Sibylla van Jeruzalem: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox dynastie |
{{Infobox dynastie |
||
| afbeelding = Sibyla.jpg |
| afbeelding = Sibyla.jpg |
||
| afbeeldingbreedte = |
| afbeeldingbreedte = 160px |
||
| naam = Sibylla van Jeruzalem |
| naam = Sibylla van Jeruzalem |
||
| leven = 1160-1190 |
| leven = 1160-1190 |
||
Regel 19: | Regel 19: | ||
In de periode 1176-1186 was ze Gravin van Jaffa en Ashkolon en in 1186 werd ze koningin van Jeruzalem. Ze nam noodgedwongen de plaats van haar zoon, koning [[Boudewijn V van Jeruzalem|Boudewijn V]] in toen die vroegtijdig overleed. |
In de periode 1176-1186 was ze Gravin van Jaffa en Ashkolon en in 1186 werd ze koningin van Jeruzalem. Ze nam noodgedwongen de plaats van haar zoon, koning [[Boudewijn V van Jeruzalem|Boudewijn V]] in toen die vroegtijdig overleed. |
||
Haar grootmoeder [[Melisende van Jeruzalem]] had al bewezen, als vrouwelijk heerser succesvol te kunnen zijn. Ze werd grotendeels opgevoed door Yvette, de jongste zus van Melisende, die werkzaam was in het Sint-Lazarus klooster. |
Haar grootmoeder [[Melisende van Jeruzalem]] had al bewezen, als vrouwelijk heerser succesvol te kunnen zijn. Ze werd grotendeels opgevoed door [[Ioveta van Bethanië|Yvette]], de jongste zus van Melisende, die werkzaam was in het Sint-Lazarus klooster. |
||
==Levensloop== |
==Levensloop== |
||
Regel 31: | Regel 31: | ||
==Dood== |
==Dood== |
||
Gwijde (Guy) werd vrijgelaten uit zijn gevangenschap in Damascus in 1188, toen Saladin realiseerde dat hem terug laten keren naar het kruisvaarderskamp tweedracht kon zaaien en dat Guy een minder goede leider zou zijn waarvoor anderen hem voordien hielden. De Koningin sloot zich bij hem aan, toen ze naar Tyrus marcheerde in 1189, de enige stad in het Koninkrijk die nog in handen van de moslims was gevallen. Koenraad van Montferato, de broer van Sibylla's eerste man Willem, had de defensie van de stad in handen genomen, echter liet hij het koppel de stad niet binnen en weigerde te erkennen dat Guy de rechtmatige eigenaar was van de resten van het Koninkrijk Jeruzalem en behield het als een eigen claim totdat de koningen uit Europa waren gekomen (volgens het testament van Boudewijn IV). Nadat er een maand buiten de stadswallen gebivakeerd was, volgde Sibylla haar man Guy, toen hij een voorhoede van een nieuw gearriveerd kruisvaardleger aanvoerde naar het moslim gelegerde Akko, met het streven om van die stad de nieuw zetel van het Koninkrijk te maken. Guy belegerde de stad voor twee jaar (zie- [[Beleg van Akko (1189-1191)]]. |
Gwijde (Guy) werd vrijgelaten uit zijn gevangenschap in [[Damascus]] in [[1188]], toen Saladin realiseerde dat hem terug laten keren naar het kruisvaarderskamp tweedracht kon zaaien en dat Guy een minder goede leider zou zijn waarvoor anderen hem voordien hielden. De Koningin sloot zich bij hem aan, toen ze naar [[Tyrus]] marcheerde in 1189, de enige stad in het Koninkrijk die nog niet in handen van de moslims was gevallen. Koenraad van Montferato, de broer van Sibylla's eerste man Willem, had de defensie van de stad in handen genomen, echter liet hij het koppel de stad niet binnen en weigerde te erkennen dat Guy de rechtmatige eigenaar was van de resten van het Koninkrijk Jeruzalem en behield het als een eigen claim totdat de koningen uit Europa waren gekomen (volgens het testament van Boudewijn IV). Nadat er een maand buiten de stadswallen gebivakeerd was, volgde Sibylla haar man Guy, toen hij een voorhoede van een nieuw gearriveerd kruisvaardleger (Derde Kruistocht) aanvoerde naar het moslim gelegerde Akko, met het streven om van die stad de nieuw zetel van het Koninkrijk te maken. Guy belegerde de stad voor twee jaar (zie- [[Beleg van Akko (1189-1191)]]. |
