Trim (standregeling): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Siebrand (overleg | bijdragen)
+de -html
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5: Regel 5:
Zeilen vindt plaats doordat de wind onder een bepaalde hoek tegen het zeil aan blaast. Is deze hoek niet optimaal, dan ontstaan er allerlei wervelingen rond het zeil die een negatieve invloed hebben op de voortstuwende kracht op de boot.
Zeilen vindt plaats doordat de wind onder een bepaalde hoek tegen het zeil aan blaast. Is deze hoek niet optimaal, dan ontstaan er allerlei wervelingen rond het zeil die een negatieve invloed hebben op de voortstuwende kracht op de boot.


Bij een niet goed getrimd zeil kunnen achterlijk of voorlijk klapperen, of wordt het schio minder goed bestuurbaar. Dit kan opgelost worden door het zeil strakker of juist minder strak te zetten.
Bij een niet goed getrimd zeil kunnen achterlijk of voorlijk klapperen, of wordt het schip minder goed bestuurbaar. Dit kan opgelost worden door het zeil strakker of juist minder strak te zetten.


De trim kan worden aangepast door het aanhalen van de schoot (losser door het vieren van de schoot), de val, de onderlijkstrekker, de neerhaler of de halstalie.
De trim kan worden aangepast door het aanhalen van de schoot (losser door het vieren van de schoot), de val, de onderlijkstrekker, de neerhaler of de halstalie.

Versie van 26 mei 2006 12:31

Trimmen is een term uit de zeilvaart.

Trimmen is het stellen van de zeilen op een zodanig wijze dat de stand van het zeil optimaal is voor de combinate van de wind van het moment en de te varen koers.

Zeilen vindt plaats doordat de wind onder een bepaalde hoek tegen het zeil aan blaast. Is deze hoek niet optimaal, dan ontstaan er allerlei wervelingen rond het zeil die een negatieve invloed hebben op de voortstuwende kracht op de boot.

Bij een niet goed getrimd zeil kunnen achterlijk of voorlijk klapperen, of wordt het schip minder goed bestuurbaar. Dit kan opgelost worden door het zeil strakker of juist minder strak te zetten.

De trim kan worden aangepast door het aanhalen van de schoot (losser door het vieren van de schoot), de val, de onderlijkstrekker, de neerhaler of de halstalie.