Brandweer: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 67: Regel 67:
[[Afbeelding:2013-NL-Brandweer-1250.png|thumb|260px|Brandweerregio's met brandweerkazernes in Nederland, 2013]]
[[Afbeelding:2013-NL-Brandweer-1250.png|thumb|260px|Brandweerregio's met brandweerkazernes in Nederland, 2013]]


==Brandweer in Nederland==
==Brandweer in rusland==
{{zie ook|Zie ook [[Lijst van rangen bij de Nederlandse brandweer]]}}
{{zie ook|Zie ook [[Lijst van rangen bij de Nederlandse brandweer]]}}
===Wettelijke taken brandweer in Nederland===
===Wettelijke taken brandweer in Nederland===

Versie van 14 nov 2015 09:22

Voor de gelijknamige single, zie Brandweer (single).
Een grote brand in Canada, het (leegstaande) gebouw is verloren en de brandweer beschermt de naastgelegen kerk.
Brandweerlieden tijdens een oefening.
Nederlandse brandweerlieden tijdens een oefening in Sint Anthonis.

De brandweer is de instantie die zich bezighoudt met het redden van mens en dier en het voorkomen en bestrijden van brand en het verlenen van hulp bij ongevallen. Tot haar taken behoren ook voorlichting, controle op preventieve maatregelen, brandbestrijding en rampenbestrijding.

De Nederlandse brandweer beschikt over een wagenpark dat vuurrood van kleur is (kleurcode RAL 3000). Daarnaast zijn de voertuigen voorzien van BZK-striping (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), die in het leven is geroepen om de herkenbaarheid van de verschillende hulpverleningsdiensten te vergroten. De voertuigen van de brandweer zijn uitgerust met blauw zwaailicht en tweetonige hoorn.

Het wagenpark van de Belgische brandweer is eveneens rood (RAL 3020 of equivalent) en is voorzien van vergelijkbare BVV-striping.

De taak die brandweerlieden uitvoeren spreekt velen tot de verbeelding. Het maakt hen bij het ruime publiek zeer gerespecteerd. De maatschappelijke dienstverlening van de brandweer wordt door de bevolking gewaardeerd. Uitingen van respect en sympathie voor de brandweer vinden we vooral bij rampen, zoals de vuurwerkramp in Enschede, de aanslagen van de 11e september in New York of de gasexplosie van 30 juli 2004 te Ghislenghien.

Organisatie

De brandbestrijding is in Nederland en België van dochter

een taak van de gemeentebesturen. Dit is in Nederland dan ook vastgelegd in de Wet veiligheidsregio's (Wvr) van 2010. In België is dit vastgelegd in de wet op de Civiele Veiligheid van 15 mei 2007 die de wet van 1963 moet vervangen. Momenteel wordt de Belgische brandweer gestaag hervormd. Vrijwel alle gemeenten beschikken dan ook over een eigen brandweerkorps, waarvan de grootte afhankelijk is van de omvang en het brandrisico van de gemeente. Gemeentelijke brandweerkorpsen werken samen in "regionale brandweren" (groenland) of "brandweerzones" (België). Op deze manier kunnen ze bepaalde taken efficiënter uitvoeren. Regionale brandweren richten zich primair op de voorbereiding van de rampenbestrijding, en kunnen bij grote incidenten en rampen snel over voldoende mensen en middelen beschikken, door middel van een gemeenschappelijke meldkamer in Nederland of HC100 (hulpcentrum 100) in België.

In meerdere regio's zijn de gemeentelijke brandweertaken overgenomen door de regionale brandweer. Hiermee wordt een efficiëntere aansturing beoogd en kunnen meer taken gezamenlijk worden opgepakt.

Structuur

De brandweer heeft een strakke, hiërarchische commandostructuur. Dit stelt een brandweerkorps in staat om daadkrachtig en georganiseerd op te treden en samen te werken met andere brandweerkorpsen of met andere instanties zoals politie en ambulancedienst.

