Messiah: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Gerebernus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 22: Regel 22:


== Händel, het oratorium en de weg naar ''Messiah'' ==
== Händel, het oratorium en de weg naar ''Messiah'' ==
[[Bestand:Georg Friedrich Händel.jpg|thumb|275px|Händel]]
[[Bestand:Georg Friedrich Händel.jpg|thumb|275px|Georg Friedrich Händel]]
Hoewel Händel vooral nu bij een groot publiek – met name door ''Messiah'' – bekend is als oratoriumcomponist, begon hij pas met het componeren van oratoria toen hij al vijftig was. Opera was het belangrijkste in zijn leven – vanaf zijn 18e jaar toen hij begon bij de Hamburgse opera tot rond 1740 heeft hij zich met deze muzikale vorm beziggehouden. Het schrijven van koren, zo'n essentieel onderdeel van Händels oratoria, was iets wat hij nog moest ontwikkelen. [[Johann Mattheson]] schreef in 1740 over zijn eerste ontmoeting met Händel in Hamburg: ''Er war starck auf der Orgel: stärker, als [[Kuhnau]], in Fugen und Contrapuncten, absonderlich ex tempore; aber er wuste sehr wenig von der Melodie, ehe er in die hamburgische Opern kam.''<ref>Larsen, p. 41; "Hij was bekwaam in het orgelspel: bekwamer dan Kuhnau, in [[fuga]]'s en in [[contrapunt]], vooral in improvisaties; maar hij wist weinig af van melodie voordat hij bij de Hamburgse opera kwam."</ref> Händel ontwikkelde die vaardigheden in Italië, waar hij zijn eerste oratoria schreef [[Il Trionfo del Tempo e del Disinganno]] (HWV 46) en [[La Ressurrezione]] (HWV 47).
Hoewel Händel vooral nu bij een groot publiek – met name door ''Messiah'' – bekend is als oratoriumcomponist, begon hij pas met het componeren van oratoria toen hij al vijftig was. Opera was het belangrijkste in zijn leven – vanaf zijn 18e jaar toen hij begon bij de Hamburgse opera tot rond 1740 heeft hij zich met deze muzikale vorm beziggehouden. Het schrijven van koren, zo'n essentieel onderdeel van Händels oratoria, was iets wat hij nog moest ontwikkelen. [[Johann Mattheson]] schreef in 1740 over zijn eerste ontmoeting met Händel in Hamburg: ''Er war starck auf der Orgel: stärker, als [[Kuhnau]], in Fugen und Contrapuncten, absonderlich ex tempore; aber er wuste sehr wenig von der Melodie, ehe er in die hamburgische Opern kam.''<ref>Larsen, p. 41; "Hij was bekwaam in het orgelspel: bekwamer dan Kuhnau, in [[fuga]]'s en in [[contrapunt]], vooral in improvisaties; maar hij wist weinig af van melodie voordat hij bij de Hamburgse opera kwam."</ref> Händel ontwikkelde die vaardigheden in Italië, waar hij zijn eerste oratoria schreef [[Il Trionfo del Tempo e del Disinganno]] (HWV 46) en [[La Ressurrezione]] (HWV 47).



Versie van 31 mrt 2016 13:33

Voor de gelijknamige televisieserie, zie Messiah (televisieserie).
Messiah
Componist Georg Friedrich Händel
Soort compositie oratorium
Gecomponeerd voor orkest, vocale solisten en koor
Opusnummer HWV 56
Andere aanduiding Messiah, an Oratorio of A New Sacred Oratorio
Compositiedatum 1741
Première 1742
Duur 2,5 uur
Vorige werk Nò, di voi non vo' fidarmi (HWV 189, duet voor 2 sopranen)
Volgende werk Samson (HWV 57)
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek
Hallelujah
Het Hallelujah uit Messiah (download·info)

Messiah, an Oratorio (zonder lidwoord), ook A New Sacred Oratorio[1] (HWV 56), is een oratorium van Georg Friedrich Händel, gecomponeerd in 1741 en voor het eerst uitgevoerd in 1742 in Dublin. Het werk, dat in de meeste gevallen iets minder dan tweeënhalf uur duurt, wordt, met name in de Angelsaksische landen, vooral rond de Kerst uitgevoerd, maar ook wel in de paastijd. De compositie is door de componist in de loop der tijd op onderdelen gewijzigd.

