Vorstendom Palts-Sulzbach (1615-1791): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox territorium in het Heilige Roomse Rijk
{{Infobox territorium in het Heilige Roomse Rijk
| Naam in Landstaal =Fürstentum Pfalz-Sulzbach {{de}}
| Naam in Landstaal =Fürstentum Pfalz-Sulzbach {{de}}
| Status =Tot [[1656]] onder soevereiniteit van [[Vorstendom Palts-Neuburg|Palts-Neuburg]]
| Status =Tot [[1656]] onder ''[[landeshoheit]]'' van [[Vorstendom Palts-Neuburg|Palts-Neuburg]]
| Voor1 =Vorstendom Palts-Neuburg
| Voor1 =Vorstendom Palts-Neuburg
| Vlag_Voor1 =
| Vlag_Voor1 =
Regel 8: Regel 8:
| Vlag_Na1 =
| Vlag_Na1 =
| Naam_Na1 =
| Naam_Na1 =
| Jaar van ontstaan =1615
| Jaar van ontstaan =1614
| Jaar van afloop =1791
| Jaar van afloop =1791
| Vlag =
| Vlag =
Regel 34: Regel 34:
Het '''vorstendom Palts-Sulzbach''' ([[Duits]]: ''Fürstentum Pfalz-Sulzbach'') was een relatief klein land in het [[Heilige Roomse Rijk]]. Het vorstendom werd geregeerd door het [[Huis Palts-Sulzbach]], een zijlinie van het [[Huis Wittelsbach]].
Het '''vorstendom Palts-Sulzbach''' ([[Duits]]: ''Fürstentum Pfalz-Sulzbach'') was een relatief klein land in het [[Heilige Roomse Rijk]]. Het vorstendom werd geregeerd door het [[Huis Palts-Sulzbach]], een zijlinie van het [[Huis Wittelsbach]].


Palts-Sulzbach ontstond in [[1615]], na de verdeling van het [[vorstendom Palts-Neuburg]] onder de drie zonen van paltsgraaf [[Filips Lodewijk van Palts-Neuburg|Filips Lodewijk]]. Officieel bleef Palts-Sulzbach onderdeel van het vorstendom Palts-Neuburg. In [[1656]] werd Palts-Sulzbach volledig zelfstandig. De laatste vorst van Sulzbach, [[Karel Theodoor van Beieren|Karel Theodoor]], erfde in [[1742]] [[Paltsgraafschap aan de Rijn|de Palts]] en in [[1777]] ook het [[Keurvorstendom Beieren]]. In [[1791]] werd de zelfstandige regering in Sulzbach opgeheven.
Palts-Sulzbach ontstond in [[1614]], na de verdeling van het [[vorstendom Palts-Neuburg]] onder de drie zonen van paltsgraaf [[Filips Lodewijk van Palts-Neuburg|Filips Lodewijk]]. Officieel bleef Palts-Sulzbach onderdeel van het vorstendom Palts-Neuburg. In [[1656]] werd Palts-Sulzbach volledig zelfstandig. De laatste vorst van Sulzbach, [[Karel Theodoor van Beieren|Karel Theodoor]], erfde in [[1742]] [[Paltsgraafschap aan de Rijn|de Palts]] en in [[1777]] ook het [[Keurvorstendom Beieren]]. In [[1791]] werd de zelfstandige regering in Sulzbach opgeheven.


Het vorstendom Palts-Sulzbach bestond uit een aantal verspreide gebieden in de [[Opper-Palts]]. De belangrijkste steden in het gebied waren de hoofdstad [[Sulzbach-Rosenberg|Sulzbach]] en [[Weiden in der Oberpfalz|Weiden]]. Het vorstendom kreeg in [[1697]] een zetel in de [[Beierse Kreits]].
Het vorstendom Palts-Sulzbach bestond uit een aantal verspreide gebieden in de [[Opper-Palts]]. De belangrijkste steden in het gebied waren de hoofdstad [[Sulzbach-Rosenberg|Sulzbach]] en [[Weiden in der Oberpfalz|Weiden]]. Het vorstendom kreeg in [[1697]] een zetel in de [[Beierse Kreits]].
Regel 54: Regel 54:
<!---
<!---
==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
In [[1614]] stierf [[Filips Lodewijk van Palts-Neuburg|Filips Lodewijk]] van Neuburg. Als oudste zoon erfde [[Wolfgang Willem van Palts-Neuburg|Wolfgang Willem]] het vorstendom Palts-Neuburg en de [[Nederrijn (Duitse regio)|Nederrijnse]] hertogdommen [[Hertogdom Gulik|Gulik]] en [[Hertogdom Berg|Berg]]. Na een lange strijd met zijn jongere broers stond Wolfgang Willem in [[1615]] een deel van Palts-Neuburg aan hen af. [[August van Palts-Sulzbach|August]] kreeg Sulzbach, [[Johan Frederik van Palts-Hiltpoltstein|Johan Frederik]] kreeg [[Palts-Hiltpoltstein|Hiltpoltstein]]. De twee nieuwe vorstendommen waren niet volledig zelfstandig: de ''[[landeshoheit]]'' of territoriale soevereiniteit bleef bij Palts-Neuburg. De twee vorstendommen waren dan ook niet vertegenwoordigd bij in de [[Beierse Kreits]] of op de [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]].

