Vlaamse overheid: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+zie ook
Regel 190: Regel 190:
* zo'n € 4 miljard voor Werk en Sociale Economie (door de overheveling van het doelgroepenbeleid naar de gewesten)
* zo'n € 4 miljard voor Werk en Sociale Economie (door de overheveling van het doelgroepenbeleid naar de gewesten)
* zo'n € 3 miljard voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken
* zo'n € 3 miljard voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken

== Zie ook ==
* [[Gewestelijke Overheidsdienst Brussel]]


== Externe links ==
== Externe links ==

Versie van 20 nov 2016 22:29

De Vlaamse overheid is verantwoordelijk voor het voorbereiden, formuleren en uitvoeren van het beleid van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering zijn de belangrijkste organen. Sinds de hervorming Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) op 1 januari 2006 in werking trad, wordt de term Vlaamse overheid ook gebruikt als verzamelnaam voor alle overheidsadministraties van de Vlaamse regering.

Wetgevende macht

Het Vlaams Parlement vormt de wetgevende macht. Dit parlement vormt de volksvertegenwoordiging van Vlaanderen en zetelt in Brussel. Het telt 124 leden. Het legt de spelregels voor het openbaar bestuur in Vlaanderen vast in decreten (binnen de beperkingen van de Vlaamse wetgeving én van de Belgische grondwet). Het keurt verder elk jaar de begroting goed en controleert de werking van de regering.

Strikt juridisch gezien is het Vlaams Parlement de volksvertegenwoordiging van de Vlaamse Gemeenschap. Het Vlaamse Gewest heeft géén eigen volksvertegenwoordiging; al zijn bevoegdheden worden uitgeoefend door het Vlaams Parlement. Dat kreeg alle bevoegdheden die de Belgische wetgever aan de gewesten toewees, overgedragen onmiddellijk na de oprichting van de gemeenschappen en de gewesten. Daardoor werd het Vlaams Parlement ook de feitelijke volksvertegenwoordiging van het Vlaams Gewest.

Uitvoerende macht

De Vlaamse Regering vormt de uitvoerende macht. Zij moet de decreten van het Vlaams Parlement uitvoeren en ze staat in voor het dagelijks bestuur van Vlaanderen. De regering kan daarvoor rekenen op een uitgebreide overheidsadministratie met 48 010 personeelsleden (in 2009).[1]

De oude structuur: één ministerie en diverse instellingen

Tot 1 januari 2006 bestond de overheidsadministratie uit:

De VOI's en VWI's werkten vrij onafhankelijk en konden zelf beslissen hoe ze het overheidsbeleid uitvoerden. Daarbij stonden ze wel onder toezicht van de minister.

De nieuwe structuur: 12 beleidsdomeinen

Met het in werking treden van het Beter Bestuurlijk Beleid worden alle departementen en instellingen vanaf 1 januari 2006 gaandeweg geïntegreerd in één Vlaamse overheidsstructuur met 13 beleidsdomeinen. Ieder beleidsdomein omvat een homogeen pakket bevoegdheden.

Elk beleidsdomein bestaat uit één Departement en een aantal Verzelfstandigde Agentschappen. De departementen houden zich voornamelijk bezig met beleidsvoorbereiding, zoals het voorbereiden van regeringsbeslissingen. De agentschappen houden zich voornamelijk bezig met beleidsuitvoering, zoals subsidies toekennen of wegen onderhouden.

Sommige agentschappen worden rechtstreeks aangestuurd door de bevoegde minister. Dat zijn de Intern Verzelfstandigde Agentschappen (IVA's). In andere agentschappen zit er nog een raad van bestuur tussen de minister en het agentschap. Dat zijn de Extern Verzelfstandigde Agentschappen (EVA's).

Sommige IVA's hebben een eigen rechtspersoonlijkheid gekregen, waardoor ze uit eigen naam contracten kunnen afsluiten met derden. De overige IVA's hebben geen eigen rechtspersoonlijkheid en moeten hun contracten, net als de departementen, afsluiten in naam van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.