Händel, het oratorium en de weg naar Messiah

Georg Friedrich Händel

Hoewel Händel vooral nu bij een groot publiek – met name door Messiah – bekend is als oratoriumcomponist, begon hij pas met het componeren van oratoria toen hij al vijftig was. Opera was het belangrijkste in zijn leven – vanaf zijn 18e jaar toen hij begon bij de Hamburgse opera tot rond 1740 heeft hij zich met deze muzikale vorm beziggehouden. Het schrijven van koren, zo'n essentieel onderdeel van Händels oratoria, was iets wat hij nog moest ontwikkelen. Johann Mattheson schreef in 1740 over zijn eerste ontmoeting met Händel in Hamburg: Er war starck auf der Orgel: stärker, als Kuhnau, in Fugen und Contrapuncten, absonderlich ex tempore; aber er wuste sehr wenig von der Melodie, ehe er in die hamburgische Opern kam.[2] Händel ontwikkelde die vaardigheden in Italië, waar hij zijn eerste oratoria schreef Il Trionfo del Tempo e del Disinganno (HWV 46) en La Ressurrezione (HWV 47).

"Händel says he will do nothing next Winter, but I hope I shall persuade him to set another Scripture collection I have made for him, & perform it for his own Benefit in Passion week. I hope he will lay out his whole Genius and Skill upon it, that the Composition may excel all his former Compositions, as the Subject excels every other Subject. The Subject is Messiah..." (Charles Jennens aan Edward Holdsworth, 10 juli 1741; correspondentie in de Gerald Coke Collection [2].[3] Jennens' opmerking over 'another Scripture collection' verwijst naar Händels oratorium Israel in Egypt, dat Händel in 1738 schreef onmiddellijk na de toonzetting van Jennens eerste libretto Saul. Israel in Egypt maakte voor de tekst volledig gebruik van een selectie uit Bijbelteksten, voor de muziek van grote delen van de Funeral Anthem for Queen Caroline. The Ways of Zion do mourn (HWV 264). Jennens volgende compilatie was L'Allegro and Il Penseroso, waaraan hij, op verzoek van Händel, een eigen deel toevoegde, Il Moderato (HWV 55); het werk ging in 1740 in première. Het volgende seizoen programmeerde Händel geen Engelstalig werk, maar twee nieuwe Italiaanse opera's: Deidamia (HWV 42) en Imeneo (HWV 41). Beide werken waren een commerciële flop en Händel overwoog naar Duitsland terug te keren.[4]

Tegen deze achtergrond kwam Jennens plan om een oratorium te schrijven, dat uitgevoerd kon worden tijdens de Stille Week wanneer de theaters gesloten zouden zijn en waarmee een uitvoering met een vol huis, en daarmee inkomsten voor Händel, gegarandeerd zou zijn. Van Israel in Egypt kwam het idee van een compilatie uit de Bijbel, maar zonder de nadruk op de (impopulaire) koren. Een evenwicht tussen soli en koren, zoals in L'Allegro, stond voor ogen.[4] Händel gaf opera dus pas op toen hij daar door de situatie toe werd gedwongen: het publiek had genoeg van Italiaanse opera.[5] Zijn eerste oratoria (Esther, Deborah en Athaliah) kregen meer aandacht dan zijn opera's. Na de eerste grote rijpe oratoria (Saul en Israel in Egypt) liet Händel opera in 1740 dan ook volledig links liggen.

