Marnixplein (Amsterdam): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ronn (overleg | bijdragen)
wikilink
Woningen verhuisd naar Marnixplein 2C-8M en Marnixplein 10-12; Beeld naar Volksvrouw, oorlogsmon. naar Bevrijdingslinde
Regel 21: Regel 21:
Openbare Speeltuin No. 2. was geopend voor jongens en meisjes van zeven tot twaalf jaar, van mei tot en met september, tussen vijf uur 's middags en acht uur 's avonds. In 1884 kwamen er gemiddeld 1400 bezoekers per speeldag. De speeltuin bleef vele decennia in gebruik, totdat in 1953 werd besloten om op deze plek een gemeentelijke was- bad- en zweminrichting te bouwen. Het noordelijk deel van de voormalige speelplaats werd in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig nog wel gebruikt als rolschaatsbaan. In 1974 moest ook de rolschaatsbaan wijken voor de aanleg van het moderne 25-meterbad.<ref>[http://www.bma.amsterdam.nl/publish/pages/261810/bmachermarnixdef.pdf Cultuurhistorische verkenning Gemeente Amsterdam, Bureau Monumentenzorg en Archeologie]</ref>
Openbare Speeltuin No. 2. was geopend voor jongens en meisjes van zeven tot twaalf jaar, van mei tot en met september, tussen vijf uur 's middags en acht uur 's avonds. In 1884 kwamen er gemiddeld 1400 bezoekers per speeldag. De speeltuin bleef vele decennia in gebruik, totdat in 1953 werd besloten om op deze plek een gemeentelijke was- bad- en zweminrichting te bouwen. Het noordelijk deel van de voormalige speelplaats werd in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig nog wel gebruikt als rolschaatsbaan. In 1974 moest ook de rolschaatsbaan wijken voor de aanleg van het moderne 25-meterbad.<ref>[http://www.bma.amsterdam.nl/publish/pages/261810/bmachermarnixdef.pdf Cultuurhistorische verkenning Gemeente Amsterdam, Bureau Monumentenzorg en Archeologie]</ref>


==Woningen==
[[Bestand:G.B. Salm (architect).jpg|thumb||Portret van G.B. Salm in jubileumboek van de [[Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst]]]]
Na het [[slechten]] van de stadswal, en de verbreding van de Marnixstraat rond 1862 met delen van de langs de Lijnbaansgracht gelegen [[touwslager|lijnbanen]], was ruimte ontstaan voor de bouw van woningen. Veel kavels werden uitgegeven aan particulier initiatief. [[woningcorporatie|Woningbouwverenigingen]] bouwden er arbeiderswoningen en beleggers in vastgoed zetten er [[revolutiebouw]] neer voor de verhuur. Ten noorden van de Westerstraat en ten zuiden van de voormalige Zaagbarrière, pal aan het Marnixplein, bouwde de [[Remonstranten|Remonstrantsche]] Stichting in 1875 een complex met 36 arbeiderswoningen.

De architect was [[Gerlof Salm]]. Hij bracht de woningen onder in vier huizen, 2 smalle in het midden met tweekamerwoningen en twee bredere, iets vooruitspringende, aan weerszijden met vier rug-aan-rug-woningen van één kamer per verdieping, twaalf per portiek. De bouw van deze woningen door een kerkgenootschap was een rechtstreeks gevolg van een rapport dat was geschreven in 1870 door [[Henrick S. van Lennep]], J.B. Stokvis en G.H. Kuiper, waarin kerkelijke instanties werden uitgenodigd eenvoudige woningen te bouwen voor de minstbedeelden. Niet als investering, maar met een minimaal rendement op het geïnvesteerde vermogen om de huren betaalbaar te houden voor de doelgroep.

De Remonstrantsche Gemeente werd over de streep getrokken door Everdina Wilhelmina de Lanoy-van Manen, weduwe van de in 1874 overleden Frans de Lanoy. Uit zijn nalatenschap deed zij een schenking van 72.000 gulden voor de bouw. De woningen moesten worden verhuurd door de Remonstrantsch Gereformeerde gemeente. Leden van deze gemeente zouden de voorkeur hebben, maar gezinnen met een andere geloofsbelijdenis zouden niet worden uitgesloten. De helft van de zuivere opbrengst zou ten gunste moeten komen van [[diaconie]], de andere helft voor een weduwen- en wezenfonds. De eerste bewoners waren 26 remonstrantse gezinnen en 10 niet-remonstrantse, die wekelijks fl. 1,75 tot fl. 3,- huur betaalden.

