römerkanal-Wanderweg. Ein archäologischer Wanderführer (Düren, 1988).

Externe links

  • Vici.org Interactieve kaart met het volledige tracé van het Eifelaquaduct