||
Daar gedurende de bezetting in juli of augustus, mogelijk 25 juli 1190, Sibylla overleed in een heersende epedemie in een militaire-tentenkamp net buiten de stad [[Akko (stad)|Akko]] de epedimie heerste als een vloek al spreidend over het kamp. Haar twee |
Daar gedurende de bezetting in juli of augustus, mogelijk [[25 juli]] [[1190]], Sibylla overleed in een heersende epedemie in een militaire-tentenkamp net buiten de stad [[Akko (stad)|Akko]] de epedimie heerste als een vloek al spreidend over het kamp. Haar twee dochters zouden dagen daarvoor al bezweken zijn aan deze epedimie. Akko werd daarna (eind juli 1191 veroverd door merendeels de strijdkrachten van Filip II van Frankrijk en Richard I van Engeland. |
||
Bernard Hamilton schreef; had Sibylla in meer vrediger tijden geleefd, had ze een veel grotere macht kunnen |
Bernard Hamilton schreef; ''had Sibylla in meer vrediger tijden geleefd, had ze een veel grotere macht kunnen uit-oefenen sinds haar man een groot deel daarvan naar zich toe trok, en door de veroveringstocht van Saladin haar machtsperiode naar een snel einde bracht''. Haar legale opvolger werd Isabella van Jeruzalem , die gedwongen werd tot een scheiding met Humfred IV van Toron en om daarna met Koenraad van Montferato te trouwen, maar Guy weigerde zijn kroon af te staan tot een verkiezing in 1192. |
||
==Fictie== |
==Fictie== |
Versie van 29 mrt 2013 17:26
Sibylla van Jeruzalem | ||
---|---|---|
1160-1190 | ||
Gravin van Jaffa en Ascalon | ||
Periode | 1176 - 1186 | |
Voorganger | Amalrik I (tot 1163) koninklijk domein | |
Opvolger | Godfried de Lusignan | |
Koningin van Jeruzalem samen met Guy de Lusignan | ||
Periode | 1186 - 1190 | |
Voorganger | Boudewijn V van Jeruzalem | |
Opvolger | Isabelle van Jeruzalem | |
Vader | Amalrik I van Jeruzalem | |
Moeder | Agnes van Courtenay |
Sibylla van Jeruzalem (?, 1160 - Tyrus, 25 juli 1190) was de dochter van Amalrik I van Jeruzalem en zijn eerste echtgenote Agnes van Courtenay. Ze was zo de zus van Boudewijn IV van Jeruzalem en tevens een halfzus van Isabella van Jeruzalem.
In de periode 1176-1186 was ze Gravin van Jaffa en Ashkolon en in 1186 werd ze koningin van Jeruzalem. Ze nam noodgedwongen de plaats van haar zoon, koning Boudewijn V in toen die vroegtijdig overleed.
Haar grootmoeder Melisende van Jeruzalem had al bewezen, als vrouwelijk heerser succesvol te kunnen zijn. Ze werd grotendeels opgevoed door Yvette, de jongste zus van Melisende, die werkzaam was in het Sint-Lazarus klooster.
Levensloop
Rond 1170 werd voor Sibylla een huwelijk gepland met Stephan I van Sancerre. Toen de jonge edelman kwam om te onderhandelen over een eventueel huwelijk, zag hij na enkele dagen om onduidelijke reden van het huwelijksvoorstel af en vertrok weer.
Een aantal jaren later trouwde ze met Willem van Monferrato Langzwaard, met wie ze een zoon kreeg: de toekomstige Boudewijn V. Ze kreeg de titel Gravin van Jaffa en Ashkelon toebedeeld van haar broer Boudewijn IV.