Händel schreef Bijbelse en niet-Bijbelse oratoria:

Een groot verschil tussen Händels oratoria en zijn opera's is de taal: de oratoria hebben een Engelse tekst. Dit bracht de werken weliswaar dichter bij het publiek, maar leverde Händels zangers problemen op omdat ze zich niet in het Engels konden uitdrukken (zie de anekdote geciteerd bij Larsen).[6] Dit gold overigens ook voor Händel: hoewel genaturaliseerd tot Engelsman beheerste hij de taal niet volledig en de wijze waarop hij Engelse teksten op muziek zette was, zelfs in zijn late werken, soms opmerkelijk onvolmaakt.[7] Bij het ontwikkelen en schrijven van oratoria zijn de anthems en odes van Henry Purcell (de St. Cecilia Odes bv.) wel van invloed geweest op Händel. Maar het is vooral de Duitse kerkcantate geweest die grote invloed had op zijn werk. Tussen 1716 en 1718 bezocht hij Duitsland en leerde daar Barthold Heinrich Brockes' Passion kennen en de cantates op teksten van Erdmann Neumeister (die al in druk waren verschenen). Händel volgt in zijn anthem-oratoria strikt de tekst gebaseerd op de Psalmen; maar muzikaal gezien is er duidelijker verwantschap met de Noord-Duitse cantates dan met Purcell: het samenstelsel van verbonden muzikale kernen die voortdurend variëren bij Purcell vervangt Händel door losstaande en zelfstandige koren en aria's, vaak met een instrumentale inleiding.

Het werk

Het libretto

Charles Jennens

De tekst voor Messiah[3] werd door Charles Jennens geschreven: een groot aantal losse, korte teksten uit het Oude en het Nieuwe Testament. Daarmee verschilt het werk van dat wat doorgaans een oratorium wordt genoemd: een afgeronde Bijbelse vertelling op muziek gezet, zoals de overige ruim 25 dramatische oratoria die Händel schreef. Het onderwerp van Messiah is de Bijbelse Messias. Het werk is opgesplitst in drie delen:

Händel had slechts 24 dagen nodig om het werk te componeren: van 22 augustus tot 14 september 1741. Al in november van dat jaar reisde hij naar Dublin. De eerste uitvoering was pas op 13 april 1742, als benefietconcert, na een extreem strenge winter. Het stuk was een groot succes; dames werd verzocht niet in hoepelrok te komen om meer kaarten te kunnen verkopen. De opbrengst ging naar een aantal goede doelen, gelijkelijk verdeeld. Een jaar later werd Messiah ook in Covent Garden in Londen uitgevoerd. Nog voor de uitvoering ontstond een discussie of het stuk wel in een theater behoorde te worden opgevoerd.

Behalve de eerste versie uit 1742 bestaan er ook bewerkingen uit het jaar 1743, 1745/1749, 1750 en 1754.

Er is geen definitieve versie van Messiah; een aanzienlijk aantal onderdelen, met name de aria's, is overgeleverd in verschillende versies, die teruggaan tot Händels tijd.[8] De reden waarom Händel zo veel versies schreef ligt in de werkwijze van Händel: hij veranderde vaak tijdens repetities en na uitvoeringen. Daarnaast waren de wisselende solisten – en hun capaciteiten – reden om delen te wijzigen. De laatste versie is daarmee ook niet noodzakelijkerwijs de versie die Händel als definitief beschouwde – mogelijk hadden eerdere versies de voorkeur maar waren latere wijzigingen een noodzaak. Er bestaan 5 versies, waaronder de autograaf in de Royal Collection, in de British Library[4]. Daarnaast zijn er nog zeker acht andere kopieën die uit de 18e eeuw stammen.

