IVN: verschil tussen versies
| Regel 7: | Regel 7: | ||
==Organisatie== |
==Organisatie== |
||
'IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie' is een vrijwilligersorganisatie en kent 174 plaatselijke afdelingen, die samen 18.000 leden hebben. Elke IVN-afdeling heeft andere accenten. Veel afdelingen organiseren excursies onder leiding van gediplomeerde IVN-[[Natuurgids]]en. Deze excursies worden in de plaatselijke media aangekondigd. De afdelingen worden ondersteund door de ledenservice, onderdeel van het Landelijk Bureau. Naast de plaatselijke afdelingen kent IVN ook een landelijke jongerenafdeling, die zich richt op het organiseren van activiteiten voor (en door) jongeren tussen de 12 en 30 jaar. Deze afdeling voert zijn eigen naam: [[WoesteLand]]. |
|||
===Stichting IVN=== |
===Stichting IVN=== |
||
Versie van 7 mrt 2016 11:01
Met IVN wordt zowel 'IVN Vereniging voor natuur- en milieueducatie' als de 'Stichting IVN' bedoeld. In de vereniging zijn vrijwilligers georganiseerd, terwijl in de Stichting beroepskrachten werken. De letters in IVN stonden tussen 1960 en 1992 voor 'Instituut voor Natuurbeschermingseducatie'. Deze omschrijving wordt sindsdien echter niet meer gevoerd en tegenwoordig noemt het IVN zich IVN, Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid.
Geschiedenis
De oudste rechtsvoorganger van IVN, de Bond tegen de Verontreiniging van Stad en Land, is als burgerinitiatief (aanvankelijk het Comité tegen de verontreiniging van Stad en land) opgericht in 1938. In 1948 wordt dit de Bond voor Natuurbeschermingswachten. Vanaf 1960 wordt de naam IVN gebruikt. De volledige naam was Instituut voor Natuurbeschermingseducatie.
IVN bestaat nu uit een vereniging van vrijwilligers en daarnaast een beroepsorganisatie die de aandacht en de waardering van mensen voor natuur en milieu wil vergroten. Het huidige IVN staat voor een duurzame samenleving en wil daartoe de betrokkenheid van mensen vergroten bij natuur en omgeving. Natuurexcursies, Civil society, sociale cohesie en duurzaamheid staan daarom hoog genoteerd. IVN bereikt met haar activiteiten zo'n 2 miljoen mensen per jaar (2007) in Nederland.
Organisatie
'IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie' is een vrijwilligersorganisatie en kent 174 plaatselijke afdelingen, die samen 18.000 leden hebben. Elke IVN-afdeling heeft andere accenten. Veel afdelingen organiseren excursies onder leiding van gediplomeerde IVN-Natuurgidsen. Deze excursies worden in de plaatselijke media aangekondigd. De afdelingen worden ondersteund door de ledenservice, onderdeel van het Landelijk Bureau. Naast de plaatselijke afdelingen kent IVN ook een landelijke jongerenafdeling, die zich richt op het organiseren van activiteiten voor (en door) jongeren tussen de 12 en 30 jaar. Deze afdeling voert zijn eigen naam: WoesteLand.
Stichting IVN
De beroepsorganisatie, de Stichting IVN, bestaat uit IVN-Consulentschappen op provinciaal niveau en een Landelijk Bureau met onder andere een Kennis- en Innovatiecentrum en de afdeling Communicatie. Hier werken beroepskrachten. Ze ondersteunen desgewenst vrijwilligers in natuur, milieu en duurzaamheid, niet alleen van IVN-afdelingen maar ook van andere organisaties. De stichting verzorgt ook educatieve projecten en activiteiten op het terrein van natuur, omgeving, integratie en duurzaamheid in opdracht van overheden (onder andere in de Nationale Parken), NGO's en bedrijven. Voor de recreatiesector worden trainingen Gastheerschap Nationaal Park gerealiseerd.
Daarnaast ondersteunen de beroepskrachten op verzoek groepen, organisaties en instellingen bij de ontwikkeling en uitvoering van natuur- en milieueducatieve activiteiten en bij voorlichting en communicatie over natuur, milieu, duurzaamheid en leefbaarheid.
IVN Internationaal
IVN Internationaal, waarin zowel beroepskrachten als vrijwilligers participeren, werkt nauw samen met partners in m.n. Europa en Afrika.
Activiteiten
Het IVN speelt een belangrijke rol in de natuureducatie binnen de Nationale Parken. Scholen voor Duurzaamheid is voorts gelieerd aan Young Reporters for the Environment (YRE), een internationaal programma van de Federation for Environmental Education. Het IVN is medeorganisator van de Natuurwerkdag.
Cursussen
Voor natuurgidsen bestaat binnen de Vereniging IVN een aparte opleiding: de IVN-Natuurgidsencursus. Deze cursus is een belangrijk kadervormend middel. De IVN-Natuurgidsencursussen worden op landelijk en regionaal niveau gecoördineerd door de BCN, de Begeleidingscommissie Natuurgidsencursus. Sinds december 2007 is de Bestuurscommissie IVN Cursussen actief ten behoeve van alle cursussen.
Veel afdelingen organiseren wat kortere, minder diepgravende cursussen: de groencursus, ook wel voorjaarscursus, najaarscursus, basiscursus genoemd.
Groene maand
De Groene maand is de thema-maand-benaming voor de hele maand september. Deze themamaand is sinds het jaar 2000 voor Nederland ingesteld door IVN Vereniging voor natuur-en milieueducatie; daartoe wordt nauw samengewerkt met verwante organisaties, in het kader van promotie van duurzaamheid, natuur en milieu, vaak in combinatie met landbouw, recreatie en toerisme.
Samenwerking
Het Landelijk bureau van het IVN is in Nederland de vertegenwoordiger van Earth Education; IVN is onder meer aangesloten bij IUCN de Nederlandse Vereniging voor Vrijwilligerswerk NOV, het Landschapsmanifest, FEE-Nederland (Foundation for Environmental Education NL), Europarc en de Coalitie voor de Habitat van de Ommetjesmaker; sinds 2008 is het IVN partner in de Dutch Caribbean Nature Alliance.
IVN en KNNV samen op weg
Nadat gebleken was dat IVN-afdelingen steeds vaker met KNNV-afdelingen optrokken en er op landelijk niveau gezocht werd naar herschikking van natuurorganisaties, besloten de besturen van IVN en KNNV nauwer samen te gaan werken. Op 19 november 2014 gaven ze in een openbare verklaring aan te streven naar een nieuwe natuurorganisatie. Deze moest de kennis, het elan en de netwerken bundelen en uitgroeien tot de belangrijkste vrijwilligersorganisatie voor natuur in Nederland. In de tekst heet het dat ze samen "de natuur in de harten van alle Nederlanders" willen brengen. In 2015 zou de besluitvorming moeten plaatsvinden.[1]
Externe links
| Bronnen, noten en/of referenties |