Renaissance van de twaalfde eeuw: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Definitie aangescherpt; paragraaf Kunst en Architectuur toegevoegd; Literatuur uitgebreid; kleine aanvullingen elders. Gallery + afbeeldingen toegevoegd.
aanvulling tekst, met name Literatuur + Kunst; herschikking afbeeldingen
Regel 3: Regel 3:
[[Bestand:Christ Pantocrator in the cupola.jpg|thumb|Mozaïek apsis, Capella Palatina, [[Palazzo dei Normanni]], [[Palermo (stad)|Palermo]] (ca 1160)]]
[[Bestand:Christ Pantocrator in the cupola.jpg|thumb|Mozaïek apsis, Capella Palatina, [[Palazzo dei Normanni]], [[Palermo (stad)|Palermo]] (ca 1160)]]
[[Bestand:Becket casket VandA M.66-1997 n02.jpg|thumb|Emaille uit [[Limoges]] (ca 1180-90)]]
[[Bestand:Becket casket VandA M.66-1997 n02.jpg|thumb|Emaille uit [[Limoges]] (ca 1180-90)]]
[[Bestand:12th-century painters - Gospels of Henry the Lion - WGA15928.jpg|thumb|Evangelarium [[Hendrik de Leeuw]] (12e eeuw)]]
De '''renaissance van de twaalfde eeuw''' was een culturele bloeiperiode tijdens de [[hoge middeleeuwen]] die gekenmerkt werd door veranderingen op velerlei gebied. Sociale, politieke en economische transformaties gingen samen met een intellectuele en artistieke heropleving, die sommige historici beschouwen als een nieuwe bloeitijd van de klassieke cultuur. Zowel de [[Karolingische renaissance]] als de renaissance van de twaalfde eeuw kunnen worden gezien als een voorafspiegeling van de [[Italiaanse renaissance]].
De '''renaissance van de twaalfde eeuw''' was een culturele bloeiperiode tijdens de [[hoge middeleeuwen]] die gekenmerkt werd door veranderingen op velerlei gebied. Sociale, politieke en economische transformaties gingen samen met een intellectuele en artistieke heropleving, die sommige historici beschouwen als een nieuwe bloeitijd van de klassieke cultuur. Zowel de [[Karolingische renaissance]] als de renaissance van de twaalfde eeuw kunnen worden gezien als een voorafspiegeling van de [[Italiaanse renaissance]].


== Historiografie ==
== Historiografie ==
De Amerikaanse kunsthistoricus [[Charles H. Haskins]] was de eerste die over deze periode als een 'renaissance' schreef, die volgens hem een aanvang nam omstreeks [[1070]]. In 1927 schreef hij: ''"... de 12e eeuw in Europa was in veel opzichten een periode van hernieuwde levenskracht. Dit tijdperk van de [[kruistochten]], de ontwikkeling van de steden en de vroegste bureaucratische staten van het westen beleefde het hoogtepunt van de [[romaanse kunst]] en het begin van de [[gotiek]], het verschijnen van [[literatuur]] in de volkstaal, de herleving van de Latijnse klassieken, de Latijnse poëzie en de Romeinse wet, de herontdekking van de Griekse wetenschap met zijn Arabische toevoegingen, de [[Griekse filosofie]], en de eerste [[universiteit]]en van Europa. De 12e eeuw zette zijn stempel op het hoger onderwijs, op de [[Scholastiek|scholastieke]] filosofie, op de Europese wetgeving, op [[architectuur]] en [[beeldhouwkunst]], op [[Latijn]] en op poëzie in de volkstaal..."''<ref>vertaald uit: Charles Homer Haskins. The Renaissance of the Twelfth Century. Cambridge: Harvard University Press, 1927. (p. viii - introduction).</ref>
De Amerikaanse kunsthistoricus [[Charles H. Haskins]] was de eerste die over deze periode als een 'renaissance' schreef die startte omstreeks [[1070]].
In 1927 schreef hij: ''"... de 12e eeuw in Europa was in veel opzichten een periode van hernieuwde levenskracht. Dit tijdperk van de [[kruistochten]], de ontwikkeling van de steden en de vroegste bureaucratische staten van het westen beleefde het hoogtepunt van de [[romaanse kunst]] en het begin van de [[gotiek]], het verschijnen van [[literatuur]] in de volkstaal, de herleving van de Latijnse klassieken, de Latijnse poëzie en de Romeinse wet, de herontdekking van de Griekse wetenschap met zijn Arabische toevoegingen, de [[Griekse filosofie]], en de eerste [[universiteit]]en van Europa. De 12e eeuw zette zijn stempel op het hoger onderwijs, op de [[Scholastiek|scholastieke]] filosofie, op de Europese wetgeving, op [[architectuur]] en [[beeldhouwkunst]], op [[Latijn]] en op poëzie in de volkstaal..."''<ref>vertaald uit: Charles Homer Haskins. The Renaissance of the Twelfth Century. Cambridge: Harvard University Press, 1927. (p. viii - introduction).</ref>