Tot 1976 werd het blokje beheerd door de Remonstrantsche gemeente. Aangezien deze stichting niet was erkend als woningcorporatie en daarom geen aanspraak kon maken op broodnodige rijkssubsidies voor renovatie tot [[HAT-eenheid|hateenheden]], verkocht de stichting het blok in 1976 aan de gemeente Amsterdam. De Stichting HUIS (Huisvesting Uit Ideëel Oogpunt) verhuurde de woningen nog een aantal jaar aan jongeren, voordat het [[Gemeentelijk Woningbedrijf Amsterdam]] een renovatie uitvoerde in 1982. Sindsdien worden de 36 "burger- en werkmanswoningen" verhuurd aan één- en tweepersoonshuishoudens.

Het Gemeentelijk Woningbedrijf Amsterdam werd in 1994 geprivatiseerd in de Stichting Het [[Woningbedrijf Amsterdam]]. Tussen 2004 en 2014 fuseerde deze stichting met woningcorporaties in Almere, Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Haarlemmermeer en Weesp tot de huidige Stichting [[Ymere]], waardoor een van de grootste [[woningcorporatie|woningcorporaties]] van Nederland ontstond. De woningen worden tegenwoordig verhuurd door deze [[woningcorporatie]].

Langs de noordzijde van het plein staat een, aan de Marnixkade en de Nieuwe Gietersstraat grenzend, appartementencomplex met 35 [[Sociale woningbouw|sociale huurwoningen]], gebouwd door woningbouwvereniging [[Zomers Buiten]] in de [[jaren zestig]] van de [[20e eeuw]].


==Verkeer en vervoer==
==Verkeer en vervoer==
Regel 41: Regel 28:
Bij de kruising met de Marnixstraat liggen haltes voor de tramlijnen [[Tramlijn 3 (Amsterdam)|3]] en [[Tramlijn 10 (Amsterdam)|10]], de buslijnen 18 en 21 en de nachtbuslijnen 348 en 353.
Bij de kruising met de Marnixstraat liggen haltes voor de tramlijnen [[Tramlijn 3 (Amsterdam)|3]] en [[Tramlijn 10 (Amsterdam)|10]], de buslijnen 18 en 21 en de nachtbuslijnen 348 en 353.


==Bronzen beeld==
Voor het voormalige Wijkgebouw van de Hervormde Gemeente: ''het Marnixhuis'', aan het Marnixplein 2 / hoek Westerstraat, staat sinds eind [[jaren 60]] het bronzen beeld 'Volksvrouw' door [[Henk Henriët]] (1903-1945), dat hij maakte eind [[jaren 30]] van de [[20e eeuw]]. Het verbeeldt de volksvrouwen die het hoofd boven water wisten te houden in de crisisjaren. In [[1967]] werd het in het Stedelijk Museum bewaarde gipsmodel in brons gegoten.


{{Appendix}}
Ten zuiden van de kruising met de Westerstraat is in 1946 een bevrijdingslinde geplant door Jordanese kinderen. Een urn met hun namen bevindt zich onder de bijbehorende gedenksteen. Deze boom en plaquette moeten de herinnering levend houden aan de [[Bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland]] in de periode 1940-1945.


{{Appendix||2=
== Bron ==
* ''Van Concordia tot Lucky Luyk : 31 voorbeelden van gemeentelijk woningbeheer in Amsterdam'', Lucas Delfgaauw en Dolf Overwater, 1985
* ''Woningbouw voor arbeiders in het 19e-eeuwse Amsterdam'', Carol Schade, Amsterdam 1981
== Noten ==
{{References||2}}
}}
{{Commonscat|Marnixplein, Amsterdam}}
{{Commonscat|Marnixplein, Amsterdam}}
{{Navigatie pleinen Amsterdam}}
{{Navigatie pleinen Amsterdam}}

Versie van 10 mei 2017 14:46

Arbeiderswoningen aan het Marnixplein 2-8 van de Remonstrantsche Gemeente uit 1875

Het Marnixplein is een plein, in de jaren 70 van de 19e eeuw aangelegd op de oude zeventiende-eeuwse stadswallen van Amsterdam. Het ligt aan de Marnixstraat ten zuiden van huisnummer 213, nabij het westelijke einde van de Westerstraat, op de grens van de Jordaan en stadsdeel Amsterdam-West. Evenals de Marnixplantsoenen, de aangrenzende Marnixkade en de Marnixstraat is het plein vernoemd naar Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598), schrijver, politicus en vertrouweling van Willem van Oranje.

