Synflorescentie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling
Regel 22: Regel 22:
{{Navigatie bloeiwijzen}}
{{Navigatie bloeiwijzen}}


[[Categorie:Bloemmorfologie]]
[[Categorie:Bloeiwijze| ]]

Versie van 26 nov 2017 15:27

Synflorescenties bij Scirpus:
1: Scirpus radicans, en
2: Bosbies (Scirpus sylvaticus).

Een synflorescentie is een soms sterk vertakte, samengestelde bloeiwijze, die gekenmerkt wordt door een eindelingse bloeiwijze met daaronder zijdelings ingeplante bloeiwijzen.

Synflorescenties komen voor bij bijvoorbeeld echte grassen (Poaceae) en cypergrassen (Cyperaceae). Andere voorbeelden zijn het samengesteld gevorkt bijscherm en het samengesteld scherm.

Beschrijving

Op de (spil, hoofdas of rachis) van de synflorescentie staan in de oksels van hoogtebladen of bracteeën de zijassen (rachilla's) ingeplant. De zijassen kunnen bij sommige groepen nog een vliezig, de basis van de zijas nauw omsluitend voorblad of profyllum hebben. Bij de cypergrassen heet dit "cladoprofyllum". Aan het uiteinde van de spil staan in een aar nog bloemen. De eindelingse bloeiwijze wordt ook wel "coflorescentie" genoemd. Bij zegges is die terminale bloeiwijze de mannelijke aar, en zijn de daaronder geplaatste vrouwelijke of tweeslachtige aren ook weer bloeiwijzen.

De bloemen zijn een- of tweeslachtig en staan in aartjes. Deze aartjes staan dus weer in de samengestelde bloeiwijzen, zoals de schijnbaar onregelmatig gebouwde pluimen en in aren.

De synflorescenties kunnen gereduceerd zijn tot meer eenvoudige vormen zoals de aren bij grassen.

Literatuur