In 1177 overleed Willem Langzwaard. Ze trouwde in 1180 opnieuw, nu met Guy de Lusignan, met wie ze twee dochters kreeg. Boudewijn IV zou later spijt hebben gehad dit huwelijk te hebben goedgekeurd vanwege de politieke opvattingen van Guy de Lusignan. Na het overlijden van Boudewijn IV werd haar zoon Boudewijn V naar voren geschoven als koning van Jeruzalem, maar deze kwam een jaar later al op 9-jarige leeftijd te overlijden. Sibylla werd toen koningin met Guy als koning-consort. Haar rijk viel door onstabiliteit stuk voor stuk in handen van de moslims.
Na de Slag van Hattin probeerde ze de stad Jeruzalem te verdedigen tegen de troepen van Saladin. Toen de stad in moslimhanden viel, kreeg ze een vrijgeleide van Saladin om met haar dochters naar Tyrus te reizen.
Dood
Gwijde (Guy) werd vrijgelaten uit zijn gevangenschap in Damascus in 1188, toen Saladin realiseerde dat hem terug laten keren naar het kruisvaarderskamp tweedracht kon zaaien en dat Guy een minder goede leider zou zijn waarvoor anderen hem voordien hielden. De Koningin sloot zich bij hem aan, toen ze naar Tyrus marcheerde in 1189, de enige stad in het Koninkrijk die nog niet in handen van de moslims was gevallen. Koenraad van Montferato, de broer van Sibylla's eerste man Willem, had de defensie van de stad in handen genomen, echter liet hij het koppel de stad niet binnen en weigerde te erkennen dat Guy de rechtmatige eigenaar was van de resten van het Koninkrijk Jeruzalem en behield het als een eigen claim totdat de koningen uit Europa waren gekomen (volgens het testament van Boudewijn IV). Nadat er een maand buiten de stadswallen gebivakeerd was, volgde Sibylla haar man Guy, toen hij een voorhoede van een nieuw gearriveerd kruisvaardleger (Derde Kruistocht) aanvoerde naar het moslim gelegerde Akko, met het streven om van die stad de nieuw zetel van het Koninkrijk te maken. Guy belegerde de stad voor twee jaar (zie- Beleg van Akko (1189-1191).
Daar gedurende de bezetting in juli of augustus, mogelijk 25 juli 1190, Sibylla overleed in een heersende epedemie in een militaire-tentenkamp net buiten de stad Akko de epedimie heerste als een vloek al spreidend over het kamp. Haar twee dochters zouden dagen daarvoor al bezweken zijn aan deze epedimie. Akko werd daarna (eind juli 1191 veroverd door merendeels de strijdkrachten van Filip II van Frankrijk en Richard I van Engeland.
Bernard Hamilton schreef; had Sibylla in meer vrediger tijden geleefd, had ze een veel grotere macht kunnen uit-oefenen sinds haar man een groot deel daarvan naar zich toe trok, en door de veroveringstocht van Saladin haar machtsperiode naar een snel einde bracht. Haar legale opvolger werd Isabella van Jeruzalem , die gedwongen werd tot een scheiding met Humfred IV van Toron en om daarna met Koenraad van Montferato te trouwen, maar Guy weigerde zijn kroon af te staan tot een verkiezing in 1192.
Fictie
In de film Kingdom of Heaven uit 2005 wordt ze gespeeld door Eva Green. Ze beleeft een romance met Balian of Ibelin dat zich afspeelt in de periode voor de Derde Kruistocht. In werkelijkheid hebben de twee geen romance gehad, maar moeten ze elkaar wel gekend hebben. Balian was echter 20 jaar ouder dan Sibylla. Sybilla wordt ook in twee literaire werken neergezet, in Zofia Kossak-Szczucka (The Leper King) en in Graham Shelby (The Knights of Dark Renown) in beiden boeken wordt ze neergezet als een verwende, leeghoofdige maar manipulatieve schoonheid.
Bronnen
- Bernard Hamilton - Vrouwen in de Kruisvaardersstaten : De Koninginnen van Jeruzalem, 1978.
- Bernard Hamilton - De melaatse koning en zijn opvolgers, 2000.
- Steven Runciman: Geschichte der Kreuzzüge, 3. Auflage München 2001. ISBN 3-423-30175-9
- Charles Diehl, Figure bizantine, introduzione di Silvia Ronchey, 2007 (1927 originale), Einaudi, ISBN 978-88-06-19077-4