De delen

deel onderdeel titel uitgevoerd door Bijbeltekst
Part One Sinfony (Grave- Allegro moderato) orkest instrumentaal
Accompagnato Comfort ye my people tenor Jesaja 40:1-3
Air Ev'ry valley shall be exalted tenor Jesaja 40:4
Chorus And the glory of the Lord shall be revealed koor Jesaja 40:5
Accompagnato Thus saith the Lord of Hosts bas Haggai 2:6-7; Maleachi 3:1
Air But who may abide the day of his coming alt Maleachi 3:2
Chorus And he shall purify koor Maleachi 3:3
Recitatief Behold, a virgin shall conceive contra-alt Jesaja 7:14; Matteüs 1:23
Air O thou that tellest good tidings contra-alt en koor Jesaja 40:9; 60:1
Accompagnato For behold, darkness shall cover bas Jesaja 60:2-3
Air The people that walked in darkness bas Jesaja 9:2
Chorus For unto us a child is born koor Jesaja 9:6
Pifa (Pastoral Symphony) orkest instrumentaal
Recitatief There were shepherds abiding in the field treble (jongenssopraan) Lucas 2:8
Accompagnato And lo, the angel of the lord treble (jongenssopraan) Lucas 2:9
Recitatief And the angel said unto them treble (jongenssopraan) Lucas 2:10-11
Accompagnato And suddenly there was with the angel treble (jongenssopraan) Lucas 2:13
Chorus Glory to God in the highest koor Lucas 2:14
Air Rejoice greatly, O daughter of Zion sopraan Zacharia 9:9-10
Recitatief The shall the eyes of the blind contra-alt Jesaja 35:5-6
Air He shall feed his flock contra-alt en sopraan Jesaja 40:11; Matteüs 11:28-29
Chorus His yoke is easy, his burthen light koor Matteüs 11:30
Part Two Chorus Behold the lamb of God koor Johannes 1:29
Air He was despised contra-alt Jesaja 53:3; 50:6
Chorus Surely he hath borne our griefs koor Jesaja 53:4-5
Chorus And with his stripes we are healed koor Jesaja 53:5
Chorus All we like sheep have gone astray koor Jesaja 53:6
Accompagnato All they that see him tenor Psalmen 22:7
Chorus He trusted in God koor Psalmen 22:8
Accompagnato Thy rebuke hath broken his heart tenor Psalmen 69:21
Arioso Behold, and see if there be any sorrow tenor Klaagliederen 1:12
Accompagnato He was cut off out of the land sopraan Jesaja 53:8
Air But thou didst not leave his soul sopraan Psalmen 16:10
Chorus Lift up your heads, O ye gates koor Psalmen 24:7-10
Recitatief Unto which of the angels tenor Hebreeën 1:5
Chorus Let all the angels of God worship him koor Hebreeën 1:6
Air Thou art gone up on high alt Psalmen 68:18
Chorus The Lord gave the word koor Psalmen 68:11
Air How beautiful are the feet sopraan Romeinen 10:15
Chorus Their sound is gone out koor Romeinen 10:18
Air Why do the nations so furiously rage bas Psalmen 2:1-2
Chorus Let us break their bonds asunder koor Psalmen 2:3
Recitatief He that dwelleth in heaven tenor Psalmen 2:4
Air Thou shalt break them tenor Psalmen 2:9
Chorus Hallelujah koor Openbaring 19:6; 11:15; 19:16
Part Three Air I know that my Redeemer liveth sopraan Job 19:25-26; I Korintiërs 15:20
Chorus Since by man came death koor I Korintiërs 15:21-22
Recitatief Behold, I tell you a mystery bas I Korintiërs 15:51-52
Air The trumpet shall sound bas I Korintiërs 15:52-53
Recitatief Then shall be brought to pass alt I Korintiërs 15:54
Duet O death, where is thy sting alt en tenor I Korintiërs 15:55-56
Chorus But thanks be to God koor I Korintiërs 15:57
Air If God be for us contra-alt Romeinen 8:31, 8:33-34
Chorus Worthy is the Lamb that was slain – Amen koor Openbaring 5:12-14