De overheidsbrandweer was voorheen per gemeente georganiseerd. Een gemeente had een afdeling brandweer die deze taak uitvoerde. Per 1 januari 2014 zijn alle brandweerkorpsen verplicht om in regionaal verband samen te werken. Deze verplichting komt voort uit de wet op de veiligheidsregio's. De brandweer wordt vanaf dan per veiligheidsregio georganiseerd en de brandweerlieden zijn dan in dienst van de veiligheidsregio. De gemeente heeft dan alleen nog een bestuurlijke taak en blijft verantwoordelijk voor de brandweerzorg. In diverse veiligheidsregio's is deze 'regionalisering' al een ficsie, anderen zijn druk bezig om dit te organiseren.

Alarmnummer

In Nederland en België, en het grootste deel van Europa is 112 het alarmnummer voor de hulpdiensten waaronder de brandweer.

De brandweerman/-vrouw

Lange tijd werd het brandweervak nagenoeg uitsluitend door mannen uitgeoefend. Vooral de laatste decennia is daar verandering in gekomen en maken ook vrouwen deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: vrijwilliger en beroeps.

Brandweerman/vrouw is een veeleisende werk, die een zeker risico inhoudt. Brandweerlieden moeten kunnen functioneren in extreme omstandigheden, een goede lichamelijke en geestelijke conditie is dus vereist. Sociale vaardigheden zijn belangrijk omdat men steeds in een groep werkt en in contact komt met de burger in diverse hoedanigheden (slachtoffer, hulpverlener, omstander, helper ect,) en andere hulpdiensten.

Om bij de brandweer te werken moet men vaak een ingangsproef afleggen. Een medische keuring maakt hier meestal deel van uit.

Brandweerkazerne van Winterswijk

Kazerne

De brandweer is nagenoeg altijd gevestigd in een brandweerkazerne. De grootte van dit gebouw is sterk afhankelijk van de grootte van het korps en de taken en specialismen die het korps heeft.

Materieel

Een tankautospuit, het werkpaard van de brandweer
Bestand:22-2351 HW Eindhoven - Centrum.JPG
Hoogwerker 22-2351 Eindhoven - Centrum

Materieel dat door de brandweer kan worden ingezet voor brandbestrijding en hulpverlening:

  • Vaartuig
  • Voertuigen
    • Tankautospuit (TAS) - Half Zware Autopomp of HAP in België - dit kan bijvoorbeeld hoge druk/lage druk, alleen hoge druk of alleen lage druk zijn
    • Schuimbluswagen (SB)
    • Crashtender (CT) op vliegvelden
    • Tankwagens (TW) of waterwagens
  • Ondersteunende voertuigen
  • Specialistische voertuigen (vaak maar niet altijd in beheer bij de Regionale brandweer)
    • Haakarmvoertuig met haakarmbakken (ontsmettingscontainer, ademluchtcontainer, verbindingscontainer, ... )
    • Snel Interventie Voertuig ook wel SIE of SIV genoemd. (of Engels: Rapid Intervention Vehicle) of SNAP (B)
    • Compressed Air/Foam System-voertuig
    • Tankwagens (TW) (In Nederland)
    • Personeel/materiaalwagen (PM)

In België, maar ook in Duitsland, beschikt de brandweer vaak ook over Ambulancevoertuigen.

Brandweerregio's met brandweerkazernes in Nederland, 2013

Brandweer in rusland

Wettelijke taken brandweer in Nederland

De taken van de brandweer zijn in het Europese deel van Nederland bepaald op grond van de Wet veiligheidsregio's:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Wet Veiligheidsregio's Artikel: 25 Omschrijving:

1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het waarschuwen van de bevolking;
d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.

De taken van de brandweer zijn op de BES-eilanden bepaald op grond van de Veiligheidswet BES:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Veiligheidswet BES Artikel: 27 Omschrijving:

(...)
2. Het brandweerkorps heeft in elk van de openbare lichamen in ieder geval tot taak:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
d. het adviseren van het bevoegd gezag op het gebied van brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.

De taken kunnen in de praktijk onderverdeeld worden in drie groepen:

Beroepsbrandweer in Nederland

Een item uit het bioscoopjournaal van 1 januari 1974 over het 100-jarig bestaan van de beroepsbrandweer in Amsterdam.

