Militaire revolutie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:


== Dril ==
== Dril ==
De groeiende legers bewapend met handvuurwapens maakten nieuwe tactieken en onderlinge afstemming noodzakelijk. Waar bij de ridders de nadruk had gelegen op de individuele beheersing van de krijgskunsten, was dit voor een infanterist veel minder belangrijk. Men moest vooral in [[Formatie (militair)|formatie]] blijven, ook terwijl mede-soldaten wegvielen. Tussen 1590 en 1610 werd onder [[Maurits van Oranje]] een op Romeinse militaire handboeken gebaseerde techniek uitgewerkt die dit mogelijk moest maken. Jarenlange [[Exerceren|dril]] moest formaties in staat stellen om als één man te reageren en in het heetst van de strijd orders om te vuren af te wachten.
De groeiende legers bewapend met handvuurwapens maakten nieuwe tactieken en onderlinge afstemming noodzakelijk. Waar bij de ridders de nadruk had gelegen op de individuele beheersing van de krijgskunsten, was dit voor een infanterist veel minder belangrijk. Men moest vooral in [[Formatie (militair)|formatie]] blijven, ook terwijl mede-soldaten wegvielen. Tussen 1590 en 1610 werd onder [[Maurits van Oranje]] een op Romeinse militaire handboeken gebaseerde techniek uitgewerkt die dit mogelijk moest maken. Jarenlange [[Exerceren|dril]] moest formaties in staat stellen om als één man te reageren en in het heetst van de strijd orders om te vuren af te wachten. De [[contramars]], het roterend afvuren in salvo's door [[musketier]]s, was ook een nieuwe methode dat continue geoefend moest worden.


== Logistiek ==
== Logistiek ==

Versie van 14 jan 2018 18:34

De militaire revolutie is de radicale verandering van militaire strategie en tactiek in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa. Dit hing samen met de komst van grote infanterielegers, het toenemende gebruik van steeds krachtiger vuurwapens, de daarmee gepaard gaande veranderingen in de bouw van vestingen en daardoor snel stijgende kosten van oorlogsvoering. Het concept werd in 1955 geïntroduceerd door Roberts.

Aanloop

Resten van goedendags, waarmee voetvolk een ridderleger versloeg in de Guldensporenslag in 1302

Vanaf de dertiende eeuw bleken piekeniers en boogschutters in staat om ridders te bedwingen, wat versterkt werd door de komst van veldartillerie. Er trad een commercialisering van de oorlogsvoering op, waarbij Milaan en Venetië het voortouw namen met het gebruik van huursoldaten. De macht verschoof daardoor van de lokale heren naar de koning, op voorwaarde dat deze in staat was voldoende belastingen te heffen. Het geld moest worden opgebracht door steden die in ruil daarvoor privileges afdwongen en zo meer macht verkregen. De ridderstand verloor daarmee aan betekenis en daarmee de daarbij horende gedragscode. De huurlingen ging het niet om de eer of gevangenneming van edelen ter verkrijging van losgeld, maar slechts het levend bereiken van de overwinning. De wreedheid op het slagveld nam dan ook toe.

Het belang van de feodaliteit nam dan ook af en aan het einde van de vijftiende eeuw brachten Spanje en Frankrijk de eerste staande legers sinds lange tijd in Europa in het veld. Frankrijk maakte daarbij gebruik van Zwitserse landsknechten en had daarmee een belangrijk voordeel op het slagveld. Vanaf 1520 werd dit overwicht betwist met de inzet van Duitse landsknechten en vooral de Spaanse tercios.

Veldartillerie

De Dulle Griet, een bombarde uit 1431

Vanaf ongeveer 1420 raakte veldartillerie in gebruik op de Europese slagvelden. Tijdens de verovering van Granada (1482-1492), het sluitstuk van de Reconquista, leerde men hoe men grote stukken artillerie moest vervoeren met behulp van vele paarden. Het overwicht dat met de nieuwe artillerie bereikt kon worden, bleek met de inval van Karel VIII in Italië in 1494 en het gemak waarmee deze invasie van het Italiaanse schiereiland plaats kon vinden.

Vestingbouw

De vesting rond Coevorden van 1646.

In de daaropvolgende Italiaanse Oorlogen, die tot 1559 zouden duren, ontstond een wedloop tussen zware artillerie en vestingbouw. Waar eerdere vestingen niet bestand waren tegen de zware kanonnen, nam de vestingbouw in Italië een grote vlucht en rond 1520 waren veel steden weer vrijwel onneembaar. Onder meer Michelangelo en Leonardo da Vinci werkten enige tijd aan verbeterde vestingontwerpen. Langdurige belegeringen waren het gevolg. Dure vestingen en grote legers met kostbare artillerie joegen de kosten omhoog voor zowel de aanval als de verdediging.