== Romeins recht ==
== Romeins recht ==
De hernieuwde bestudering van het [[Romeins recht]] te [[Bologna (stad)|Bologna]] wordt door sommige historici beschouwd als een significant verschijnsel dat de start gaf tot andere vernieuwingen in de 12e-eeuwse renaissance. in Bologna begon men immers de [[Pandecten]] of [[Digesten]] van keizer [[Justinianus I van Byzantium|Justinianus]] ([[527]]-[[565]]) te bestuderen en de eerste pogingen te doen om het recht dat men daarin aantrof toe te passen. Deze beweging leidde tot de traditie van het zogenaamde 'geleerde recht', waarvan ook heden ten dage de [[rechtsgeleerdheid]] nog steeds doordrongen is.
De hernieuwde bestudering van het [[Romeins recht]] te [[Bologna (stad)|Bologna]] wordt door sommige historici beschouwd als een significant verschijnsel dat de start gaf tot andere vernieuwingen in de 12e-eeuwse renaissance. Aan de [[Universiteit van Bologna]] (gesticht in 1088) begon men de ''Pandectae'' of [[Digesten]], het overzicht van Romeins recht onder keizer [[Justinianus I van Byzantium|Justinianus]] in de 6e eeuw bijeengebracht, te bestuderen en toe te passen. Deze beweging leidde tot de traditie van het zogenaamde 'geleerde recht', waarvan ook heden ten dage de [[rechtsgeleerdheid]] nog doordrongen is.


== Wetenschap ==
== Wetenschap ==
Regel 20: Regel 20:
Naast deze ontwikkeling ontstond in Frankrijk, in het bijzonder in [[Parijs]], een meer literaire en intellectuele renaissance. Er was sprake van een toenemende belangstelling voor de klassieke [[Latijnse literatuur]] en men begon die na te volgen. Sommige dichters slaagden er zelfs in zo goed klassiek Latijn na te bootsen dat vandaag de dag nog niet helemaal duidelijk is of hun verzen uit de twaalfde eeuw stammen of nog uit de Romeinse tijd.
Naast deze ontwikkeling ontstond in Frankrijk, in het bijzonder in [[Parijs]], een meer literaire en intellectuele renaissance. Er was sprake van een toenemende belangstelling voor de klassieke [[Latijnse literatuur]] en men begon die na te volgen. Sommige dichters slaagden er zelfs in zo goed klassiek Latijn na te bootsen dat vandaag de dag nog niet helemaal duidelijk is of hun verzen uit de twaalfde eeuw stammen of nog uit de Romeinse tijd.


