Vorstendom Anhalt-Plötzkau (1611-1665): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
link
linkfix
Regel 2: Regel 2:
'''Anhalt-Plötzkau''' was van [[1611]] tot [[1655]] een zijlinie van het vorstenhuis [[Huis Anhalt|Anhalt]].
'''Anhalt-Plötzkau''' was van [[1611]] tot [[1655]] een zijlinie van het vorstenhuis [[Huis Anhalt|Anhalt]].


Bij de verdeling van het [[vorstendom Anhalt]] in 1603 zag [[August van Anhalt-Plötzkau|August van Anhalt]] af van een eigen vorstendom. In 1611 stond zijn broer vorst [[Christiaan I van Anhalt-Bernburg|Christiaan van Anhalt-Bernburg]] het ambt [[Plötzkau]] aan hem af, de soevereiniteit bleef bij [[Anhalt-Bernburg]].
Bij de verdeling van het vorstendom in de regio [[Anhalt]] in 1603 zag [[August van Anhalt-Plötzkau|August van Anhalt]] af van een eigen vorstendom. In 1611 stond zijn broer vorst [[Christiaan I van Anhalt-Bernburg|Christiaan van Anhalt-Bernburg]] het ambt [[Plötzkau]] aan hem af, de soevereiniteit bleef bij [[Anhalt-Bernburg]].


Na het uitsterven van de vorsten van [[Anhalt-Köthen]] in 1665 viel dit land volgens eerdere familieverdragen toe aan de vorst van Anhalt-Plötzkau. Plötzkau zelf werd overgedragen aan [[Frederik van Anhalt-Harzgerode|Frederik van Anhalt-Bernburg-Harzgerode]]. Na het uitsterven van deze tak in 1709 kwam Plötzkau in het bezit van de vorsten van Anhalt-Bernburg.
Na het uitsterven van de vorsten van [[Anhalt-Köthen]] in 1665 viel dit land volgens eerdere familieverdragen toe aan de vorst van Anhalt-Plötzkau. Plötzkau zelf werd overgedragen aan [[Frederik van Anhalt-Harzgerode|Frederik van Anhalt-Bernburg-Harzgerode]]. Na het uitsterven van deze tak in 1709 kwam Plötzkau in het bezit van de vorsten van Anhalt-Bernburg.

Versie van 27 mei 2013 12:34

Anhalt-Plötzkau was van 1611 tot 1655 een zijlinie van het vorstenhuis Anhalt.

Bij de verdeling van het vorstendom in de regio Anhalt in 1603 zag August van Anhalt af van een eigen vorstendom. In 1611 stond zijn broer vorst Christiaan van Anhalt-Bernburg het ambt Plötzkau aan hem af, de soevereiniteit bleef bij Anhalt-Bernburg.

Na het uitsterven van de vorsten van Anhalt-Köthen in 1665 viel dit land volgens eerdere familieverdragen toe aan de vorst van Anhalt-Plötzkau. Plötzkau zelf werd overgedragen aan Frederik van Anhalt-Bernburg-Harzgerode. Na het uitsterven van deze tak in 1709 kwam Plötzkau in het bezit van de vorsten van Anhalt-Bernburg.