Zwemsport: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 25: Regel 25:


== Zwemcultuur per land ==
== Zwemcultuur per land ==
Nee
Ja
=== Zwemmen in Nederland ===
=== Zwemmen in Nederland ===
In [[Nederland]] wordt het zwemmen bij de nationale sportkoepel [[NOC*NSF]] vertegenwoordigd door de [[Koninklijke Nederlandse Zwembond|KNZB]], wie op zijn beurt weer vertegenwoordigd wordt door zogenaamde Kringen. Onder deze bond vallen alle zwemsporten.
In [[Nederland]] wordt het zwemmen bij de nationale sportkoepel [[NOC*NSF]] vertegenwoordigd door de [[Koninklijke Nederlandse Zwembond|KNZB]], wie op zijn beurt weer vertegenwoordigd wordt door zogenaamde Kringen. Onder deze bond vallen alle zwemsporten.

Versie van 29 mei 2013 14:59

Zwemmen
Megan Jendrick tijdens een zwemwedstrijd in 2007.
Algemene gegevens
Organisatie België: KBZB
Nederland: KNZB
Mondiaal: FINA
Start Oudheid
Type Ind. Sport/Teamsport
Categorie Duursport
Locatie Water
Olympisch 1896
Paralympisch 1960
Competities / Kampioenschappen
Kampioenschappen Nationaal:
BK
NK
Europees:
EK
Mondiaal:
Wereldbeker
WK
Olympische Spelen
Verwante sporten
Disciplines Rugslag
Schoolslag
Vlinderslag
Vrije slag
Wisselslag
Verwante sporten Openwaterzwemmen
Synchroonzwemmen
Schoonspringen
Triatlon
Vinzwemmen
Waterbasketbal
Waterpolo
Portaal  Portaalicoon   Sport

Zwemmen is een watersport waarbij de zwemmer zich door middel van arm- en beenbewegingen voortbeweegt in het water. Men onderscheidt recreatiezwemmen en wedstrijdzwemmen. Er zijn verschillende slagen waarmee men zich voortbeweegt: borstcrawl, schoolslag, rugslag en vlinderslag. Zwemmen wordt gezien als een zeer gezonde vorm van recreatie en lichaamsbeweging. Dit onder meer omdat vrijwel alle spieren van het lichaam gebruikt worden en, doordat het lichaam gedragen wordt door het water en er geen harde stootbewegingen zijn, de gewrichten niet zo zwaar belast worden als bij bijvoorbeeld hardlopen, wat de kans op blessures klein maakt. Deze eigenschap maakt zwemmen ook geschikt voor mensen met (fors) overgewicht, daar ze bij zwemmen, anders dan bij veel andere sporten, geen hinder ondervinden van hun lichaamsgewicht. De fysiotherapie maakt dankbaar gebruik van de eigenschappen van water voor het vergemakkelijken van therapeutische lichaamsoefeningen.

Zwemmen kan al op jonge leeftijd worden aangeleerd. Veel ouders nemen baby's en kleine kinderen al mee om te gaan zwemmen in een zwembad of recreatieplas. Er bestaat ook babyzwemmen en peuterzwemmen voor de jongste kinderen. Daarna gaan kinderen vaak naar zwemles.

Doorgaans is de motoriek van een kind rond het 6e of 7e levensjaar voldoende ontwikkeld. In Nederland is het schoolzwemmen, zwemles in schoolverband, veelal verplicht. Een leerling kan verschillende zwemdiploma's halen, waarbij naast een steeds langere afstand, nieuwe zwemslagen, duiken en zwemmend redden bijkomende onderdelen zijn. Nederland heeft hierdoor één van de hoogste percentages personen die kunnen zwemmen, waarbij dit op relatief jonge leeftijd wordt geleerd.

Training voor wedstrijdzwemmen wordt gegeven in zwemverenigingen. Een topzwemmer zal vaak al een jaar of tien trainen op techniek, snelheid, kracht en uithoudingsvermogen voordat internationaal goede resultaten worden behaald.