De EVA's hebben allemaal rechtspersoonlijkheid. De meeste EVA's moeten zich daarbij houden aan de regels van het publiek recht. Maar een paar EVA's mogen de regels van het privaatrecht volgen. Het gaat meestal om agentschappen die een specifieke juridische structuur hebben (bijvoorbeeld een vzw of een nv) of die voordien reeds om een andere reden als een privaatrechtelijke organisatie bestonden.

In plaats van één Vlaams ministerie voorheen, spreekt men sinds de hervorming over dertien Vlaamse ministeries - één per beleidsdomein. De term ministerie vormt dan een verzamelnaam voor het departement en de IVA's zonder rechtspersoonlijkheid binnen een beleidsdomein. Maar in de praktijk wordt deze term niet in alle beleidsdomeinen gebruikt. Er is ook geen hiërarchisch niveau in de personeelsbezetting dat ermee overeenkomt: de leidinggevende ambtenaren van het departement en van de agentschappen zijn juridisch gezien elkaars gelijken en staan allen rechtstreeks onder het gezag van de bevoegde minister.

Om de dialoog tussen de ministers en de leidinggevende ambtenaren te stroomlijnen, werd op 8 december 2006 een college van ambtenaren-generaal opgericht. Dit is een advies- en overlegorgaan waarin dertien topambtenaren zetelen, één per beleidsdomein. Het college kan advies verlenen aan de Vlaamse regering en standpunten innemen namens alle departementen en agentschappen.

Overzicht

Hieronder volgt een overzicht van de 12 beleidsdomeinen met de verschillende departementen en agentschappen (De beleidsdomeinen Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) en Bestuurszaken (BZ) werden in 2015 samengevoegd tot het Beleidsdomein Kanselarij en Bestuur). Bij de agentschappen is telkens aangeduid of het om een Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid (IVA met rp) of zonder rechtspersoonlijkheid (IVA zonder rp) gaat, dan wel om een Extern Verzelfstandigd Agentschap dat publiekrechtelijk (EVA publiek) of privaatrechtelijk (EVA privaat) vormgegeven is.

  1. Kanselarij en Bestuur (KB)
  2. Financiën en Begroting (FB)
    • Departement Financiën en Begroting
    • Inspectie Financiën
    • Agentschap Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) - IVA zonder rp
  3. Internationaal Vlaanderen (iV)
  4. Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
  5. Onderwijs en Vorming (OV)
    • Departement Onderwijs en Vorming
    • Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) - IVA met rp (tot 2012); EVA publiek (sinds 2013)
    • Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) - IVA zonder rp
    • Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) - IVA zonder rp
    • Onderwijsinspectie
    • Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) - strategische adviesraad
  6. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG)
  7. Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM)
  8. Werk en Sociale Economie (WSE)
  9. Landbouw en Visserij (LV)
  10. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)
  11. Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)
  12. Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed (RWO)

Toekomstige agentschappen en hervormingen

In 2016 (oorspronkelijk 2012) werd het decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming goedgekeurd. Wanneer dit in werking treedt (te bepalen door de Regering), wordt het Vlaams Zorgfonds (deel van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) omgevormd tot het Agentschap voor Vlaamse sociale bescherming (IVA met rp).[5]

In het regeerakkoord 2014-2019 van de regering-Bourgeois werd besloten een aantal departementen, agentschappen en adviesraden samen te voegen om het aantal entiteiten te beperken en de administratie te vereenvoudigen. Zo zullen ook de volgende beleidsdomeinen worden samengevoegd:

  • Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) en Bestuurszaken (BZ) naar Kanselarij en Bestuur
  • Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) en Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed (RWO) naar Omgeving

In het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) bijvoorbeeld zal het Agentschap Wegen en Verkeer worden samengevoegd met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en zullen de NV Waterwegen en Zeekanaal en NV De Scheepvaart naar NV Waterwegen worden samengevoegd.