Beroepskorpsen vindt men alleen in grote steden of bijzondere gebieden zoals Europoort. Een dienst wordt volledig in en om de kazerne doorgebracht in afwachting van een oproep. Gedurende deze uren vindt het onderhoud aan materiaal en kazerne plaats, wordt oefening, sport en studie gedaan en worden rusturen ingelast. Uiteraard heeft een alarmoproep de hoogste prioriteit. Meestal vertrekt na het overgaan van het alarm binnen de 1 à 2 minuten het nodige materieel en manschappen uit de kazerne.

Beroepsmensen werken vaak in een rooster van 24 uur dienst, met daarna 48 uur vrij. Ook komt een een 12/24/12/48 uren schema voor (12 op; 24 af; 12 op; 48 af). Tijdens de nacht rust een beroepsbrandweerman of -vrouw in een rustverblijf in de kazerne, deze tijd maakt dan ook gewoon deel uit van de werktijd. De traditionele "24 uur op en 48 uur af" resulteerde in een (gemiddeld) 56 urige werkweek. Volgens Europese regelgeving mag een werkweek echter niet langer dan 48 uur zijn. In 2007 werd daarom de werkweek van de brandweerlieden aangepast zodat er maximaal 48 uur per week gewerkt wordt, waarbij de mensen met een 56-urig arbeidscontract nog wel hetzelfde salaris behouden. Voor de werkgevers betekent dit dat er sinds 2007 meer brandweermensen nodig zijn om de kazernes te bemannen. Als alternatief voor de beroepsbrandweer zijn er ook brandweerkorpsen die in de avonduren en het weekend vanuit de kazerne uitrukken met vrijwillige brandweerlieden die volgens een apart dienstrooster "gekazerneerd" zijn. Een voordeel hiervan is dat vrijwillige brandweerlieden bij alarm niet eerst vanuit hun woning of werkadres naar de kazerne hoeven te gaan, waarmee de snelheid van uitrukken in de avonduren en weekenden gelijk is aan een beroepskazerne.

Vrijwillige brandweer in Nederland

Met name in de kleine en middelgrote gemeenten is bijna altijd sprake van een vrijwillige brandweer. Bijna 80 procent van de 26.900 brandweerlieden in Nederland is vrijwilliger[1] en doet het brandweerwerk als bijtaak. Vaak mag deze van de werkgever het werk verlaten wanneer hij of zij opgeroepen wordt voor een dringende interventie. Het oproepen gaat over het algemeen via semafoons (ook wel pager of pieper genoemd). In deze gevallen wordt van een vrijwilliger verwacht dat hij of zij binnen 2 tot 3 minuten na alarmering in de kazerne is. De opleiding van een vrijwilliger is dezelfde als voor beroepskrachten. Veelal wordt er met piketregelingen gewerkt om de opkomst van een volledige bemanning te kunnen garanderen. Voor vrijwillige brandweerlieden geldt een aparte rechtspositieregeling, hierin is ook de vergoeding geregeld die de vrijwilligers krijgen[2].

Een deel van de brandweervrijwilligers is aangesloten bij de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers

Communicatie in Nederland

In Nederland communiceert de brandweer via het C2000-communicatienetwerk dat ook gebruikt wordt door de politie-, ambulancediensten, de KNRM, de douane, en de Koninklijke Marechaussee. Alarmering van brandweereenheden en -vrijwilligers vindt plaats via semafoons binnen het P2000-netwerk.

Opleiding in Nederland

Een deel van de aspirant-brandweerlieden is afkomstig van de jeugdbrandweer. De beroeps- en de vrijwillige brandwachten ondergaan dezelfde opleiding(en). Er zijn verschillende rangen waaraan bepaalde opleidingsverplichtingen zijn gekoppeld. Het diploma manschap A bijvoorbeeld bestaat uit de modules Brand, Technische Hulpverlening, Ongeval Gevaarlijke stoffen, Assistentie Waterongeval en Levensreddende Handelingen. De combinatie leidt tot het diploma. Daarna kan men het diploma manschap B behalen om specialistische taken te kunnen uitvoeren. Het eerstvolgende niveau is dat van bevelvoerder met daaraan gekoppeld de rang brandmeester. Een bevelvoerder is leidinggevende op een tankautospuit en geeft leiding aan 5 tot 7 personen. Ter indicatie; de opleiding tot bevelvoerder vergt voor vrijwilligers circa drieëneenhalf jaar.