Eén van de oudste werken in de Nederlandse literatuur is de [[Biografie|Vita]] van [[Servaas van Maastricht|Sint-Servaas]] van de Maaslandse dichter [[Hendrik van Veldeke]]. Veldeke schreef echter voornamelijk in het Hoogduits en verkeerde een groot deel van zijn leven aan het [[Landgraafschap Thüringen|Thüringse]] hof, waar [[Herman I van Thüringen]] rond 1200 een literatuur[[maecenas]] was voor onder andere [[Wolfram von Eschenbach]], [[Walther von der Vogelweide]] en Herbort von Fritzlar.
Eén van de oudste werken in de Nederlandse literatuur is de [[Biografie|Vita]] van [[Servaas van Maastricht|Sint-Servaas]] uit ca 1170 van de Maaslandse dichter [[Hendrik van Veldeke]]. Veldeke schreef echter voornamelijk in het Hoogduits en verkeerde een groot deel van zijn leven aan het [[Landgraafschap Thüringen|Thüringse]] hof, waar [[Herman I van Thüringen]] rond 1200 een literatuur[[maecenas]] was voor onder andere [[Wolfram von Eschenbach]], [[Walther von der Vogelweide]] en Herbort von Fritzlar. Andere [[minnezang]]ers uit het Duitse taalgebied waren [[Hartmann von Aue]], Albrecht von Johansdorf, Heinrich von Morungen, Reinmar von Hagenau, Friedrich von Hausen en [[Gottfried von Straßburg]]. In het Franse taalgebied werden de dichters-muzikanten [[troubadours]] genoemd. Bekende namen uit de 12e eeuw: [[Willem IX van Aquitanië|Willem van Aquitanië]], [[Cono van Béthune]], [[Giraut de Borneil]], [[Arnaut Daniel]], [[Blondel de Nesle]], [[Jaufré Rudel]], [[Raimbaut de Vaqueiras]] en [[Bernard de Ventadour]], en de [[Occitanië|Occitaanse]] ''trobairitzen'' (vrouwelijke troubadours) Iseut de Capio, Gormonda de Monpeslier, Tibors de Sarenom, Azalais de Porcairagues, Beatritz de Dia en Alamanda de Castelnau. In Engeland waren [[Lawrence of Durham]], Nigel de Longchamps en Gualterus Anglicus de voornaamste dichters. [[Willem van Malmesbury]] schreef een aantal historiografische werken. In Wales en Ierland bloeide de Keltische poëzie.


