Obligatie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Misbruikfilter: Schuttingtaal
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 213.126.4.218 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Wiki13
Regel 1: Regel 1:
{{Zijbalk effecten}}
{{Zijbalk effecten}}
Een '''obligatie''' is als je moeder de minister van financiën p-i-j-p-t. De minister doet dan een deepthroat en ramt z'n p-i-k-k-i-e recht door d'r strot. Meer info op beeg.com. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding.
Een '''obligatie''' is een verhandelbaar schuldbewijs voor een [[lening]] die door een [[overheid]], een onderneming of een instelling is aangegaan. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding.


Door giraal effectenverkeer is niet elke obligatie werkelijk in fysiek [[papier]] vertegenwoordigd. De oorspronkelijke vorm van een obligatie was echter wel een papier, dat overigens uit twee delen bestaat: de mantel en het [[couponblad]].
Door giraal effectenverkeer is niet elke obligatie werkelijk in fysiek [[papier]] vertegenwoordigd. De oorspronkelijke vorm van een obligatie was echter wel een papier, dat overigens uit twee delen bestaat: de mantel en het [[couponblad]].

Versie van 2 okt 2014 11:06

Financiële instrumenten

Effecten
Obligatie
EMTN
Commercial paper
Hybride effecten
Aandeel
ETF
Crypto

Derivaten
Warrant
Future
Optie
Exotische optie
Turbo

Bijzondere obligaties
Nulcouponobligatie
Inflatie-obligatie
Eeuwigdurende obligatie
Covered bond
Collateralized debt obligation

Informatie
Essentiële-informatiedocument

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding.

Door giraal effectenverkeer is niet elke obligatie werkelijk in fysiek papier vertegenwoordigd. De oorspronkelijke vorm van een obligatie was echter wel een papier, dat overigens uit twee delen bestaat: de mantel en het couponblad.

Een mantel is daarbij het werkelijke schuldbewijs, waarop staat aangegeven hoeveel de debiteur aan het eind van de looptijd, of bij eerdere afbetaling, zal betalen aan de bezitter van de obligatie. Verder vermeldt de mantel het te vergoeden rentepercentage en de gegevens van de debiteur.

Het tweede deel, het blad, is een verzameling van bonnetjes, de coupons. Deze coupons geven per rentevervaldatum (meestal jaarlijks) recht op een rentevergoeding over het geleende nominale bedrag van de obligatie. Soms wordt ook zonder fysieke obligatie de rente nog steeds couponrente genoemd en de betaling ervan couponbetaling, en worden couponkosten in rekening gebracht voor die uitbetaling.

Voor de belegger en de uitgever is een obligatie een alternatief voor een aandeel. Sommige obligaties zijn convertibel, dit betekent dat ze onder bepaalde voorwaarden uitwisselbaar zijn tegen aandelen (van dat bedrijf).

Notering en soorten obligaties

Obligaties worden geïdentificeerd via de ISIN code.

Obligaties noteren normaal gesproken in procenten. Afhankelijk van de algemene rentestand, de betrouwbaarheid van de uitgever, of de wisselkoers zal voor een obligatie meer of minder dan 100% van de hoofdsom moeten worden betaald (boven pari/onder pari). Als de algemene rente stijgt dan zal de koers van de obligatie dalen, aangezien de toekomstige kasstromen (die gelijk blijven) tegen een hogere rente verdisconteerd worden.

Er bestaat een grote variëteit aan soorten obligaties. De meest bekende keert een vaste rente uit over het nominale bedrag, maar er bestaan ook soorten die een deels of geheel variabele rente uitkeren, die eens in de zoveel tijd bepaald wordt. We hebben het dan over een 'obligatie met floating rate'.

Verder zijn er step-up bonds, waarvan de rente over de tijd stijgt. Ook geheel renteloze obligaties, de zogenaamde nulcouponobligaties, bullets of zerobonds zijn voorhanden. Dit soort obligatie wordt ver onder de 100 procent uitgegeven en groeit dan aan tot 100 procent waarde. Converteerbare obligaties hebben bepaalde optie aspecten.