De opleiding tot brandweerofficier (Officier van Dienst) vindt in Nederland centraal plaats aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid/NIBRA te Arnhem. Hierbij is een hbo of wo opleiding een vereiste. Voorheen werden kandidaten fulltime in 18 maanden opgeleid en getraind tot incidentmanager. Door het fulltime karakter van dit onderwijs was het niet mogelijk hier een baan naast te hebben. Deze fulltime opleiding is vervangen door competentiegericht onderwijs, de zogenaamde leergangen. Een typische leergang duurt circa 35 weken en kost de cursist 1-2 dagen per week.

Jeugdbrandweer

In Nederland zijn meer dan 150 jeugdbrandweerkorpsen actief. In deze korpsen worden jongens en meisjes een aantal aspecten van het brandweervak bijgebracht. Daarbij is een van de doelstellingen dat kinderen door kunnen stromen naar de vrijwillige- of beroepsbrandweer. Zo zijn bij een groot aantal brandweerkorpsen mensen werkzaam die hun brandweercarrière bij de Jeugdbrandweer zijn begonnen. Het gaat hierbij niet alleen om brandweerkorpsen met een jeugdbrandweer maar ook bij korpsen die geen jeugdbrandweer hebben zijn mensen in dienst die elders bij de jeugdbrandweer begonnen zijn. De jeugdbrandweer wordt daarom gezien als de kweekvijver voor de "volwassen" brandweer. Vandaar dat steeds meer gemeenten en brandweerkorpsen een jeugdbrandweerkorps oprichten.

Voordat de stap naar de "volwassen" brandweer gemaakt kan worden hebben de kinderen bij de jeugdbrandweer meestal een opleidingsperiode van 5 tot 6 jaar achter de rug. Leden in de leeftijd tussen de 12 en de 15 jaar zijn junioren. Vanaf het jaar dat een jeugdlid 15 is kan hij of zij meedoen bij de aspiranten. Na het jaar dat het jeugdlid 18 is geworden mag hij of zij niet meer meedoen met de jeugdbrandweer maar met een pré solliciteren bij een vrijwilligers, beroeps of bedrijfsbrandweerkorps.

Brandweer Nederland

Brandweer Nederland is met ingang van 1 november 2012 de nieuwe naam van het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Brandweer Nederland komt voort uit de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en staat onder leiding van de 25 brandweercommandanten van de veiligheidsregio’s. Samen vormen zij de Raad van Brandweercommandanten. De Raad van Brandweercommandanten heeft een dagelijks bestuur met een voorzitter en zes programmaleiders. Deze programmaleiders zijn ieder verantwoordelijk voor één taakveld van het Landelijk Programma Brandweerzorg. De taakvelden van Brandweer Nederland zijn Risicobeheersing, Incidentbestrijding, Vak-bekwaamheid en kennis, Crisisbeheersing, Informatiemanagement en Bedrijfsvoering. Stephan Wevers is voorzitter van de Raad van Brandweercommandanten.

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)

Het ondersteunende bureau van Brandweer Nederland wordt onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in Arnhem, dat per 1 januari 2013 zijn beslag heeft gekregen. Dit instituut is het uitvoeringsorgaan voor ontwikkelingen in het veiligheidsdomein en ondersteunt de brandweer op het gebied van bestuur, beleid, opleidingen en materieel.

Brandweer in België

In België hebben niet alle gemeenten een brandweerkorps, bij kleine gemeenten neemt een naburige stad of gemeente dit dan voor hun rekening. Op nogal wat plaatsen in België is ook de ambulancedienst voor dringende medische hulpverlening een onderdeel van de brandweer.

Via het alarmnummer 112 kan men in veel Europese landen, waaronder België, een beroep doen op de brandweer.

Wettelijke taken brandweer in België

De taken zijn nagenoeg hetzelfde als in Nederland. De brandweer blust niet alleen branden. Zij neemt ook alle hulpinterventies op lokaal niveau voor zijn rekening waar gevaar is voor de mens of diens goederen/bezittingen grote schade kunnen oplopen.