Uitzonderingen

Een aantal bestaande Vlaamse Openbare Instellingen werd niet meegenomen in de hervorming Beter Bestuurlijk Beleid. Toch behoren ze ook tot de Vlaamse administratie:

VITO en FWO zouden oorspronkelijk omgevormd worden tot een agentschap binnen het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie. De onderhandelingen hierover zijn nog niet afgerond.

De Vlaamse Opera en de VRT zouden oorspronkelijk omgevormd worden tot een extern verzelfstandigd agentschap binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Dit is echter niet gebeurd. Voor de Vlaamse Opera bestaan intussen plannen om ze om te vormen tot een vzw zoals de meeste andere grote cultuurhuizen in Vlaanderen. De VRT is buiten de hervorming gebleven nadat de hervorming tot een agentschap op grote weerstand stuitte binnen de VRT en in het Vlaams Parlement.

Het UZ Gent, de VMW en het Gemeenschapsonderwijs waren vanwege hun specifieke positie al eerder buiten de scope van BBB geplaatst.

Vlaamse Administratieve Centra

De meeste diensten van de Vlaamse overheid hebben hun hoofdzetel in Brussel. Vaak zijn er wel provinciaal gedecentraliseerde afdelingen, meestal in de provinciehoofdstad. De Vlaamse overheid heeft die diensten samengebracht in vijf nieuw gebouwde Vlaamse Administratieve Centra (VAC), één in elke provinciehoofdstad. Deze liggen telkens vlak bij het station van de stad om het gebruik van het openbaar vervoer door de ambtenaren te stimuleren.

Naam Provincie Adres Gebouw Opening
Vlaams Administratief Centrum Brugge West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1/2 (aan het station Brugge) Jacob van Maerlantgebouw april 2012
Vlaams Administratief Centrum Gent Oost-Vlaanderen Koningin Fabiolalaan (aan het station Gent-Sint-Pieters) Virginie Lovelinggebouw februari 2014
Vlaams Administratief Centrum Antwerpen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 (aan het station Antwerpen-Centraal) Anna Bijnsgebouw 2007
Vlaams Administratief Centrum Leuven Vlaams-Brabant Diestsepoort 6 (aan het station Leuven) Dirk Boutsgebouw mei 2011
Vlaams Administratief Centrum Hasselt Limburg Koningin Astridlaan 50 (aan het station Hasselt) Hendrik van Veldekegebouw 2004

Begroting

Jaarlijks wordt een Vlaamse begroting goedgekeurd, die enerzijds de inkomsten bevat en anderzijds de uitgaven.

De inkomsten komen vooral uit dotaties van het federale niveau, op basis van de bijzondere financieringswet (enerzijds de gemeenschapsdotatie en anderzijds de gewestdotatie). Andere inkomsten zijn onder andere de eigen belastingen die het Vlaams Gewest zelf kan innen (waarvoor de Vlaamse Belastingdienst werd opgericht).

Qua uitgaven gaan de meeste middelen (op een totaal van zo'n € 26 miljard aan uitgaven in de begroting van 2011) naar het volgende:

  • zo'n € 10 miljard voor het beleidsdomein Onderwijs en Vorming
  • zo'n € 3,5 miljard voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
  • zo'n € 3 miljard voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken

Sinds de zesde staatshervorming is het budget van een aantal beleidsdomeinen sterk toegenomen. De begroting van 2015 voorziet € 39,5 miljard in totaal, met de volgende beleidsdomeinen als grootste uitgaven:[6][7]

  • zo'n € 11 miljard voor Onderwijs
  • zo'n € 10,5 miljard voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (door de overheveling van het kindergeld naar de gemeenschappen)
  • zo'n € 4 miljard voor Werk en Sociale Economie (door de overheveling van het doelgroepenbeleid naar de gewesten)
  • zo'n € 3 miljard voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken

Zie ook

Externe links

Zie de categorie Government of Flanders van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.