Kunstsecundair onderwijs: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k →‎top: één van de – http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/en_een_van_de/, replaced: is één van de → is een van de met AWB
Regel 1: Regel 1:
Het '''kunstsecundair onderwijs''' (KSO) is één van de vier [[onderwijsvorm]]en in de tweede en de derde graad van het [[secundair onderwijs]] in de [[Vlaamse Gemeenschap]]. Dit [[kunstonderwijs]] wordt ingericht door specifieke kunstscholen (balletschool of [[conservatorium]]), maar ook door scholen met een parallel [[algemeen secundair onderwijs|ASO]], [[technisch secundair onderwijs|TSO]] en/of [[beroepssecundair onderwijs|BSO]]-aanbod.
Het '''kunstsecundair onderwijs''' (KSO) is een van de vier [[onderwijsvorm]]en in de tweede en de derde graad van het [[secundair onderwijs]] in de [[Vlaamse Gemeenschap]]. Dit [[kunstonderwijs]] wordt ingericht door specifieke kunstscholen (balletschool of [[conservatorium]]), maar ook door scholen met een parallel [[algemeen secundair onderwijs|ASO]], [[technisch secundair onderwijs|TSO]] en/of [[beroepssecundair onderwijs|BSO]]-aanbod.


Het KSO combineert algemene vakken met kunsttheoretische en praktijkvakken (atelier of instrument). De combinatie van een algemene en een kunstzinnige vorming biedt jongeren de kans om niet te moeten kiezen tussen de [[kunst]] of de studies. Daarom trekt deze [[onderwijsvorm]] relatief gezien het grootste aantal buitenlandse (waaronder veel [[Nederland]]se) leerlingen.{{Bron?||2011|08|30}} De term '''kunsthumaniora''' is een onofficiële benaming waarmee scholen het hoge niveau van hun algemene vakken onderstrepen die net zoals de (klassieke) [[Algemeen secundair onderwijs|humaniora]] voorbereiden op universitair hoger onderwijs.
Het KSO combineert algemene vakken met kunsttheoretische en praktijkvakken (atelier of instrument). De combinatie van een algemene en een kunstzinnige vorming biedt jongeren de kans om niet te moeten kiezen tussen de [[kunst]] of de studies. Daarom trekt deze [[onderwijsvorm]] relatief gezien het grootste aantal buitenlandse (waaronder veel [[Nederland]]se) leerlingen.{{Bron?||2011|08|30}} De term '''kunsthumaniora''' is een onofficiële benaming waarmee scholen het hoge niveau van hun algemene vakken onderstrepen die net zoals de (klassieke) [[Algemeen secundair onderwijs|humaniora]] voorbereiden op universitair hoger onderwijs.

Versie van 15 okt 2017 12:21

Het kunstsecundair onderwijs (KSO) is een van de vier onderwijsvormen in de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Dit kunstonderwijs wordt ingericht door specifieke kunstscholen (balletschool of conservatorium), maar ook door scholen met een parallel ASO, TSO en/of BSO-aanbod.

Het KSO combineert algemene vakken met kunsttheoretische en praktijkvakken (atelier of instrument). De combinatie van een algemene en een kunstzinnige vorming biedt jongeren de kans om niet te moeten kiezen tussen de kunst of de studies. Daarom trekt deze onderwijsvorm relatief gezien het grootste aantal buitenlandse (waaronder veel Nederlandse) leerlingen.[bron?] De term kunsthumaniora is een onofficiële benaming waarmee scholen het hoge niveau van hun algemene vakken onderstrepen die net zoals de (klassieke) humaniora voorbereiden op universitair hoger onderwijs.

Het KSO omvat drie studiegebieden: ballet, beeldende kunst en podiumkunsten, waarbinnen telkens een aantal studierichtingen worden aangeboden. Sommige zijn eerder theoretisch ter voorbereiding op hoger (kunst-)onderwijs, andere zijn meer toegepast en leiden naar directe tewerkstelling. De studierichtingen ballet, dans en muziek mogen een auditie organiseren die bepaalt of een leerling wordt toegelaten. Voor de opleidingen woord en muziek wordt samengewerkt met het deeltijds kunstonderwijs.[bron?]

Ballet

  • Ballet
  • Modern ballet

De Koninklijke Balletschool in Antwerpen is de enige school die klassiek ballet aanbiedt. Modern ballet wordt niet aangeboden op KSO-niveau.[1]

Beeldende kunsten

  • Artistieke opleiding
  • Audiovisuele vorming met specialisatiejaar audiovisuele vormgeving
  • Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
    • Architecturale en binnenhuiskunst
    • Industriële kunst
    • Toegepaste beeldende kunst
    • Vrije beeldende kunst
  • Beeldende en architecturale vorming, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:

Er is een zevende jaar bijzondere beeldende vorming als voorbereiding op hoger onderwijs en een specialisatiejaar architecturale vorming, audiovisuele, industriële, ruimtelijke of grafische vormgeving.[2]

De Sint-Lukas Kunsthumaniora in Schaarbeek, het Sint-Lucas kunstsecundair in Antwerpen en de Sint-Lucasschool in Gent zetten exclusief in op beeldende kunsten. Het Stedelijk Secundair Kunstinstituut Gent, de Brugse kunsthumaniora, de Kunstschool Genk en de Kunsthumaniora Hasselt bieden naast beeldende kunsten ook podiumkunsten.

Podiumkunsten

Er is een zevende jaar bijzondere vorming muziek, dans, of woordkunst als voorbereiding op hoger onderwijs en een specialisatiejaar musical.[bron?]

De Kunsthumaniora Brussel, De! Kunsthumaniora in Wilrijk en de Kunsthumaniora Hasselt bieden zowel muziek, woordkunst als dans. Het MUDA Atheneum voor Podiumkunsten in Evergem biedt muziek en dans. Het Lemmensinstituut in Leuven biedt muziek en woord. Algemeen genomen fungeert elke kunsthumaniora als vooropleiding van een conservatorium (hoger onderwijs, niet te verwarren met de deeltijdse muziekschool).