Vaak heeft een obligatie een bepaalde looptijd. Er bestaan echter ook eeuwigdurende obligaties (perpetuals). Sommige obligaties zijn achtergesteld.

Voor het hoofdartikel over convertibles zie : Converteerbare obligatie

Convenanten en ratings

Aan obligaties zijn doorgaans convenanten verbonden. Dat zijn bepalingen die beperkingen of mogelijkheden kunnen opleggen aan de emittent. Zo is het mogelijk dat een convenant bepaalt dat de obligatie bij een bepaalde koers door de emittent kan worden teruggekocht (de obligatie is dan callable). Ook kan de emittent verplicht zijn in bepaalde gevallen (zoals een overname) de obligaties op te kopen.

Obligaties hebben een rating die een indicatie is van het risico dat de investeerder loopt dat de emittent niet aan zijn betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Ratings worden toegekend door de kredietbeoordelingsbureaus, zoals Moody's, Fitch en Standard & Poor's. Wanneer de rating van een obligatie heel laag komt te liggen, zoals bij Ahold na het boekhoudschandaal, is er sprake van een junk bond. Junk bonds werden in de jaren 80 berucht door de overnamepraktijken van onder anderen Michael Milken.

Handel in obligaties

Obligatie ter bekostiging van de aanleg van een spoorlijn in Rusland

Obligaties worden verhandeld op de obligatiemarkt, één van de twee belangrijkste deelmarkten van de kapitaalmarkt. In België bestaat de obligatiemarkt voornamelijk uit overheidsobligaties (vooral OLO's). De dominante aanwezigheid van de staat op de publieke schuldmarkt kan verklaard worden door de aanzienlijke financieringsbehoeften van de overheid. Gedurende de laatste jaren is deze financieringsbehoefte wel sterk afgenomen, onder meer onder invloed van de Maastrichtnormen en het Pact voor Stabiliteit en Groei, die een vermindering van de staatsschuld impliceerden.

Er wordt een minimale coupure (bedrag) vastgelegd (normaal een veelvoud van €1000). Voor particulieren zal dit bedrag beduidend lager zijn dan voor institutionele beleggers.

Op de primaire markt worden nieuwe obligaties uitgebracht via geselecteerde banken.

Ook via de secundaire markt kunnen obligaties tussentijds verhandeld worden. De verkoper heeft dringend cash nodig, of wil een andere investering doen. De koper heeft een overschot aan cash, en wil een belegging doen. Als gevolg van de roerende voorheffing is het niet interessant om obligaties te kopen lang na de vorige rentevervaldag omdat de koper de roerende voorheffing ten laste moet nemen op de verlopen intresten. Let er ook op dat minimum €25 commissieloon wordt betaald. Daardoor is het niet interessant om minder dan €10.000 te investeren.

Het kan interessant zijn om obligaties onder pari te kopen omdat dit potentieel een hogere opbrengst kan geven, maar meestal ook een verhoogd risico op niet terugbetaling op de vervaldag, of ook meer roerende voorheffing omdat de rentevoet hoger ligt.

Het kan ook interessant zijn om obligaties te kopen in vreemde munten op voorwaarde dat de munt laag aangekocht wordt en hoog kan verkocht worden. Het kan ook bijdragen tot het spreiden van het risico.

Om het netto rendement te bepalen moet dus rekening worden gehouden met heel veel parameters.

Roerende voorheffing

België

Het tarief van de roerende voorheffing op rente van obligaties is in België in het verleden verschillende keren gewijzigd.

Sinds 1 januari 2012 wordt er in principe door de overheid 21% roerende voorheffing afgehouden. Tot dan gold een algemeen tarief van 15%. Een uitzondering wordt gemaakt voor de overheidsobligaties uitgegeven in december 2011 waar nog steeds slechts 15% verschuldigd is. Als de begunstigde meer dan €20020 roerende inkomsten heeft wordt 25% afgehouden via de belastingsaangifte.

Vanaf 1 januari 2013 komt er een algemeen tarief van 25%, met als enige uitzondering de overheidsobligaties uitgegeven in december 2011, waar het tarief 15% blijft.

Zie ook