Stadsvernieuwing uit de jaren 60 van Zomers Buiten

Zaagpoort

Het Marnixplein is aangelegd langs de voormalige stadswal aan het pad dat men de Schans noemde, iets ten zuiden van het zesde bolwerk, dat de naam Bolwerk Karthuizen droeg.[1] Hier stond de korenmolen De Kat, die in 1869 werd gesloopt. Ten westen van de aangrenzende Singelgracht in de huidige Frederik Hendrikbuurt stond tussen de 17e eeuw en eind 19e eeuw een grote groep zaagmolens. Iets ten noorden van het huidige Marnixplein ter hoogte van de Nieuwe Gietersstraat, stond de in 1857 gesloopte Zaagpoort. Hier lag ook de Zaagbarrière, die bestond uit een hek met twee commiezenhuisjes waar, tot de afschaffing in 1866, stadsaccijnzen werden geïnd. Als plaatsaanduiding bleef de naam Zaagpoort nog lang na de afbraak in gebruik. De Zaagpoortbrug (brug nr. 161) over de Singelgracht verbindt het plein en de Marnixkade met het Frederik Hendrikplantsoen en de Nassaukade. De Anjeliersbrug (brug nr. 128) overspant de Lijnbaansgracht en vormt de verbinding met de Westerstraat (de in 1861 gedempte Anjeliersgracht).

Baden, wassen en zwemmen

Burgemeester D'Ailly
Sportcomplex Het Marnix

Sinds 2006 staat aan aan het Marnixplein / hoek Marnixstraat: Het Marnix, een sportcomplex met onder meer twee zwembaden, een sportzaal en een fitnesscentrum.

Van 1955 tot 2004 stond hier het Marnixbad, waarvan het hoofdgebouw werd gebouwd als gemeentelijke was-, bad- en zweminrichting. Op 11 augustus 1953 werd de eerste paal voor dit gebouw geslagen. Op 3 september 1955 opende burgemeester Arnold Jan d'Ailly de inrichting. Bij de sloop in 2004 was het Marnixbad inmiddels een paar keer uitgebreid: in 1974 kwam er een lagere langgerekte aanbouw bij aan de noordzijde en in 1990 een lage westelijke uitbreiding daarvan.

Tweede speeltuin van Amsterdam

Op de huidige plek van Het Marnix was van 1881 tot in de eerste helft van de 20ste eeuw de Openbare Speeltuin No. 2 gevestigd. Deze tweede speeltuin van Amsterdam werd op woensdag 24 augustus 1881 geopend door de heer M. Brandt Corstius van de Vereeniging tot Vereedeling van het Volksvermaak. De speeltuin was opgericht door filantropische ondernemers die hoopten op deze manier de Jordaanjeugd te weerhouden van baldadigheid en “het ellendige dobbelen op straat en andere ongezonde en onbeschaafde straatvermaken”.[2]

De initiatiefnemer van beide projecten was Nicolaas Tetterode, directeur-eigenaar van N.V. Lettergieterij Amsterdam aan de Bloemgracht. Tetterode was een drijvende kracht achter de Vereeniging tot Vereedeling van het Volksvermaak. De eerste speeltuin op het Tweede Weteringplantsoen, die in 1880 was opengegaan, was zo’n succes, dat al na enkele maanden besloten werd een tweede te beginnen, op een gemeenteterrein ‘buiten de Zaagpoort’. Een van de jonge bezoekers was de latere schrijver/onderwijzer Theo Thijssen.

Openbare Speeltuin No. 2. was geopend voor jongens en meisjes van zeven tot twaalf jaar, van mei tot en met september, tussen vijf uur 's middags en acht uur 's avonds. In 1884 kwamen er gemiddeld 1400 bezoekers per speeldag. De speeltuin bleef vele decennia in gebruik, totdat in 1953 werd besloten om op deze plek een gemeentelijke was- bad- en zweminrichting te bouwen. Het noordelijk deel van de voormalige speelplaats werd in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig nog wel gebruikt als rolschaatsbaan. In 1974 moest ook de rolschaatsbaan wijken voor de aanleg van het moderne 25-meterbad.[3]


Verkeer en vervoer

Het voormalige Marnixhuis met het beeld Volksvrouw van Henk Henriët

Het Marnixplein is een drukke verkeersader. Over het plein komen trams en een aantal stadsbussen. Het Marnixplein vormt een korte onderbreking van de Marnixstraat en bestaat eigenlijk uit een T-splitsing. Het plein staat bekend als black spot. De verkeerssituatie wordt gezien als onveilig en onoverzichtelijk. Er zijn herhaaldelijk ongelukken gebeurd, waarvan in juni 2009 één met dodelijke afloop, toen een twaalfjarige jongen op zijn fiets werd geschept door een vrachtwagen. De bewoners van het plein en de Marnixstraat hielden uit protest een stille tocht en schilderden zonder toestemming van de gemeente een zebrapad op het plein. Er vinden volgens hen te veel (bijna-)ongelukken plaats. Na de protesten zijn er verkeersdrempels, een extra zebrapad en een fietspad aangelegd.

Bij de kruising met de Marnixstraat liggen haltes voor de tramlijnen 3 en 10, de buslijnen 18 en 21 en de nachtbuslijnen 348 en 353.


Zie de categorie Marnixplein, Amsterdam van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.