==Kunst en architectuur==
==Kunst en architectuur==
[[Bestand:12th-century painters - Gospels of Henry the Lion - WGA15928.jpg|thumb|150px|left|Evangelarium [[Hendrik de Leeuw]] (12e eeuw)]]
[[Bestand:MaastrichtNoodkist04.jpg|thumb|180px|left|[[Noodkist]] [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaaskerk]] (eind 12e eeuw)]]
[[Frankrijk]], [[Noord-Italië]] en [[Sicilië]] waren belangrijke cultuurcentra in de 12e eeuw. Frankrijk was het land waar in de 12e eeuw de zogenaamde ''[[Cisterciënzers]]tijl'' tot ontwikkeling kwam. De [[Kathedraal van Saint-Denis]] wordt gezien als het eerste bouwwerk waar de [[gotiek|gotische stijl]] tot wasdom kwam. In Zuid- en Midden-Frankrijk zijn een groot aantal romaanse kerken bewaard gebleven, zoals de kathedraal van [[Angoulême (stad)|Angoulême]], de [[Abdijkerk van Sainte-Foy]] in [[Conques]], de abdij van [[Moissac]], de kathedraal van [[Le Puy-en-Velay|Le Puy]], de [[Kathedraal van Autun]], de [[Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay]] en de [[Basilique Saint-Sernin de Toulouse|Basiliek van Toulouse]]. [[Limoges]] was eeuwenlang, maar met name in de 12e eeuw, hèt centrum van metaalbewerking en [[Email (glazuur)|emaillekunst]] in Frankrijk. In de Duitse kerkenbouw is een sterke invloed vanuit Italië ([[Como (stad)|Como]], [[Pavia (stad)|Pavia]]) aanwijsbaar in onder andere de [[Dom van Mainz]], de [[Dom van Spiers]], de [[Dom van Worms]] en het [[Munster van Bonn]]. Zuid-Italië en Sicilië ondergingen zelf sterk de invloed van de Arabisch-Islamitische cultuur, wat resulteerde in de [[Arabisch-Normandische kunststijl]]. Bekende kerken zijn de kathedralen van [[Messina (stad)|Messina]], [[Salerno (stad)|Salerno]] en [[Monreale]], de [[Kathedraal van Palermo]], de [[San Cataldo (Palermo)|San-Cataldokerk]] en de paltskapel van het [[Palazzo dei Normanni]] in [[Palermo (stad)|Palermo]]. Het verfijnde Sicolo-Arabische ivoorsnijwerk uit Sicilië werd naar heel Europa geëxporteerd.
[[Bestand:MaastrichtNoodkist04.jpg|thumb|[[Noodkist]] [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaaskerk]] (eind 12e eeuw)]]
[[Frankrijk]], [[Noord-Italië]] en [[Sicilië]] waren belangrijke cultuurcentra in de 12e eeuw. In Zuid- en Midden-Frankrijk zijn een groot aantal romaanse kerken bewaard gebleven, zoals de kathedraal van [[Angoulême (stad)|Angoulême]], de [[Abdijkerk van Sainte-Foy]] in [[Conques]], de abdij van [[Moissac]], de kathedraal van [[Le Puy-en-Velay|Le Puy]], de [[Kathedraal van Autun]], de [[Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay]] en de [[Basilique Saint-Sernin de Toulouse|Basiliek van Toulouse]]. [[Limoges]] was eeuwenlang, maar met name in de 12e eeuw, hèt centrum van metaalbewerking en [[Email (glazuur)|emaillekunst]] in Frankrijk. In de Duitse kerkenbouw is een sterke invloed vanuit Italië ([[Como (stad)|Como]], [[Pavia (stad)|Pavia]]) aanwijsbaar in onder andere de [[Dom van Mainz]], de [[Dom van Spiers]], de [[Dom van Worms]] en het [[Munster van Bonn]]. Zuid-Italië en Sicilië ondergingen zelf sterk de invloed van de Arabisch-Islamitische cultuur, wat resulteerde in de [[Arabisch-Normandische kunststijl]]. Bekende kerken zijn de kathedralen van [[Messina (stad)|Messina]], [[Salerno (stad)|Salerno]] en [[Monreale]], de [[Kathedraal van Palermo]], de [[San Cataldo (Palermo)|San-Cataldokerk]] en de paltskapel van het [[Palazzo dei Normanni]] in [[Palermo (stad)|Palermo]]. Het verfijnde Sicolo-Arabische ivoorsnijwerk uit Sicilië werd naar heel Europa geëxporteerd.


