Waterstofspectrum: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 182: Regel 182:


[[Categorie:Natuurkunde]]
[[Categorie:Natuurkunde]]
[[Categorie:Waterstof]]

Versie van 11 mei 2017 03:46

Het spectrum van waterstof op een logarithmische schaal van de golflengte.

Het waterstofspectrum is de verzameling van golflengten (kleuren) van licht dat een waterstofatoom kan uitzenden. De bijbehorende frequenties worden gegeven door de formule van Johannes Rydberg. De spectraallijnen van waterstof zijn in de sterrenkunde van belang om waterstof aan te tonen en de snelheid van materie te bepalen met behulp van de roodverschuiving.

Energieniveaus

Overgangen van elektronen en de bijbehorende golflengtes van de uitgezonden fotonen voor de eerste drie reeksen van waterstof. De energieniveaus zijn niet op schaal weergegeven.

Waterstof is het eerste element in het periodiek systeem. Het atoom bevat één proton en één elektron. Dit elektron kan zich slechts op wel bepaalde energieniveaus bevinden (zie atoommodel van Bohr). Wanneer het elektron zich van een hoger naar een lager energieniveau begeeft zendt het een foton uit waarvan de energie gelijk is aan het verschil van de twee energieniveaus. Bijgevolg kan het atoom slechts licht uitzenden van karakteristieke discrete frequenties: het zogenaamde spectrum. Dit spectrum is specifiek voor elk atoom en is een soort vingerafdruk van elk element. Zo kan men over grote afstanden de samenstelling van de sterren vaststellen door hun spectrum in spectraallijn te ontleden.

Onderzoekers vonden wetmatigheden in de frequenties, die, zo bleek later, terug te voeren waren tot het energieniveau waarnaar de elektronen terugvielen. Zo zijn er de volgende reeksen:

Naam van de reeks Afkorting Energieniveau Golflengtes
Lyman Ly 1e 121,6 - 91,1 nm
Balmer Ba 2e 656 - 365 nm
Paschen Pa 3e 1870 - 820 nm
Brackett Br 4e 4050 - 1460 nm
Pfund Pf 5e 7460 - 2280 nm
Humphreys Hu 6e 12377 - 3280 nm

De golflengte 656 nm die bij terugval van niveau 3 naar 2 ontstaat is de zogenaamde Hα-lijn, die de karakteristieke rode kleur van emissienevels veroorzaakt. In de Balmerreeks is het de overgang met het kleinste energieverschil tussen de elektronenbanen (orbitalen), dus de grootste golflengte. Naarmate het elektron uit een hogere baan terugkeert, wordt het energieverschil groter, de golflengte dus kleiner. Omdat de hogere orbitalen in energie steeds dichter op elkaar liggen, komen de spectraallijnen ook steeds dichter op elkaar te liggen.

Rydbergformule

De energieverschillen tussen de niveaus in het Bohrmodel en daarmee ook de golflengtes van de geabsorbeerde en uitgezonden fotonen worden gegeven door de Rydbergformule[1]:

met n het beginenergieniveau, n′ het uiteindelijke energieniveau en R de Rydbergconstante.[2] De formule levert alleen zinnige resultaten groter dan nul als n groter is dan n′. De limiet van 1/oneindig is 0.

Reeksen

Alle golflengte worden met drie significante cijfers gegeven.

Lymanreeks (n′ = 1)

Zie Lymanreeks voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
λ (nm)
2 122
3 103
4 97,2
5 94,9
6 93,7
91,1

De reeks heet naar zijn ontdekker Theodore Lyman, die deze spectraallijnen ontdekte tussen 1906-1914. Alle golflengtes in de Lymanreeks liggen in het ultraviolet[3][4].

Balmerreeks (n′ = 2)

Zie Balmerreeks voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
λ (nm) Naam
3 656 H - α
4 486 H - β
5 434 H - γ
6 410 H - δ
7 397 H - ε
365

Deze reeks heet naar Johann Balmer, die de Balmerformule in 1885 ontdekte, een empirische vergelijking om de Balmerreeks mee te voorspellen. Balmerlijnen heten volgens de traditie "H-alfa", "H-beta", "H-gamma" enzovoorts, waar H het element waterstof aanduidt.[5] Vier Balmerlijnen vallen in het zichtbare deel van het spectrum, met golflengtes langer dan 400 nm. Delen van de Balmerreeks komen voor in het zonnespectrum. H-alpha is belangrijk in de sterrenkunde om waterstof aan te tonen.

De zichtbare spectraallijnen van het emissiespectrum van waterstof in de Balmerreeks. H-alfa is de rode lijn rechts, H-beta de groenblauwe lijn links daarvan, enzovoorts.

Paschenreeks (n′ = 3)

λ (nm)
4 1870
5 1280
6 1090
7 1000
8 954
820

Deze reeks is vernoemd naar de Oostenrijks-Duitse natuurkundige Friedrich Paschen die hem het eerst waarnam in 1908. De Paschenlijnen liggen alle in het infrarood[6].

Brackettreeks (n′ = 4 )

λ (nm)
5 4050
6 2630
7 2170
8 1940
9 1820
1460

De Amerikaanse natuurkundige Frederick Sumner Brackett nam deze lijnen als eerste waar in 1922[7].

Pfundreeks (n′ = 5)

λ (nm)
6 7460
7 4650
8 3740
9 3300
10 3040
2280

Deze reeks werd experimenteel ontdekt in 1924 door August Herman Pfund[8].

Humphreysreeks (n′ = 6)

λ (nm)
7 12400
8 7500
9 5910
10 5130
11 4670
3280

Deze reeks werd ontdekt door de Amerikaanse natuurkundige Curtis J. Humphreys[9].

Rol in de astronomie

het spectrum van de A0 ster Wega tussen 382 en 1020 nm met links sterke Balmerlijnen

De Balmerreeks wordt vaak gebruikt in de astronomie omdat waterstof het meest voorkomende element is in het heelal. Zo bijvoorbeeld om de ouderdom (spectraalklasse) van sterren vast te stellen. Jonge B en A sterren laten sterke Balmer absorptielijnen zien in hun spectra.

Zie ook