Coördinatentransformatie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 7: Regel 7:
* Draaiing: Hierbij wordt het gehele systeem om de oorsprong over gehele hoek gedraaid. De richting van de beide stelsels zullen afwijken. Om de beide [[kaartnoorden]]s van twee systemen met elkaar te laten samenvallen, moet een van de systemen gedraaid worden over de hoek tussen de beide kaartnoordens.
* Draaiing: Hierbij wordt het gehele systeem om de oorsprong over gehele hoek gedraaid. De richting van de beide stelsels zullen afwijken. Om de beide [[kaartnoorden]]s van twee systemen met elkaar te laten samenvallen, moet een van de systemen gedraaid worden over de hoek tussen de beide kaartnoordens.


Tegenwoordig wordt bijna altijd direct in het landelijke stelsel gemeten (in Nederland in [[Rijksdriehoekscoördinaten]]), zodat voor kleine metingen geen transformatie hoeft te worden toegepast.
Tegenwoordig wordt bijna altijd direct in het landelijke stelsel gemeten (in Nederland in [[Rijksdriehoekscoördinaten]]), zodat voor kleine metingen geen transformatie hoeft te worden toegepast. Voor transformaties tussen nationale en regionale coördinatensystemen zijn vaak officieel vastgestelde transformaties beschikbaar.


==Wiskunde==
==Wiskunde==

Versie van 27 nov 2013 23:05

Een coördinatentransformatie is een methode om van een object de coördinaten in het ene coördinatensysteem om te rekenen naar de coördinaten in een ander systeem.

Landmeetkunde

In de landmeetkunde past men coördinatentransformaties toe die gelijkvormigheidstransformatie genoemd worden. Daarbij blijft de vorm van een object behouden, slechts de schaal wordt mogelijk veranderd. Een dergelijke gelijkvormigheidstransformatie kan men opgebouwd denken uit drie speciale coördinatentransformaties: verschaling, verschuiving en draaiing. De volgorde van deze drie operaties is willekeurig te kiezen, maar dit heeft wel gevolgen voor de waarden van de parameters.

  • Verschaling: Hierbij wordt slechts de schaal aangepast; de oorsprong van beide systemen zijn gelijk en de richting van het object wordt niet veranderd. In de landmeetkunde kunnen (kleine) verschillen bestaan in de gemeten lengtes in het ene systeem ten opzichte van het andere. Een bepaalde afstand kan bijvoorbeeld in het ene systeem (A) 100 m bedragen en in het andere (B) 101 m blijken te zijn. In zo'n geval worden de lengtes van systeem A met 1,01 worden vermenigvuldigd om ze in overeenstemming met systeem B te brengen.
  • Verschuiving: Hierbij wordt het gehele systeem over een vaste afstand verschoven. De oorsprongen van beide systemen zullen niet hetzelfde zijn. Zo werd vroeger vaak gemeten in een gemeentelijk stelsel waarbij de hoogste kerktoren als nulpunt fungeerde. Om het in overeenstemming te brengen met een landelijk stelsel, moet het verschil tussen de beide nulpuntcoördinaten bij het gemeentelijke stelsel worden opgeteld.
  • Draaiing: Hierbij wordt het gehele systeem om de oorsprong over gehele hoek gedraaid. De richting van de beide stelsels zullen afwijken. Om de beide kaartnoordens van twee systemen met elkaar te laten samenvallen, moet een van de systemen gedraaid worden over de hoek tussen de beide kaartnoordens.

Tegenwoordig wordt bijna altijd direct in het landelijke stelsel gemeten (in Nederland in Rijksdriehoekscoördinaten), zodat voor kleine metingen geen transformatie hoeft te worden toegepast. Voor transformaties tussen nationale en regionale coördinatensystemen zijn vaak officieel vastgestelde transformaties beschikbaar.

Wiskunde

Basistransformatie

Als bij een coördinatentransformatie in een vectorruimte de oorsprong van de beide coördinatensystemen dezelfde is, spreekt men in de lineaire algebra van een basistransformatie. De overgang van de ene op de andere basis wordt beschreven door een lineaire afbeelding die ook met coördinatentransformatie wordt aangeduid.