De muziek

Händel componeerde nooit een werk zonder een uitvoering ervan in gedachte. Net als voor zijn oratorium Saul, had het libretto lang terzijde hebben kunnen liggen, als zich niet een onverwacht aanbod uit Ierland had aangediend. William Cavendish, 3e Hertog van Devonshire en Lord Lieutenant (d.i. de vertegenwoordiger van de Britse vorst) van Ierland, nodigde Händel uit voor medewerking tijdens het winterseizoen aan een aantal liefdadigheidsconcerten in Dublin. Nieuw publiek en een serie concerten deed Händel daarvoor een reeks 'entertainments' plannen, waaronder zijn meest recente wereldlijke successen: L'Allegro, Il penseroso ed Il Moderato, Acis and Galatea, de Ode for St. Cecilia's Day, Esther en Alexander's Feast. Voor het gewijde deel zou Händel Jennens libretto gebruiken. Händel ving aan met het werk aan Messiah op 22 augustus 1741, op 28 augustus was Part I gereed, Part II op 6 september en Part III op de volgende zaterdag, 12 september. Twee dagen werden gebruikt om delen uit te werken (Händel liet vaak recitatieven en details incompleet en vulde die pas aan het eind in; 'ausgefüllt' noemde hij dat:[9] 24 dagen in totaal voor de gehele compositie.[3] Voor Händel was het een ongewis experiment, waarvan de beloning nog moest blijken en dat waarschijnlijk niet herhaald zou worden. Een aantal dagen na het voltooien van Messiah begon Händel gewoon aan een nieuw oratorium, Samson, waarvan de eerste acte op 29 september was voltooid.

Op 18 november 1741 kwam Händel in Dublin aan. Dublin kende een cultureel leven dat een afspiegeling was van dat van Londen.[10] Op 10 december werden in een liefdadigheidsconcert voor het Mercer's Hospital het Utrecht Te Deum en Jubilate en een 'coronation anthem' van Händel, samen met een speciaal geschreven anthem van William Boyce, uitgevoerd in de St. Adrew's; het verslag van Mercer's Hospital vermeldt dat Händel werd uitgenodigd het orgel te bespelen. Op 12 november startte de verkoop van de abonnementen voor de Six Musical Entertainments; met veel succes, want alle zes concerten waren uitverkocht zodat Händel "needed not sell one single Ticket at the Door",[11] zoals hij aan Jennens op 29 december schreef. Een tweede abonnementserie startte op 17 februari 1742, met o.a. Alexander's Feast, met nieuwe altpartijen voor de alt Susannah Maria Arne die tot Händels gezelschap was toegetreden. Ook de opera Imeneo kreeg – als concertante 'serenata' – een heruitvoering, en de serie werd met Esther afgesloten. Openbare repetities van Messiah vonden op vrijdag 9 april 1742 plaats en het werk werd op 13 april voor het eerst, in een liefdadigheidsconcert, uitgevoerd. Na een maand gaf Händel nog twee uitvoeringen, voorafgegaan door openbare repetities. De Londense première kreeg Messiah op 23 maart 1743 als onderdeel van een tweede abonnementserie; de eerste serie was volledig gewijd aan Samson. Messiah werd in de kranten niet aangekondigd onder de eigen naam, maar als 'A New Sacred Oratorio'. Eén van de kranten vroeg zich af of zo'n werk in het theater kon worden uitgevoerd met musici uit de theaterwereld.[12]

St. Andrew's, Dublin; plaats waar het liefdadigheidsconcert van 10 december 1741 plaatsvond

Messiah is Händels enige 'sacred' oratorium en het enige dat hij ook in een gewijd gebouw uitvoerde (alle andere oratoria waren voor het theater). Händel vermeed de nadruk op het koor te leggen, zoals in Israel in Egypt, maar koos voor de gelijkmatiger verhouding koor-soli zoals in L'Allegro. Toch is Messiah, na Israel in Egypt, het werk met de meeste koren. De tekst is evenredig verdeeld over Oud en Nieuw Testament, waarbij de Bijbeltekstpassages zijn 'ingedikt'. De lijn loopt van de Verkondiging, via Geboorte, Kruisiging, Opstanding en Hemelvaart naar de Verlossing (Part III is voornamelijk gebaseerd op de Anglicaanse dienst voor de overledenen).[13] Messiah doorloopt daarmee alle belangrijke christelijke feestdagen. Händel verbond het werk vooral met Pasen, maar tegenwoordig is dat –met name in de Angelsaksische landen– Kerstmis. Händel beperkte zich in zijn orkestratie tot strijkers en pauken. Het enkele solo-instrument (de trompet) is slechts een maal gebruikt. Hobo's en fagotten werden toegevoegd voor de uitvoering in Londen, waarbij de strijkers voor de koren werden verdubbeld. De mogelijkheid voor vocaal vertoon is beperkt – Händel componeerde vier da capo aria's en bracht die later tot twee terug (He was despised en The trumpet shall sound).

