Manteldieren: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: ar:بخاخة البحر
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: ceb:Urochordata
Regel 50: Regel 50:
[[bs:Plaštaši]]
[[bs:Plaštaši]]
[[ca:Urocordat]]
[[ca:Urocordat]]
[[ceb:Urochordata]]
[[cs:Pláštěnci]]
[[cs:Pláštěnci]]
[[da:Sækdyr]]
[[da:Sækdyr]]

Versie van 19 feb 2013 07:16

Manteldieren
Botrylloides leachi
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Onderstam
Tunicata
Lamarck, 1816
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Manteldieren op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Manteldieren (onderstam Tunicata of Urochordata) zijn een groep in zee levende dieren die tot de Deuterostomia behoren.

Verwantschap

Ze worden meestal tot de stam van de chordadieren (Chordata) gerekend, samen met de schedellozen (Cephalochordata) en de gewervelden (Vertebrata), maar genetische analyses geven slechts zwakke statistische steun te zien voor de monofylie van de chordadieren. Daarom worden ze bijvoorbeeld door Zeng & Swalla (2005) als een aparte stam gezien.

Aan de volwassen dieren is die verwantschap met vissen of vogels niet te zien. Zij lijken oppervlakkig eerder op een zeeanemoon. Net als deze zijn ze sessiel, dat wil zeggen dat zij zich met hun voet op een rots of andere stevige ondergrond vastgezet hebben. Manteldieren zijn zakvormige dieren omgeven door een laag cellulose. Zij hebben in tegenstelling tot zeeanemonen niet een maar twee buisvormige openingen, een in- en een uitstroomopening, waardoor water door de lichaamsholte gepompt wordt. Er zijn solitaire en kolonievormende manteldieren. Ze hebben gespecialiseerde organen zoals maag, darm en hart.

Manteldieren zijn filtervoeders. Met de mondopening zuigen ze water naar binnen, dat vervolgens in de kieuwkorf van voedseldeeltjes wordt ontdaan. De voedseldeeltjes komen in het darmkanaal terecht, het water gaat via het atrium (hart) terug naar buiten. Ook de lancetvisjes filteren voedseldeeltjes uit het water.

De larve van een manteldier zwemt vrij rond en lijkt vrij veel op de primitiefste vormen van de Cephalochordata. Men vermoedt dat de lancetvisjes zich uit een manteldier-achtige voorouder ontwikkeld hebben die is opgehouden in volwassen vorm over te gaan. De larven hebben een primitieve ruggengraat.

Taxonomie

Er zijn in totaal circa 2760[1] soorten manteldieren, waarvan in Nederland 13 soorten zakpijpen (Ascidiacea) en 3 soorten mantelvisjes (Appendicularia) zijn vastgesteld.

De onderstam omvat de volgende klassen: