Mohammed Abu Abdallah: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
betere weergave van het schilderij
Regel 6: Regel 6:
Om zijn gezag meer prestige te geven viel hij [[Castilië]] binnen. Aanvankelijk lukte het hem om de [[christendom|Christenen]] ten oosten van [[Málaga (stad)|Málaga]] te verslaan. Kort daarop echter, in 1483, werd hij in [[Lucena (Spanje)|Lucena]] gevangengenomen. Zijn vader Muley kwam tijdelijk terug op de troon om vervolgens de macht over te dragen aan zijn broer Al Zagal of [[Abdullah ez Zagal]], de oom van Boabdil.
Om zijn gezag meer prestige te geven viel hij [[Castilië]] binnen. Aanvankelijk lukte het hem om de [[christendom|Christenen]] ten oosten van [[Málaga (stad)|Málaga]] te verslaan. Kort daarop echter, in 1483, werd hij in [[Lucena (Spanje)|Lucena]] gevangengenomen. Zijn vader Muley kwam tijdelijk terug op de troon om vervolgens de macht over te dragen aan zijn broer Al Zagal of [[Abdullah ez Zagal]], de oom van Boabdil.


[[Bestand:BoabdilFerdinandIsabella.jpg|240px|thumb|'''Overgave van Granada''' van F. Padilla. Links Boabdil en rechts [[Ferdinand II van Aragon|Ferdinand]] en [[Isabella I van Castilië|Isabella]]]]
[[Bestand:La rendición de Granada.jpg|thumb|''Overgave van Granada'' van F. Padilla. Links Boabdil en rechts [[Ferdinand II van Aragon|Ferdinand]] en [[Isabella I van Castilië|Isabella]]]]


Spoedig daarop werd Boabdil uit strategische overwegingen vrijgelaten. Hij keerde terug naar [[Granada (stad)|Granada]], maar Al Zagal weigerde om zijn machtspositie weer aan zijn neef af te staan. De daarop volgende jaren werd Granada verzwakt door een onderlinge machtsstrijd. In 1489 werd Boabdil opgeroepen om de stad over te geven; na diens weigering werd de stad belegerd. Uiteindelijk, op 2 januari 1492, viel de stad en vluchtte Boabdil naar Noord-Afrika. Daar zou hij in een gevecht met de heerser van Fez gedood zijn.
Spoedig daarop werd Boabdil uit strategische overwegingen vrijgelaten. Hij keerde terug naar [[Granada (stad)|Granada]], maar Al Zagal weigerde om zijn machtspositie weer aan zijn neef af te staan. De daaropvolgende jaren werd Granada verzwakt door een onderlinge machtsstrijd. In 1489 werd Boabdil opgeroepen om de stad over te geven; na diens weigering werd de stad belegerd. Uiteindelijk, op 2 januari 1492, viel de stad en vluchtte Boabdil naar Noord-Afrika. Daar zou hij in een gevecht met de heerser van Fez gedood zijn.


De plek waar Boabdil een laatste blik geworpen zou hebben op Granada heet nog steeds ''el último suspiro del Moro'' ("de laatste zucht van de Moor"). Daarbij zou zijn moeder hem spottend hebben toegevoegd: "Huil als een vrouw om wat je als een man niet kon verdedigen." De bergpas zelf heet ''Puerto del Suspiro del Moro'' ("De pas van de zucht van de Moor").
De plek waar Boabdil een laatste blik geworpen zou hebben op Granada heet nog steeds ''el último suspiro del Moro'' ("de laatste zucht van de Moor"). Daarbij zou zijn moeder hem spottend hebben toegevoegd: "Huil als een vrouw om wat je als een man niet kon verdedigen." De bergpas zelf heet ''Puerto del Suspiro del Moro'' ("De pas van de zucht van de Moor").

Versie van 16 nov 2013 19:44

Mohammed XI Abu Abdallah (ca. 1459 - 1527) was de laatste Moorse koning van de dynastie van de Nasriden van het Koninkrijk Granada. Toen de Spaanse christenen zijn naam hoorden, en daar iets als Mojamed Boabd-la in verstonden, verbasterden ze zijn naam tot Boabdil. Hij werd ook El Chico ("de kleine") en El Zogoybi ("de ongelukkige") genoemd. Hij was de oudste zoon van Muley Hacén; ook de namen Muley Abdul Hassan en Abu al-Hasan 'Ali komen voor . Zijn moeder wordt Fátima, maar ook Ayesha genoemd.[bron?]

Biografie

De laatste jaren van het koninkrijk werden gekenmerkt door spanningen en confrontaties tussen de verschillende facties binnen het rijk. Boabdil werd door zijn moeder aangespoord om tegen zijn vader te rebelleren, vermoedelijk omdat ze op een zijspoor was gezet, toen haar man een nieuwe concubine nam. In 1482 riep Boabdil zich tot nieuwe koning uit. Zijn vader werd verdreven.

Om zijn gezag meer prestige te geven viel hij Castilië binnen. Aanvankelijk lukte het hem om de Christenen ten oosten van Málaga te verslaan. Kort daarop echter, in 1483, werd hij in Lucena gevangengenomen. Zijn vader Muley kwam tijdelijk terug op de troon om vervolgens de macht over te dragen aan zijn broer Al Zagal of Abdullah ez Zagal, de oom van Boabdil.

Overgave van Granada van F. Padilla. Links Boabdil en rechts Ferdinand en Isabella

Spoedig daarop werd Boabdil uit strategische overwegingen vrijgelaten. Hij keerde terug naar Granada, maar Al Zagal weigerde om zijn machtspositie weer aan zijn neef af te staan. De daaropvolgende jaren werd Granada verzwakt door een onderlinge machtsstrijd. In 1489 werd Boabdil opgeroepen om de stad over te geven; na diens weigering werd de stad belegerd. Uiteindelijk, op 2 januari 1492, viel de stad en vluchtte Boabdil naar Noord-Afrika. Daar zou hij in een gevecht met de heerser van Fez gedood zijn.

De plek waar Boabdil een laatste blik geworpen zou hebben op Granada heet nog steeds el último suspiro del Moro ("de laatste zucht van de Moor"). Daarbij zou zijn moeder hem spottend hebben toegevoegd: "Huil als een vrouw om wat je als een man niet kon verdedigen." De bergpas zelf heet Puerto del Suspiro del Moro ("De pas van de zucht van de Moor").