Wolfgang Willem had zich in [[1613]] bekeerd tot het Rooms-katholicisme. Zijn broers waren echter Lutheraans gebleven. Vanaf [[1627]], tijdens de [[Dertigjarige Oorlog]], voerde Wolfgang Willem ondanks protesten van zijn broer de [[contrareformatie]] door in Palts-Sulzbach. Alleen in de hofkerk van Sulzbach bleef de Lutheraanse dienst toegestaan. August trad tijdens de oorlog in dienst van het Zweedse leger, dat in [[1630]] in Duitsland binnengevallen was. August stierf in [[1632]] en werd opgevolgd door zijn zoon, [[Christiaan August van Palts-Sulzbach|Christiaan August]].

==Bestuur==
==Bestuur==
===Staten===
===Staten===
Regel 59: Regel 63:
==Cultuur==
==Cultuur==
==Religie==
==Religie==

==Territorium==
==Territorium==
Het vorstendom Palts-Neuburg bestond uit vier niet aaneengesloten gebieden in de Opper-Palts, in het huidige [[Beieren|Beierse]] ''[[Regierungsbezirk Oberpfalz]]''. In het westen grensde het aan de [[Rijksstad Neurenberg]] en in het oosten aan het [[Koninkrijk Bohemen]]. Het [[Prinsbisdom Bamberg|Bambergse]] Amt [[Vilseck]] lag ingeklemd tussen het Amt Sulzbach en het Amt Parkstein-Weiden.
Het vorstendom Palts-Sulzbach bestond uit vier niet aaneengesloten gebieden in de Opper-Palts, in het huidige [[Beieren|Beierse]] ''[[Regierungsbezirk Oberpfalz]]''. In het westen grensde het aan de [[Rijksstad Neurenberg]] en in het oosten aan het [[Koninkrijk Bohemen]]. Het [[Prinsbisdom Bamberg|Bambergse]] Amt [[Vilseck]] lag ingeklemd tussen het Amt Sulzbach en het Amt Parkstein-Weiden.


Bij de oprichting bestond het vorstendom uit drie ''ämter'' ([[Sulzbach-Rosenberg|Sulzbach]], [[Flossenbürg (gemeente)|Flossenbürg]] en [[Vohenstrauß]]) en de helft van het [[Condominium (staatsvorm)|tweeherige]] [[amt Parkstein-Weiden]]. De andere helft van Parkstein-Weiden stond onder bestuur van Palts-Neuburg. In [[1765]] droeg de vorst van Palts-Neuburg het pleegambten [[Pleystein]] en zijn rechten in Parkstein-Weiden over aan Palts-Sulzbach.
Bij de oprichting bestond het vorstendom uit drie ''ämter'' ([[Sulzbach-Rosenberg|Sulzbach]], [[Flossenbürg (gemeente)|Flossenbürg]] en [[Vohenstrauß]]) en de helft van het [[Condominium (staatsvorm)|condominium]] [[amt Parkstein-Weiden|Parkstein-Weiden]]. De andere helft van Parkstein-Weiden stond onder bestuur van Palts-Neuburg. In [[1714]] droeg de vorst van Palts-Neuburg zijn rechten in Parkstein-Weiden over aan Palts-Sulzbach, waarmee een einde aan gedeelde bestuur over het gebied kwam. In [[1765]] werd het vorstendom voor het laatst uitgebreid, toen Palts-Neuburg het het ''pflegamt'' [[Pleystein]] aan Palts-Sulzbach afstond.
--->
--->
==Heersers==
==Heersers==