In Noordwest-Europa waren met name de stad [[Keulen (stad)|Keulen]] en het [[Prinsbisdom Luik]] belangrijke centra. De twaalf romaanse kerken van Keulen zijn beroemd: [[Sint-Severinuskerk (Keulen)|St. Severin]], [[Sint-Maria in Lyskirchen|St. Maria Lyskirchen]], [[Sint-Andreaskerk (Keulen)|Basilika St. Andreas]], [[Apostelenkerk (Keulen)|St. Aposteln]], [[Sint-Gereonskerk|St. Gereon]], [[Sint-Ursulakerk (Keulen)|St. Ursula]], [[Sint-Pantaleonkerk (Keulen)|St. Pantaleon]], [[Heilige Maria in het Capitool|St. Maria im Kapitol]], [[Grote Sint-Martinuskerk|Groß St. Martin]], [[Sint-Joriskerk (Keulen)|St. Georg]], [[Sint-Kunibertkerk (Keulen)|St. Kunibert]] en [[Sint-Ceciliakerk (Keulen)|St. Cäecilia]]. Van de vele romaanse kerken in het Prinsbisdom Luik kunnen genoemd worden: de [[Sint-Bartolomeüskerk (Luik)|Sint-Bartholomeüskerk]] in Luik, de [[Sint-Gertrudiskerk (Nijvel)|Sint-Gertrudiskerk]] in [[Nijvel]], de [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaas-]] en de [[Basiliek van Onze Lieve Vrouwe Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwebasiliek]] in [[Maastricht]] en de [[abdij Rolduc]] in [[Kerkrade]]. Maaslandse [[edelsmeedkunst|edelsmeden]] als [[Reinier van Hoei]], [[Hugo d'Oignies]] en [[Nicolaas van Verdun]] maakten wereldberoemde kunstwerken als het doopvont van de Bartholomeüskerk, de Barbarossa-kroonluchter, het Karelschrijn en het Mariaschrijn in [[Aken (stad)|Aken]], het [[Relikwieën van de Drie Koningen|Driekoningenschrijn]] in Keulen, de [[Noodkist]] van Sint-Servaas en talrijke andere schrijnen, [[reliekhouder]]s en [[Liturgisch vaatwerk (katholieke Kerk)|liturgische voorwerpen]]. In Maastricht was bovendien een belangrijk schilders- en beeldhouwersatelier gevestigd; Maastrichtse en Keulse schilders worden geroemd in [[Wolfram von Eschenbach]]'s [[Parzival]]<ref>Parzival, III, 158, 14-16 ([http://www2.fh-augsburg.de/~harsch/germanica/Chronologie/13Jh/Wolfram/wol_pa03.html online tekst]).</ref> en Maastrichtse 'metsen' (steenhouwers) waren actief in onder andere [[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[Bonn]], [[Sticht Essen|Essen]], tot in [[Eisenach]] aan toe.<ref>Zie onder andere E. den Hartog, ''Romanesque Sculpture in Maastricht'' (2002), p.327.</ref>
In Noordwest-Europa waren met name de stad [[Keulen (stad)|Keulen]] en het [[Prinsbisdom Luik]] belangrijke centra. De twaalf romaanse kerken van Keulen zijn beroemd: [[Sint-Severinuskerk (Keulen)|St. Severin]], [[Sint-Maria in Lyskirchen|St. Maria Lyskirchen]], [[Sint-Andreaskerk (Keulen)|Basilika St. Andreas]], [[Apostelenkerk (Keulen)|St. Aposteln]], [[Sint-Gereonskerk|St. Gereon]], [[Sint-Ursulakerk (Keulen)|St. Ursula]], [[Sint-Pantaleonkerk (Keulen)|St. Pantaleon]], [[Heilige Maria in het Capitool|St. Maria im Kapitol]], [[Grote Sint-Martinuskerk|Groß St. Martin]], [[Sint-Joriskerk (Keulen)|St. Georg]], [[Sint-Kunibertkerk (Keulen)|St. Kunibert]] en [[Sint-Ceciliakerk (Keulen)|St. Cäecilia]]. Van de vele romaanse kerken in het Prinsbisdom Luik kunnen genoemd worden: de [[Sint-Bartolomeüskerk (Luik)|Sint-Bartholomeüskerk]] in Luik, de [[Sint-Gertrudiskerk (Nijvel)|Sint-Gertrudiskerk]] in [[Nijvel]], de [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaas-]] en de [[Basiliek van Onze Lieve Vrouwe Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwebasiliek]] in [[Maastricht]] en de [[abdij Rolduc]] in [[Kerkrade]]. Maaslandse [[edelsmeedkunst|edelsmeden]] als [[Reinier van Hoei]], [[Hugo d'Oignies]] en [[Nicolaas van Verdun]] maakten wereldberoemde kunstwerken als het doopvont van de Bartholomeüskerk, de Barbarossa-kroonluchter, het Karelschrijn en het Mariaschrijn in [[Aken (stad)|Aken]], het [[Relikwieën van de Drie Koningen|Driekoningenschrijn]] in Keulen, de [[Noodkist]] van Sint-Servaas en talrijke andere schrijnen, [[reliekhouder]]s en [[Liturgisch vaatwerk (katholieke Kerk)|liturgische voorwerpen]]. In Maastricht was bovendien een belangrijk schilders- en beeldhouwersatelier gevestigd; Maastrichtse en Keulse schilders worden geroemd in [[Wolfram von Eschenbach]]'s [[Parzival]]<ref>Parzival, III, 158, 14-16 ([http://www2.fh-augsburg.de/~harsch/germanica/Chronologie/13Jh/Wolfram/wol_pa03.html online tekst]).</ref> en Maastrichtse 'metsen' (steenhouwers) waren actief in onder andere [[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[Bonn]], [[Sticht Essen|Essen]], tot in [[Eisenach]] aan toe.<ref>Zie onder andere E. den Hartog, ''Romanesque Sculpture in Maastricht'' (2002), p.327.</ref>