In België is dringende medische hulpverlening (ambulance) in veel gevallen ook een onderdeel van de brandweer.

De brandweer heeft ook een belangrijke preventieve taak: zij moeten de preventie- en veiligheidsmaatregelen controleren die zijn voorgeschreven door de openbare overheden. Elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor een meergezinswoning, openbaar gebouw, industrie,...moet de brandweer controleren op de brandveiligheid + toegangs- en evacuatiewegen.

De wet bepaalt dat de hulpdiensten acht soorten opdrachten gratis moeten uitvoeren:

  • de bestrijding van branden en ontploffingen
  • technische hulpverleningswerkzaamheden die nodig zijn om mensen te beschermen of te redden (hieronder zijn alle reddingswerkzaamheden te verstaan, ook te water)
  • de bestrijding van rampen (overstroming, stormschade,...)
  • de coördinatie van hulpverleningsoperaties
  • internationale opdrachten van civiele bescherming, behalve opdrachten die te maken hebben met de bestrijding van vervuiling
  • drinkwaterbevoorrading aan de burger, bij een ernstig watertekort of een watertekort dat een omvangrijk gebied treft
  • de bevolking waarschuwen bij gaslekken, ontploffingsgevaar …
  • interventies naar aanleiding van een loos alarm

De brandweer komt dus tussen bij bijvoorbeeld:

  • bevrijden van personen die bekneld zitten in een voertuig, machine, lift,...
  • vrijkomen van gevaarlijke stoffen.
  • gaslekken
  • evacueren van personen die medische bijstand nodig hebben en niet met de gewone middelen naar buiten kunnen worden gebracht door de ambulance.
  • redden van personen uit hoogte of diepte.
  • leegpompen van kelders door wateroverlast of waterlek "VOOR" de teller.
  • redden van dier in nood
  • vrijmaken van de openbare weg bij stormweer (omgewaaide bomen, takken, modder ...)
  • verwijderen van omgewaaide bomen of voorwerpen die dreigen te vallen en de openbare veiligheid bedreigen. Bomen die op privé eigendom vallen horen hier niet bij tenzij ze personen of woning bedreigen.

Interventies door de brandweer die door het retributiereglement van de gemeente kunnen worden gefactureerd kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • verdelgen van wespennest.
  • vrijmaken van de openbare weg door ongeval of ladingverlies.
  • verwijderen van olie, benzine of andere koolwaterstoffen op de openbare weg.
  • tussenkomst bij afvalverbranding

Beroepsbrandweer in België

Net zoals in Nederland zijn de beroepskorpsen in België vooral te vinden in grote steden. Vijf grote steden werken volledig op beroepspersoneel (Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi). Daarnaast zijn er al verschillende centrumsteden die ook al volledig (of grotendeels) op beroepspersoneel zijn overgeschakeld. (Kortrijk, Leuven, Hasselt, Oostende, Brugge, Aalst,...)

In middelgrote steden en gemeenten werkt men dikwijls met een combinatie van beroeps en vrijwilligers. Daar kiest men het aantal beroepsmensen in functie van de noden. Kleine gemeenten hebben soms slechts enkele beroepsmensen die voornamelijk in staan voor het onderhoud van materiaal en kazerne. Grotere gemeenten verkiezen dikwijls om een vaste basisploeg beroepspersoneel te voorzien van bijvoorbeeld 9 m/v per shift. Extra bijstand komt dan van vrijwilligers die opgeroepen worden.

Beroepsmensen in België werken in een vergelijkbaar urensysteem als in Nederland. De dagtaak in de kazerne is ook dezelfde.

Vrijwillige brandweer in België

In België zijn ongeveer 12000 vrijwilligers bij de brandweer.

De vrijwilligers zijn oproepbaar van thuis of op het werk via een semafoon (pieper in de volksmond). De alarmering gaat via de kazerne als deze bemand is of automatisch via de alarmcentrale HC100/112. Bij de meeste korpsen werkt men met een wachtsysteem waarbij de vrijwilliger volgens een schema (meestal een week) van wacht is, vergelijkbaar met Nederland. In andere korpsen kiezen de vrijwilligers zelf wanneer zij zich beschikbaar stellen; een dergelijk systeem is natuurlijk gekoppeld aan minimumverplichtingen (bijvoorbeeld een gemiddelde jaarlijkse beschikbaarheid van 40%).