Versie van 24 feb 2013 00:26

Fürstentum Pfalz-Sulzbach (de)
Land in het Heilige Roomse Rijk Wapen Heilige Roomse Rijk
Tot 1656 onder landeshoheit van Palts-Neuburg

 Vorstendom Palts-Neuburg 1614 – 1791 Vorstendom Palts-Neuburg 
Symbolen
(Details)
Algemene gegevens
Hoofdstad Sulzbach
Oppervlakte 1100 km² (~ 1800)[1]
Bevolking 31.170 (1802)
Talen Duitse dialecten
Religie Lutheranisme, Rooms-katholicisme, Jodendom
Politieke gegevens
Dynastie Huis Palts-Sulzbach
Kreits Beierse Kreits

Het vorstendom Palts-Sulzbach (Duits: Fürstentum Pfalz-Sulzbach) was een relatief klein land in het Heilige Roomse Rijk. Het vorstendom werd geregeerd door het Huis Palts-Sulzbach, een zijlinie van het Huis Wittelsbach.

Palts-Sulzbach ontstond in 1614, na de verdeling van het vorstendom Palts-Neuburg onder de drie zonen van paltsgraaf Filips Lodewijk. Officieel bleef Palts-Sulzbach onderdeel van het vorstendom Palts-Neuburg. In 1656 werd Palts-Sulzbach volledig zelfstandig. De laatste vorst van Sulzbach, Karel Theodoor, erfde in 1742 de Palts en in 1777 ook het Keurvorstendom Beieren. In 1791 werd de zelfstandige regering in Sulzbach opgeheven.

Het vorstendom Palts-Sulzbach bestond uit een aantal verspreide gebieden in de Opper-Palts. De belangrijkste steden in het gebied waren de hoofdstad Sulzbach en Weiden. Het vorstendom kreeg in 1697 een zetel in de Beierse Kreits.

De eerste tak Palts-Sulzbach (1569-1604)

In het testament van paltsgraaf Wolfgang van Palts-Zweibrücken uit 1568 werd het vorstendom Neuburg toegewezen aan zijn oudste zoon Filips Lodewijk. Deze kreeg echter de verplichting twee van zijn broers te voorzien van gebied in zijn vorstendom. Deze gebieden werden niet zelfstandig, maar bleven deel uit maken van het vorstendom Neuburg. Philips Lodewijk moest aan zijn broer Otto Hendrik overdragen het slot, het landgerecht en de stad Sulzbach en verder het verpande ambt en landgerecht Hilpoltstein en Allersperg. Toen zijn vader Wolfgang van Palts-Zweibrücken in 1569 overleed, was Otto Hendrik van Palts-Sulzbach twaalf jaar oud. Hij overleed in 1604 zonder nakomelingen zodat zijn bezittingen weer herenigd werden met het vorstendom Neuburg.

De tweede tak Palts-Sulzbach (1614-1799)

Na de dood van Philips Lodewijk van Palts-Neuburg in 1614 werd het vorstendom opnieuw verdeeld:

  • Wolfgang Willem kreeg Neuburg (uitgestorven in 1742)
  • August kreeg Sulzbach (uitgestorven in 1799)
  • Johan Frederik kreeg Hilpoltstein (uitgestorven in 1644)

De samenstelling van het vorstendom was niet identiek aan die van 1569. August bleef luthers, terwijl zijn oudere broer te Neuburg tot het katholicisme overging. De paltsgraaf had sinds 1697 een zetel in de Beierse Kreits, maar niet in de Rijksdag. In 1656 ging de paltsgraaf tot het katholicisme over, waarna het vorstendom volledig onafhankelijk kon worden van Palts-Neuburg.

Na het uitsterven van de keurvorsten van de Palts in 1742 erfde de paltsgraaf van Sulzbach het keurvorstendom, het hertogdom Berg, het hertogdom Gulik en het vorstendom Palts-Neuburg. De stemmen van Palts-Neuburg en Palts-Sulzbach in de Beierse Kreits werden herenigd. Na het uitsterven van de keurvorsten van Beieren in 1777 werd de paltsgraaf van Sulzbach keurvorst van Palts-Beieren. Het afzonderlijke bestuur van het vorstendom Sulzbach werd in 1790 opgeheven en het gebied viel daarna onder het bestuur te Amberg. Het hertogdom Palts-Sulzbach ging samen met het hertogdom Palst-Neuburg in 1808 volledig op in het Koninkrijk Beieren.

Heersers

Bronnen

  1. Peter H. Wilson (2004): From Reich to Revolution, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 365.