Versie van 10 jun 2013 20:33

Kruisgang Abdij van Moissac (1059-1131)
Crypte Kathedraal van Canterbury (begin 12e eeuw)
Mozaïek apsis, Capella Palatina, Palazzo dei Normanni, Palermo (ca 1160)
Emaille uit Limoges (ca 1180-90)
Evangelarium Hendrik de Leeuw (12e eeuw)

De renaissance van de twaalfde eeuw was een culturele bloeiperiode tijdens de hoge middeleeuwen die gekenmerkt werd door veranderingen op velerlei gebied. Sociale, politieke en economische transformaties gingen samen met een intellectuele en artistieke heropleving, die sommige historici beschouwen als een nieuwe bloeitijd van de klassieke cultuur. Zowel de Karolingische renaissance als de renaissance van de twaalfde eeuw kunnen worden gezien als een voorafspiegeling van de Italiaanse renaissance.

Historiografie

De Amerikaanse kunsthistoricus Charles H. Haskins was de eerste die over deze periode als een 'renaissance' schreef, die volgens hem een aanvang nam omstreeks 1070. In 1927 schreef hij: "... de 12e eeuw in Europa was in veel opzichten een periode van hernieuwde levenskracht. Dit tijdperk van de kruistochten, de ontwikkeling van de steden en de vroegste bureaucratische staten van het westen beleefde het hoogtepunt van de romaanse kunst en het begin van de gotiek, het verschijnen van literatuur in de volkstaal, de herleving van de Latijnse klassieken, de Latijnse poëzie en de Romeinse wet, de herontdekking van de Griekse wetenschap met zijn Arabische toevoegingen, de Griekse filosofie, en de eerste universiteiten van Europa. De 12e eeuw zette zijn stempel op het hoger onderwijs, op de scholastieke filosofie, op de Europese wetgeving, op architectuur en beeldhouwkunst, op Latijn en op poëzie in de volkstaal..."[1]

Romeins recht

De hernieuwde bestudering van het Romeins recht te Bologna wordt door sommige historici beschouwd als een significant verschijnsel dat de start gaf tot andere vernieuwingen in de 12e-eeuwse renaissance. Aan de Universiteit van Bologna (gesticht in 1088) begon men de Pandectae of Digesten, het overzicht van Romeins recht onder keizer Justinianus in de 6e eeuw bijeengebracht, te bestuderen en toe te passen. Deze beweging leidde tot de traditie van het zogenaamde 'geleerde recht', waarvan ook heden ten dage de rechtsgeleerdheid nog doordrongen is.

