Persoonsvorm: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tekst vervangen door "tinkie is de beste van de stal gr rebecca"
Label: Misbruikfilter: Leeghalen
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 5.178.35.198 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Marrakech
Regel 1: Regel 1:
De '''persoonsvorm''' (''verbum finitum'') is in de [[Ontleding (grammatica)# Het systeem van ontleding#Redekundige ontleding|redekundige ontleding]] een vorm van het [[werkwoord]] die in [[persoon (taalkunde)|persoon]] en getal (enkelvoud ''vs.'' meervoud) met het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] overeenstemt en in een andere tijd kan worden overgebracht.
tinkie is de beste van de stal gr rebecca

De persoonsvorm is een onderdeel van het [[gezegde (taalkunde)|gezegde]]. Samen met het onderwerp vormt de persoonsvorm nog een [[syntaxis (taalkunde)|syntactische]] eenheid, de [[zinskern]].

Een [[hoofdzin]] en een niet-beknopte [[bijzin]] bevatten vrijwel altijd een persoonsvorm.

De persoonsvorm vind je <br />door de zin vragend te maken, waardoor de persoonsvorm vooraan komt te staan:
*Jij hebt hem nooit met rust gelaten.
:*<u>Heb</u> jij hem nooit met rust gelaten?
*Zij heeft een baaldag en blijft daarom vandaag thuis.
:*<u>Heeft</u> zij een baaldag en <u>blijft</u> zij/ze<ref>Merk in nevengeschikte vraagzinnen de herhaling van het onderwerp op.</ref> daarom vandaag thuis?
<br />of door de zin van tijd te wisselen,<ref>Gewoonlijk [[Onvoltooid tegenwoordige tijd|o.t.t.]] ↔ [[Onvoltooid verleden tijd|o.v.t.]]</ref> het gewijzigde woord is de persoonsvorm (nuttig bij bijzinnen, omdat er dan minstens twee persoonsvormen zijn):
*Hij vindt haar nogal eigenwijs.
:*Hij <u>vond</u> haar nogal eigenwijs.
*Maar ze zou grinniken, als hij het haar verweet.
:*Maar ze <u>zal</u> grinniken, als hij het haar <u>verwijt</u>.

== Zie ook ==
* [[Constituent (taalkunde)]]

{{Appendix|1=|2=
== Noten ==
{{References}}
}}
{{Navigatie redekundige ontleding}}

[[Categorie:Grammatica]]

Versie van 4 mrt 2015 10:15

De persoonsvorm (verbum finitum) is in de redekundige ontleding een vorm van het werkwoord die in persoon en getal (enkelvoud vs. meervoud) met het onderwerp overeenstemt en in een andere tijd kan worden overgebracht.

De persoonsvorm is een onderdeel van het gezegde. Samen met het onderwerp vormt de persoonsvorm nog een syntactische eenheid, de zinskern.

Een hoofdzin en een niet-beknopte bijzin bevatten vrijwel altijd een persoonsvorm.

De persoonsvorm vind je
door de zin vragend te maken, waardoor de persoonsvorm vooraan komt te staan:

  • Jij hebt hem nooit met rust gelaten.
  • Heb jij hem nooit met rust gelaten?
  • Zij heeft een baaldag en blijft daarom vandaag thuis.
  • Heeft zij een baaldag en blijft zij/ze[1] daarom vandaag thuis?


of door de zin van tijd te wisselen,[2] het gewijzigde woord is de persoonsvorm (nuttig bij bijzinnen, omdat er dan minstens twee persoonsvormen zijn):

  • Hij vindt haar nogal eigenwijs.
  • Hij vond haar nogal eigenwijs.
  • Maar ze zou grinniken, als hij het haar verweet.
  • Maar ze zal grinniken, als hij het haar verwijt.

Zie ook