Hoewel het werk in zulke haast is geschreven, is er weinig overgenomen uit andere werken. De belangrijkste zijn ontleend aan Händels eigen composities: Italiaanse duetten zijn verwerkt tot koren, met als gevolg soms onidiomatische klemtonen (For unto us a child is born, naar Nò, di voi non vo fidarmi waar de klemtoon op (Nee!) voor de hand ligt) of niet-toepasselijke coloratura (de zestienden in And he shall purify en His yoke is easy die uit Quel fior che all'alba ride komen waar ze volkomen passen). And he shall purify bevat bovendien ontleningen uit de Harmonischer Gottes-Dienst van Telemann en de Prelude in g, BuxWV 163 van Dieterich Buxtehude.

Händel heeft Messiah regelmatig herzien, om artistieke redenen en om het werk aan te passen aan andere zangsolisten of andere omstandigheden voor de uitvoering. Het werk is daarmee nooit exact uitgevoerd zoals het in 1741 is geschreven:[4]

  • voor de première in Dublin in 1742 werd nieuwe muziek toegevoegd, met name een zetting voor duet met koor van How beautiful;
  • voor de eerste uitvoering in Londen in 1743 werden arioso zettingen toegevoegd van And lo! the angel of the Lord en Their sound is gone out;
  • voor de heruitvoering in 1745 een 4/4 zetting van Rejoice greatly en de koorversie van Their sound
  • de medewerking van de castraat Gaetano Guadagni deed Händel nieuwe zettingen schrijven van But who may abide en Thou art gone up on high. Daarnaast werden transposities van de soli en sommige veranderingen van stemsoort (sopraan voor tenor en omgekeerd) ingevoerd.

De koren bleven ongewijzigd. Elke uitvoering van Messiah vraagt daarom om een keuze uit de alternatieven of een nastreven van een specifieke versie.

Het Hallelujah-koor[5], aan het einde van het tweede deel, is het bekendste deel van het oratorium.

Orkestratie
Foundling Hospital

De bezetting voor Messiah wisselt, afhankelijk van de versie; voor de versie van 1754 (die gebruikt werd voor de liefdadigheidsuitvoering voor de Foundling Hospital) bestaan de volgende gegevens:[4]

Receptie

Rond 1750 ontstond in Engeland een traditie om Messiah uit te voeren. Händel sloot vanaf dat jaar zijn jaarlijkse seizoen voor Vasten af met Messiah (m.a.w. dicht tegen Pasen, en niet tegen Kerstmis), waarna hij het werk een maand later herhaalde in de Foundling Hospital.[14]

In de VS gaf de Handel and Haydn Society in 1857 een complete Messiah met tussen de 600 en 700 stemmen. Dit succes leidde tot een uitvoering van het Hallelujahkoor bij de Grand National Celebration of Peace met 10.000 stemmen en een orkest van 500 leden.[15] Eind 19e eeuw gingen er toch stemmen op om terug te keren naar bezettingen die dichter bij Händels oorspronkelijke muziek zelf lagen. Doel was om de schaal, idioom en stijl van Händels eigen uitvoeringen te bereiken, met als gedachte dat hoe dichter we bij Händel zouden zitten hoe beter de muziek tot ons zou kunnen spreken. De tegenwoordige professionele uitvoeringen van Messiah zijn voornamelijk op dit uitgangspunt geënt. Maar het heeft toch tot 1980 geduurd eer de eerste commerciële opname van Messiah verscheen in een bezetting die was conform de wijze waarop Händel het werk zelf uitvoerde, en bovendien ook gespeeld op instrumenten uit Händels tijd of kopieën ervan (Uitvoering van de Foundling Hospital-versie door solisten en The Academy of Ancient Music o.l.v. Christopher Hogwood)