Recreatiezwemmen
Recreatiezwemmen
Competitiezwemmen: de Europese kampioenschappen zwemmen 2006 in Boedapest. Pieter van den Hoogenband (Ned) in baan 5

Zwemcultuur per land

Nee

Zwemmen in Nederland

In Nederland wordt het zwemmen bij de nationale sportkoepel NOC*NSF vertegenwoordigd door de KNZB, wie op zijn beurt weer vertegenwoordigd wordt door zogenaamde Kringen. Onder deze bond vallen alle zwemsporten.

Op de golven van de euforie van de Nederlandse zwemsuccessen bij de Olympische Spelen van Sydney (2000) ontstaan drie profploegen: in Eindhoven de Philips-zwemploeg van trainer-coach Jacco Verhaeren en boegbeeld Marleen Veldhuis, Topzwemmen Amsterdam (TZA) onder leiding van trainer-coach Fedor Hes en het Topzwemmen West-Nederland (TWN) in Dordrecht van trainer-coach Dick Bergsma.

Na de enigszins teleurstellend verlopen Olympische Spelen van Athene (2004) besluit de TZA-leiding het contract met Hes niet te verlengen, waarna deze zich met zijn zwemmers, onder wie Marleen Veldhuis en Thijs van Valkengoed, afsplitst en een eigen ploeg begint: Team Hes. Topzwemmen Amsterdam blijft bestaan met als trainer Martin Truijens. De twee teams zwemmen beide in het Sloterparkbad in Amsterdam. Team Hes vindt na een tijd een sponsor, Xlence. Deze blijft enige tijd aan het team verbonden, maar in april 2006 houdt Xlence op met het sponsoren. Het team gaat nu wederom sponsorloos verder.

Ondertussen is Jacco Verhaeren bezig om samen met de KNZB een geheel nieuwe topsportstructuur op te zetten. Hij wil twee topsportcentra in Nederland, één in Amsterdam (NZA) en één in Eindhoven (NZE). De structuur komt van de grond en begin 2007 zijn beide centra officieel van start gegaan.

Ondertussen zijn er nogal wat verschuivingen van zwemmers geweest. Marleen Veldhuis kiest er in augustus 2006 voor om bij NZE te gaan zwemmen en verlaat het Swimteam van Hes. Ook Inge Dekker heeft daarvoor al besloten bij Verhaeren te gaan trainen. Na Dekker en Veldhuis kiezen nog een aantal zwemmers voor Eindhoven. Bij de start van NZA worden zowel Hes als Truijens aangesteld als trainer. Dit gaat echter maar korte tijd goed en al in januari neemt Hes afscheid van NZA en gaat bij de bond werken.

Zwemmen in België

Zwemtechniek en -infrastructuur

Wedstrijdzwemmen

Wedstrijdzwemmen wordt beoefend in een 25-meter bad (kortebaan) en (voor grotere wedstrijden) een 50-meterbad (langebaan). Bij een zwemwedstrijd kunnen, afhankelijk van het aantal banen in een zwembad, meestal vijf (kortebaan) tot acht (langebaan) deelnemers tegelijk starten. De banen zijn gescheiden door drijvende lijnen, of de nieuwe strak boven het water gespannen lijnen die speciaal zijn ontworpen om zo min mogelijk golving in de andere banen te krijgen. Het zwembad moet bij de NK/EK/WK een minimum temperatuur van 26 graden Celsius hebben. Nog altijd worden start- en aankomsttijden met de hand geklokt. Tegenwoordig zijn er een beperkt aantal baden waar de tijden elektronisch worden gemeten door middel van sensoren, waarbij de thuisplaat moet worden aangetikt met de handen. Omdat dit ook nog wel eens verkeerd gaat, wordt ter controle ook nog met de hand geklokt. Ook zijn er zwembaden in Nederland met een semiautomatisch systeem; hierbij wordt er wel gecontroleerd op het begin, maar moet de eindtijd worden vastgesteld door een tijdwaarnemer. Het correct nemen van het keerpunt wordt meestal vastgesteld door een persoon die zich aan de andere kant van het bad bevindt (dit kan ook de tijdwaarnemer zijn) maar kan ook door middel van sensoren of met behulp van onderwatercamera's worden gecontroleerd.