In bepaalde korpsen doen de vrijwilligers ook wachtdiensten in de kazerne, net zoals het beroepspersoneel.

In België worden vrijwilligers altijd betaald voor hun prestaties, de vergoeding of de toepassing ervan kan wel verschillen van korps tot korps. In het kader van de brandweerhervorming zullen deze vergoedingen gestroomlijnd worden per hulpverleningszone.

Opleiding in België

In België bestaat er een modulair systeem voor de brandweeropleidingen. Deze modules worden georganiseerd in de provinciale opleingscentra voor hulpdiensten.

De diverse opleidingsmodules dragen de naam van de corresponderende hiërarchische graad. Men begint sowieso met de opleiding Brandweerman. Deze opleiding telt zo'n 130 lesuren en bestaat uit theorielessen en praktische oefeningen (zowel "droge" oefeningen als gecontroleerde oefeningen in een brandhuis).

Nadien kan men - indien gewenst en indien men aan de toelatingsvoorwaarden voldoet - deelnemen aan de modules Korporaal, Sergeant en Adjudant. In het ideale geval kan de adjudantscursus gestart worden 9 jaar na inschrijving voor de cursus Brandweerman: men moet immers over voldoende anciënniteit beschikken om te mogen participeren aan een vervolgopleiding.

Verder zijn er nog de officiersopleidingen: Officier, Crisissituatiebeheer, Technicus Brandvoorkoming en Dienstchef.

De opleidingen worden meestal op zaterdag georganiseerd, zodat vrijwillige brandweerlieden ook kunnen deelnemen.

Elke opleiding bestaat uit verschillende onderdelen, bv: brandbestrijding, technische hulpverlening, bevelvoering, gevaarlijke stoffen... Voor elk opleidingsonderdeel dient men te slagen voor het examen. Als de vereiste modules zijn gevolgd, krijgt men een brevet of diploma. De bijhorende graad krijgt men pas als er in het eigen korps een functie vacant is en na intern examen. Het is dus mogelijk dat iemand dienst doet met de graad van korporaal, maar wel al over de brevetten sergeant en adjudant beschikt.

Naast de opleidingen in het opleidingscentrum is er onderricht in het eigen korps en een stageperiode van een jaar voor aspirant-brandweerman en onderluitenant. Het provinciaal opleidingscentrum organiseert ook bijkomende specialisatiecursussen zoals binnenbrandbestrijding, ontzetting van beknelde personen...Dit omdat hier specifiek oefenmateriaal en infrastructuur voor nodig is waar korpsen zelf niet over beschikken.

Bedrijfsbrandweer

Luchthavens en de grotere industrieën beschikken over een eigen bedrijfsbrandweer. Deze bedrijfsbrandweer kan een aangewezen brandweer zijn (de overheid heeft bepaald dat deze specifieke locatie een eigen brandweer nodig heeft) of het kan een wens zijn van de locatie. De bedrijfsbrandweer is opgeleid voor de specifieke taken in het bedrijf. Ze hebben een goede kennis van de locatie en specifieke gevaren op hun werkgebied. In Nederland zijn veel bedrijfsbrandweren min of meer geïntegreerd in de regionale veiligheidsregio's. In het Rotterdamse Europoort gebied zijn veel bedrijven gevestigd die een bedrijfsbrandweer nodig hebben. Deze bedrijven hebben zich samen met de gemeente Rotterdam en het gemeentelijk havenbedrijf verenigd in het Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer. Daarnaast hebben bedrijven als Bruynzeel, Bavaria, Philips, Grolsch, MSD en diverse ziekenhuizen een eigen bedrijfsbrandweer. Ook in de Haven van Antwerpen hebben enkele bedrijven een eigen bedrijfsbrandweer zoals BASF, Borealis,... . Een goed voorbeeld van een bedrijfsbrandweerkorps is de Werkfeuerwehr van het chemieconcern BASF in Duitsland. Zij zijn een autoriteit op het gebied van brandbestrijding in chemische installaties en passen hun expertise internationaal toe.

Externe links

Zie de categorie Brandweer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.