In Nederland wordt Messiah zowel door professionele als door amateur-oratoriumverenigingen uitgevoerd. Andere oratoria van Händel staan veel minder vaak op de programma's (afgezien van Judas Maccabeus, met een met het Hallelujahkoor vergelijkbare bekende melodie, het koor See the conquering hero comes, beter bekend met een andere tekst als À toi la gloire of U zij de glorie). Naar Händel is in Nederland lang met een scheef gezicht gekeken, soms zelfs met onverhuld dédain.[16] Dit in tegenstelling tot het buitenland waar zijn werken met grote regelmaat op de programma's staan van reguliere of festivalconcerten en waar Händel op andere, c.q. zijn waarde wordt geschat. De Nederlandse Bach Passietraditie, waarbij het religieus ritueel soms schijnt te prevaleren boven de primaire beleving van een muzikaal kunstwerk, is aan Händels Messiah of een ander van zijn oratoria voorbijgegaan. Pas in de 21e eeuw is er meer aandacht voor het werk van Händel in Nederland gekomen, getuige bv. de producties, van zowel opera's als oratoria, die twee van de drie Nederlandse operahuizen van Händel dramatische werken hebben gebracht.[17]

Bewerkingen

Mozart

Mozart heeft in 1789 een bewerking van Messiah gemaakt.[18] Hij deed dit in opdracht van Gottfried van Swieten voor uitvoering in zijn Musicalische Cavalirs-Gesellschaft. Mozart maakte zogenaamde 'toegevoegde begeleidingen', dat wil zeggen nieuwe orkestraties, voor het werk. Händels instrumentatie werd inmiddels als schraal en onbevredigend ervaren. Mozart voegde daarom meer blazers toe aan de orkestbezetting: 2 fluiten, 2 klarinetten, 2 hoorns en 3 trombones; de trompetpartij werd herzien. De blazers ondersteunen of versterken de strijkers, maar krijgen ook soms een meer onafhankelijke melodische rol. De Engelse tekst werd vervangen door een Duitse vertaling. De eerste uitvoering vond plaats in de salons van Johann graaf Esterhazy, o.l.v. Mozart zelf. Tot in de 19e eeuw werd Mozarts bewerking gewaardeerd; zijn instrumentatie kwam ook weer deels terecht in de partituren die tot het begin van de 20e eeuw in Britse uitvoeringen werden gebruikt. Met de opkomst van uitvoeringen van barokmuziek in historisch verantwoorde vorm raakte Mozarts bewerking op de achtergrond; maar inmiddels zijn er ook vanuit de hoek van de historische uitvoeringspraktijk uitvoeringen en opnames gekomen met Mozarts bewerking.

Trivia

The Young Messiah

The New London Chorale onder leiding van Tom Parker heeft in 1982 een populaire uitvoering gemaakt met onder anderen Vicki Brown, Madeline Bell, Gordon Neville en Steve Jerome, met de naam The Young Messiah.