Wetenschap

Filosofisch en wetenschappelijk onderwijs in de vroege middeleeuwen was gebaseerd op enkele na de instorting van het West-Romeinse Rijk overgeleverde exemplaren en commentaren op oude Griekse teksten. Een groot deel van Europa had contact verloren met de kennis van het verleden. Dit scenario veranderde tijdens de renaissance van de 12e eeuw. De toegenomen contacten met de islamitische wereld in Spanje en Sicilië, de kruistochten, de Reconquista, evenals het intensief contact met Byzantium, stelden de Europeanen in de gelegenheid om werken van Griekse en islamitische filosofen te verzamelen en te vertalen. Vooral de werken van Aristoteles werden vertaald, evenals die van Euclides, Ptolemaeus, Plotinus, Geber, al-Khwarizmi, Rhazes, Abulcasis, Alhacen, Avicenna, Avempace, Averroës en anderen. De ontwikkeling van de middeleeuwse universiteiten was een grote stimulans en steun voor de studie, de vertaling en de verspreiding van deze klassieke teksten. Zij leverden een nieuwe infrastructuur die nodig was voor de wetenschappelijke gemeenschap. Middeleeuwse geleerden trachtten voornamelijk om de geometrische en harmonische principes te doorgronden waarmee hun God het universum had gecreëerd.

Aan het begin van de 13e eeuw waren er al redelijk accurate Latijnse vertalingen beschikbaar van een aantal belangrijke antieke auteurs, waardoor een vruchtbare transfer van wetenschappelijke ideeën mogelijk werd via universiteiten en kloosters. De kennis van natuurwetenschappen uit de klassieke teksten werd intussen uitgebreid door opmerkelijke scholastici zoals Robert Grosseteste, Roger Bacon, Albertus Magnus en Duns Scotus. De nadruk die iemand als Grosseteste legt op wiskunde als een manier om de natuur te doorgronden kan gezien worden als een voorloper van de wetenschappelijke methode. Hetzelfde kan gezegd worden van Roger Bacon die toen al (in zijn Opus Majus) het belang inzag van empirisch onderzoek.

Literatuur

Naast deze ontwikkeling ontstond in Frankrijk, in het bijzonder in Parijs, een meer literaire en intellectuele renaissance. Er was sprake van een toenemende belangstelling voor de klassieke Latijnse literatuur en men begon die na te volgen. Sommige dichters slaagden er zelfs in zo goed klassiek Latijn na te bootsen dat vandaag de dag nog niet helemaal duidelijk is of hun verzen uit de twaalfde eeuw stammen of nog uit de Romeinse tijd.

Eén van de oudste werken in de Nederlandse literatuur is de Vita van Sint-Servaas uit ca 1170 van de Maaslandse dichter Hendrik van Veldeke. Veldeke schreef echter voornamelijk in het Hoogduits en verkeerde een groot deel van zijn leven aan het Thüringse hof, waar Herman I van Thüringen rond 1200 een literatuurmaecenas was voor onder andere Wolfram von Eschenbach, Walther von der Vogelweide en Herbort von Fritzlar. Andere minnezangers uit het Duitse taalgebied waren Hartmann von Aue, Albrecht von Johansdorf, Heinrich von Morungen, Reinmar von Hagenau, Friedrich von Hausen en Gottfried von Straßburg. In het Franse taalgebied werden de dichters-muzikanten troubadours genoemd. Bekende namen uit de 12e eeuw: Willem van Aquitanië, Cono van Béthune, Giraut de Borneil, Arnaut Daniel, Blondel de Nesle, Jaufré Rudel, Raimbaut de Vaqueiras en Bernard de Ventadour, en de Occitaanse trobairitzen (vrouwelijke troubadours) Iseut de Capio, Gormonda de Monpeslier, Tibors de Sarenom, Azalais de Porcairagues, Beatritz de Dia en Alamanda de Castelnau. In Engeland waren Lawrence of Durham, Nigel de Longchamps en Gualterus Anglicus de voornaamste dichters. Willem van Malmesbury schreef een aantal historiografische werken. In Wales en Ierland bloeide de Keltische poëzie.