Zwemtechniek

Bij het zwemmen is de techniek een ontzettend belangrijk doel. Enkele hoofdpunten zijn:

  • Stroomlijn (met een gestrekte houding in het water liggen)
  • Onderwaterfase met zo veel mogelijk water pakken door ongeveer 1 à 1.5 meter in het water te liggen, zo kan men boven en onder het lichaam evenveel water pakken, en daardoor sneller vooruit gaan.
  • Hoge elleboog. Bij de schoolslag en de borstcrawl kan men hiermee het meeste water pakken.

Grondvormen van wedstrijdzwemmen

Bij wedstrijdzwemmen komen de volgende categorieën voor:

In de categorie vrije slag mag de zwemmer zwemmen wat hij wil en hoe hij wil. In de praktijk gebruikt men meestal de borstcrawl omdat dit voor de meeste mensen de snelste slag is. De rugslag is de enige slag waarbij op de rug gezwommen mag worden. In de praktijk wordt hier vaak rugcrawl, enkelvoudige rugslag of samengestelde rugslag gezwommen.

De gebruikelijke afstanden zijn: 50, 100 en 200 meter. Bij de vrije slag ook de 400, 800 en 1500 meter. Daarnaast worden in Nederland bij het zogeheten 'open water' ook langere afstanden gezwommen zoals twee, drie, vijf en tien kilometer. Internationaal worden er zelfs marathons gezwommen van 12 tot 88 km (stroomafwaarts).

Naast de reeds genoemde grondvormen, bestaan er diverse variaties:

  • Individuele wisselslag: 100, 200 en 400 meter, waarbij een kwart van de afstand in elk van de vier zwemtechnieken door dezelfde zwemmer wordt gezwommen. De volgorde bij individuele wisselslag is vlinderslag, rugcrawl, schoolslag, vrije slag.
  • Wisselslagestafette: 4x50, 4x100 en 4x200 meter, waarbij vier zwemmers elk een kwart van de afstand met een andere zwemslag afleggen. De volgorde is rugslag, schoolslag, vlinderslag, vrije slag.

Bij de wisselslagestafette is de volgorde van de slagen anders. Deze is namelijk rugslag, schoolslag, vlinderslag en om af te sluiten vrije slag (de rug- komt vóór de schoolslag omdat het anders onmogelijk is te starten, bijvoorbeeld schoolslag aantikken en rugslag starten door een ander teamlid kan niet).

  • De olympische afstanden zijn de afstanden die worden gezwommen op de Olympische Spelen. De niet-olympische afstanden zijn de afstanden die op Wereldkampioenschappen en Europese Kampioenschappen worden afgelegd.

De stroke efficiency index is een maat voor de efficiëntie van de zwemslag. Deze index is de som van het aantal zwemslagen en de tijdsduur (in seconden) om 25 meter af te leggen. Hoe lager de index, hoe effectiever de zwemslag:

  • < 30 : excellent
  • 30-40 : zeer goed
  • 40-50 : beter dan gemiddeld
  • 50-70 : gemiddelde zwemmer
  • > 70 : slechter dan gemiddeld

Een alternatieve vorm van borstcrawl is "total immersion swimming". Dit is een aangepaste zwemslag, waarbij het doel is een grote efficiëntie te bereiken door het minimaliseren van de weerstand. Dit staat tegenover wedstrijdzwemmen waarbij het behalen van een zo hoog mogelijke snelheid van belang is. Omdat de benen weinig worden gebruikt, is deze techniek interessant voor tri-atleten.

Zwemkampioenschappen

Naast club- en districtskampioenschappen kent het wedstrijdzwemmen nationale, continentale en wereldkampioenschappen, zowel op de langebaan (50 meter) als de kortebaan (25 meter). Zwemmen is daarnaast een volwaardige Olympische sport, die sinds de allereerste editie (1896) op het Olympisch programma staat. Ook voor gehandicapten worden nationale, internationale en Olympische zwemkampioenschappen gehouden.