Externe links

Geselecteerde discografie

  • Dublinversie 1742 (reconstructie)
    • Susan Hamilton (s), Annie Gill (ms), Clare Wilkinson en Heather Cairncross (a), Nicholas Mulroy (t) en Matthew Brook en Edward Caswell (b); Dunedin Consort & Players o.l.v. John Butt (Linn, CKD 285)
  • versie 1752
    • Lynne Dawson (s), Hilary Summers (a), John Mark Ainsley (t) en Alastair Miles (b); Choir of King's College, Cambridge; The Brandenburg Consort; Stephen Cleobury (Brilliant CDs, 92463)
  • versie Foundling Hospital 1754 (met 2 sopranen)
    • Judith Nelson en Emma Kirkby (s), Carolyn Watkinson (ca), Paul Elliott (t) en David Thomas (b); Choir of Christ Church Cathedral, Oxford; The Academy of Ancient Music o.l.v. Christopher Hogwood (Decca – L'Oiseau Lyre, 4304 882)
    • Emma Kirkby en Emily van Evera (s), Margaret Cable (ms), James Bowman (ct), Joseph Cornwell (t) en David Thomas (b); Taverner Choir en Taverner Players o.l.v. Andrew Parrott (Virgin Veritas, 0724356200425)
    • Susan Gritton en Dorothea Röschmann (s), Bernarda Fink (ca), Charles Daniels (t) en Neal Davies (b); Gabrieli Consort & Players o.l.v. Paul McCreesh / DG Archiv 453 4642)
  • uit verschillende versies samengestelde uitvoeringen
    • Margaret Marshall (s), Catherine Robbin (ms), Charles Brett (ct), Anthony Rolfe Johnson (t), Saul Quirke (js) en Robert Hale (b); The Monteverdi Choir en The English Baroque Soloists o.l.v. John Eliot Gardiner (Philips Digital Classics 4342972)
    • Arleen Augér (s), Anne Sofie von Otter (ca), Michael Chance (ct), Howard Crook (t) en John Tomlinson (b); The Choir of the English Concert en The English Concert o.l.v. Trevor Pinnock (DG Archiv 423 630-2)
    • Barbara Schlick en Sandrine Piau (s), Andreas Scholl (ct), Mark Padmore (t) en Nathan Berg (b); Les Arts Florissants o.l.v. William Christie (Harmonia Mundi 2901498.99)
    • Madeira Suzuki (s), Yoshikazu Mera (ct), John Elwes (t) en David Thomas (b); Bach Collegium Japan o.l.v. Masaaki Suzuki (BIS 891/892)
  • versie met alle alternatieven
    • Lorraine Hunt-Lieberson en Janet Williams (s), Patricia Spence (ms), Drew Minter (ct) en William Parker (b); Chamber Chorus of the University of Berkeley en Philharmonia Baroque Orchestra o.l.v. Nicholas McGegan (Harmonia Mundi HMU 907050.52)
  • Bewerking Mozart (in het Duits):
    • Monika Frimmer (s), Mechthild Georg (ms), Christophe Prégardien (t) en Stephan Schreckenberger (b); Rheinische Kantorei en Das Kleine Konzert o.l.v. Hermann Max (EMI Classics 51198-2)
    • Lynne Dawson (s), Bernarda Fink (a), Hans Peter Graf (t), Stephen Varcoe (bar) en Chris de Moor (b); Choeur de Chambre de Namur en La Grande Ecurie et La Chambre du Roy o.l.v. Jean-Claude Malgoire (Naïve NAI 3004)

s=sopraan; ms=mezzo-sopraan; a=alt; ca=contra-alt; ct=contra-tenor; t=tenor; bar=bariton; b=bas

Literatuur

  • Burrows, Donald (1994), Handel, The Master Musicians, New York, Schirmer Books/Macmillan Publishing Company
  • Dean, Winton (1982), Handel, The New Grove Dictionary of Music and Musicians/The Composer Biography Series, Londen, Macmillan
  • Dean, Winton (1972), Handel's Dramatic Oratorios and Masques, Londen, Oxford University Press
  • Erhardt, T.J.: Händels Messiah. Text, Musik, Theologie, Comes Verlag, Bad Reichenhall 2007
  • Hicks, Anthony (1980), Origins and the present performance, toelichting bij de grammofoonopname van The Academy of Ancient Music o.l.v. Christopher Hogwood
  • Hogwood, Christopher (2007), Handel, Londen, Thames & Hudson
  • Kenyon, Nicholas (1983), Handel's Messiah, toelichting bij de grammofoonopname van de English Baroque Solists o.l.v. John Eliot Gardiner
  • Larsen, Jens Peter (1972), Handel's Messiah. Origins, Composition, Sources, New York, Norton
  • Robbins Landon, H.C. (2001), Wolfgang Amadeus Mozart. Volledig overzicht van zijn leven en muziek, Baarn, Tirion Uitgevers
Zie de categorie Messiah van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.