Dril

De groeiende legers bewapend met handvuurwapens maakten nieuwe tactieken en onderlinge afstemming noodzakelijk. Waar bij de ridders de nadruk had gelegen op de individuele beheersing van de krijgskunsten, was dit voor een infanterist veel minder belangrijk. Men moest vooral in formatie blijven, ook terwijl mede-soldaten wegvielen. Tussen 1590 en 1610 werd onder Maurits van Oranje een op Romeinse militaire handboeken gebaseerde techniek uitgewerkt die dit mogelijk moest maken. Jarenlange dril moest formaties in staat stellen om als één man te reageren en in het heetst van de strijd orders om te vuren af te wachten. De contramars, het roterend afvuren in salvo's door musketiers, was ook een nieuwe methode dat continue geoefend moest worden.

Logistiek

Met de groei van de legers en de complexiteit van de oorlogsvoering, groeide de noodzaak aan een goed georganiseerde logistiek. Cavalerie, artillerie en infanterie hadden behoefte aan voedsel, paarden, buskruit en vele andere zaken. Het aantal ondersteunende taken en daarmee het aantal manschappen nam hierdoor sterk toe.

Zee

Hoewel Roberts de opkomst van gespecialiseerde oorlogsschepen niet behandelde als onderdeel van de militaire revolutie hebben historici na hem dit wel gedaan, vooral Parker. Gedurende de Vroegmoderne Tijd verschoof het evenwicht van geroeide galeien met ramstevens of tijdelijk gehuurde koopvaarders die elkaar enterden, naar zeilschepen met kanonnen in de zij die elkaar bestookten vanuit de kiellinie. Aangezien andere grootmachten als de Ottomanen, de Mogols en de Qing tot de achttiende eeuw geen schepen bouwden die sterk genoeg waren om een batterij kanonnen af te vuren, verkregen de Europese staten hiermee een langdurig militair overwicht.

Gevolgen

De militaire revolutie had een aantal gevolgen. Slechts de rijkste staten waren in staat om oorlogen op deze manier te financieren. Veel kleine staatjes werden dan ook in de loop van de tijd opgeslokt, waardoor de macht geconcentreerd raakte en de basis werd gelegd voor de moderne staten.

Het gaf Europa ook een voorsprong op de grote rijken. Hoewel de Ottomanen, de Mogols en de Qing allen delen uit de militaire revolutie overnamen, namen ze deze geen van allen in zijn geheel over. Deels omdat dit vooralsnog in hun situatie niet nodig was, deels omdat het niet mogelijk was. Zodra het echter op een confrontatie aankwam met de Europeanen bleek de achterstand vaak toch te groot.

Als laatste maakte de militaire revolutie na meer dan twee millennia een einde aan de macht van de nomadenvolken. Met hun paarden, hun snelheid en de beschikbaarheid van elk mannelijk stamlid om als krijger te dienen, hadden zij lang een belangrijke macht kunnen uitoefenen. De agrarische samenleving kon echter niet inspelen op het gebruik van kanonnen en ontbrak het aan het achterliggende financiële systemen die de stedelijke samenleving ontwikkeld had.

Literatuur

  • Adams, S. (1995): Tactics or Politics? The Military Revolution' and the Habsburg Hegemony, 1525-1648 in Rogers, Clifford J (editor). The Military Revolution. Readings on the military transformation of Early Modern Europe, Oxford,
  • Ayton, A.; Price, J.L. (1998): The Medieval Military Revolution: State, Society and Military Change in Medieval and Early Modern Europe, I.B. Tauris,
  • Black, J. (1991): A Military Revolution? Military Change and European Society 1550-1800, Humanities Press,
  • Clark, G. (2009): War and Society in the Seventeenth Century, Cambridge University Press,
  • Parker, N.G. (1996): The Military Revolution, 1500-1800: Military Innovation and the Rise of the West, Cambridge University Press,
  • Roberts, M. (1956): The military revolution, 1560-1660: an inaugural lecture delivered before the Queen's University of Belfast, M. Boyd,
  • Rogers, C.J. (1993): The military revolutions of the Hundred Years War, The Journal of Military History 57,
  • Talens, J. (1999): Een feodale samenleving in koloniaal vaarwater. Staatsvorming, koloniale expansie en economische onderontwikkeling in Banten, West-Java, 1600-1750, Verloren.