Nationale Wedstrijden

Per seizoen (lopend van september tot juni) wordt een groot aantal nationale wedstrijden afgewerkt. Ook worden in het zomerseizoen in het open water kampioenschappen gehouden. In een seizoen zijn er voor de oudere zwemmers (jongens vanaf 18 jaar, meisjes vanaf 16 jaar) 3 Nationale kampioenschappen in het bad. Er is een NK korte baan (25m bad), wat meestal wordt gehouden in december, een NK lange baan (50m bad), meestal in juni gehouden, maar soms naar voren wordt geplaatst en een NK sprint, eind juni of begin juli waarbij alleen de kortste afstanden worden gezwommen in een 25m bad. Om aan een NK deel te nemen, moeten limieten worden gehaald. Zodra een zwemmer daaraan voldoet, is hij of zij gerechtigd om deel te nemen. Tijdens de NK's zijn er per gezwommen afstand medailles te behalen in de volgende categorieën:

  • Heren Senioren
  • Dames Senioren
  • Heren Jeugd (17 en 18 jaar)
  • Dames Jeugd (15 en 16 jaar)

Ook zijn er nog medailles te behalen tijdens de estafettes, waarbij in clubverband tegen elkaar wordt gestreden.

Nationale Junioren Kampioenschappen

De jongere zwemmers, de zogenaamde junioren, strijden tegen elkaar voor het nationaal kampioenschap in andere wedstrijden, de nationale junioren kampioenschappen (NJK). Hiervan is ook een lange en een korte baan variant. De zwemmers strijden hier alleen tegen zwemmers die in hetzelfde jaar zijn geboren als zijzelf. De categorieën zijn:

  • Dames junioren 1 (11 en 12 jaar, deze categorie is pas januari 2007 aan de NJK toegevoegd)
  • Dames junioren 2 (13 jaar)
  • Dames junioren 3 (14 jaar)
  • Heren junioren 1 (13 jaar)
  • Heren junioren 2 (14 jaar)
  • Heren junioren 3 (15 jaar)
  • Heren junioren 4 (16 jaar)

Ook strijden deze zwemmers mee tijdens het NK sprint, dat op een ander weekend, veelal het weekend na de NJK lange baan, wordt gehouden.

Plaats van handeling bij de lange baan is bijvoorbeeld het Sloterparkbad in Amsterdam en het Tongelreep in Eindhoven, terwijl het NJK 2009 korte baan in Dordrecht is gehouden en de NK sprint 2009 in Alkmaar is gehouden.

Nationale Jaargangwedstrijden

De nationale jaargangfinales worden gehouden aan het einde van het zwemseizoen. Daar zwemmen de jongste zwemmers om het officieuze nationale kampioenschap in hun leeftijdsgroep. Het is geen officieel NK, omdat de KNZB er geen ondersteuning aan geeft. De wedstrijd wordt gehouden in Dordrecht en wordt gezwommen in het 50m bad. In januari/februari zijn er in Leiden ook altijd jaargangwedstrijden, wat geldt als het officieus kampioenschap korte baan. Voor deze wedstrijden gelden geen limieten, maar worden de beste 18 zwemmers van Nederland uitgenodigd.

Nationale zwemrecords

Nederlandse en Belgische records hebben een eigen pagina, meer nationale records zijn te vinden in de Categorie:Zwemrecord.

Belangrijkste internationale zwemtoernooien

Langebaan (50 meter)

Kortebaan (25 meter)

Internationale topzwemmers

Internationale zwemrecords

Voor een min of meer compleet overzicht van zwemrecords zie: Lijst van wereldrecords zwemmen

Limieten voor diverse kampioenschappen

Voor zo actueel mogelijke zwemtijden die gezwommen moeten worden voor bepaalde wedstrijden, zie:

Uit het zwemmen voortgekomen en aanverwante sporten

Zie ook

Externe links

  • Zwemkroniek.com Zwemnieuws site.
  • Zwemslagen.info, Overzicht 150 zwemslagen. Historisch-didactisch overzicht van 150 oude en minder bekende zwemslagen.
Zie de categorie Swimming van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Zoek zwemmen op in het WikiWoordenboek.