Kunst en architectuur

Noodkist Sint-Servaaskerk (eind 12e eeuw)

Frankrijk, Noord-Italië en Sicilië waren belangrijke cultuurcentra in de 12e eeuw. Frankrijk was het land waar in de 12e eeuw de zogenaamde Cisterciënzerstijl tot ontwikkeling kwam. De Kathedraal van Saint-Denis wordt gezien als het eerste bouwwerk waar de gotische stijl tot wasdom kwam. In Zuid- en Midden-Frankrijk zijn een groot aantal romaanse kerken bewaard gebleven, zoals de kathedraal van Angoulême, de Abdijkerk van Sainte-Foy in Conques, de abdij van Moissac, de kathedraal van Le Puy, de Kathedraal van Autun, de Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay en de Basiliek van Toulouse. Limoges was eeuwenlang, maar met name in de 12e eeuw, hèt centrum van metaalbewerking en emaillekunst in Frankrijk. In de Duitse kerkenbouw is een sterke invloed vanuit Italië (Como, Pavia) aanwijsbaar in onder andere de Dom van Mainz, de Dom van Spiers, de Dom van Worms en het Munster van Bonn. Zuid-Italië en Sicilië ondergingen zelf sterk de invloed van de Arabisch-Islamitische cultuur, wat resulteerde in de Arabisch-Normandische kunststijl. Bekende kerken zijn de kathedralen van Messina, Salerno en Monreale, de Kathedraal van Palermo, de San-Cataldokerk en de paltskapel van het Palazzo dei Normanni in Palermo. Het verfijnde Sicolo-Arabische ivoorsnijwerk uit Sicilië werd naar heel Europa geëxporteerd.

In Noordwest-Europa waren met name de stad Keulen en het Prinsbisdom Luik belangrijke centra. De twaalf romaanse kerken van Keulen zijn beroemd: St. Severin, St. Maria Lyskirchen, Basilika St. Andreas, St. Aposteln, St. Gereon, St. Ursula, St. Pantaleon, St. Maria im Kapitol, Groß St. Martin, St. Georg, St. Kunibert en St. Cäecilia. Van de vele romaanse kerken in het Prinsbisdom Luik kunnen genoemd worden: de Sint-Bartholomeüskerk in Luik, de Sint-Gertrudiskerk in Nijvel, de Sint-Servaas- en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht en de abdij Rolduc in Kerkrade. Maaslandse edelsmeden als Reinier van Hoei, Hugo d'Oignies en Nicolaas van Verdun maakten wereldberoemde kunstwerken als het doopvont van de Bartholomeüskerk, de Barbarossa-kroonluchter, het Karelschrijn en het Mariaschrijn in Aken, het Driekoningenschrijn in Keulen, de Noodkist van Sint-Servaas en talrijke andere schrijnen, reliekhouders en liturgische voorwerpen. In Maastricht was bovendien een belangrijk schilders- en beeldhouwersatelier gevestigd; Maastrichtse en Keulse schilders worden geroemd in Wolfram von Eschenbach's Parzival[2] en Maastrichtse 'metsen' (steenhouwers) waren actief in onder andere Utrecht, Bonn, Essen, tot in Eisenach aan toe.[3]

Veel kunstwerken en gebouwen uit de 12e eeuw zijn verloren gegaan, deels vanwege godsdiensttwisten (Beeldenstorm), oorlogen (Dertigjarige Oorlog, Tweede Wereldoorlog), revoluties (Franse Revolutie), deels vanwege vernieuwingsdrang. Machtige romaanse kathedralen als de Dom van Utrecht, de Dom van Keulen, de Sint-Lambertuskathedraal in Luik, de Kathedraal van Straatsburg en Westminster Abbey werden in de 13e, 14e of 15e eeuw vervangen door nóg impossantere gotische bouwwerken. Gouden en zilveren siervoorwerpen werden omgesmolten om nieuwe produkten aangepast aan de smaak van de tijd te kunnen maken. Rijkversierde manuscripten werden hergebruikt en muurschilderingen eenvoudigweg overgeschilderd. Het interieur van de Sint-Clemenskerk in Bonn-Schwarzrheindorf is een zeldzaam voorbeeld van 12e-eeuwse schilderkunst. De eeuwenlang dichtgemetselde St.-Gabriëlskapel in de Kathedraal van Canterbury geeft met haar schilderingen en rijkbewerkte kapitelen een indruk hoe de gehele kerk er ooit uitzag.

Zie ook