Jan-Carl Raspe: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Leos1968 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Bakker Schut zat vuistdiep in de RAF, dat is niet bepaald onafhankelijk
Regel 6: Regel 6:
Op 1 juni 1972 werd Raspe samen met [[Andreas Baader]] en [[Holger Meins]] door de politie in [[Frankfurt am Main]] gearresteerd. Hij werd tot levenslang veroordeeld.
Op 1 juni 1972 werd Raspe samen met [[Andreas Baader]] en [[Holger Meins]] door de politie in [[Frankfurt am Main]] gearresteerd. Hij werd tot levenslang veroordeeld.


Op 18 oktober 1977 werd Jan-Carl Raspe zwaargewond van een schotwond in zijn cel aangetroffen. Op weg naar het ziekenhuis overleed hij. [[Andreas Baader]] en [[Gudrun Ensslin]] werden dood in hun cel aangetroffen, terwijl [[Irmgard Möller]] ernstig gewond was met een steekwond. De Duitse overheid stelt dat ze zelfmoord hebben gepleegd; een lezing die door onafhankelijke en buitenlandse experts bestreden wordt.<ref>Onder anderen door [[Pieter Bakker Schut]]: ''Stammheim. Der Prozess gegen die Rote Armee Fraktion'', Neuer Malik Verlag, Kiel 1986, ISBN 3-89029-010-8; als heruitgave onder de titel: ''20 Jahre Stammheim – Die notwendige Korrektur der herrschenden Meinung'', Pahl-Rugenstein Verlag, Bonn 1997, ISBN 3-89144-247-5; 2. bearb. Aufl. 2007, ISBN 978-3-89144-247-0.
Op 18 oktober 1977 werd Jan-Carl Raspe zwaargewond van een schotwond in zijn cel aangetroffen. Op weg naar het ziekenhuis overleed hij. [[Andreas Baader]] en [[Gudrun Ensslin]] werden dood in hun cel aangetroffen, terwijl [[Irmgard Möller]] ernstig gewond was met een steekwond. De Duitse overheid stelt dat ze zelfmoord hebben gepleegd; een lezing die door onder meer de Nederlands RAF-advocaat [[Pieter Herman Bakker Schut|Pieter Bakker Schut]] en de Duitse publicist [[Helge Lehmann]] bestreden wordt.<ref>Onder anderen door [[Pieter Bakker Schut]]: ''Stammheim. Der Prozess gegen die Rote Armee Fraktion'', Neuer Malik Verlag, Kiel 1986, ISBN 3-89029-010-8; als heruitgave onder de titel: ''20 Jahre Stammheim – Die notwendige Korrektur der herrschenden Meinung'', Pahl-Rugenstein Verlag, Bonn 1997, ISBN 3-89144-247-5; 2. bearb. Aufl. 2007, ISBN 978-3-89144-247-0.</ref><ref>Helge Lehmann: ''Die Todesnacht in Stammheim. Eine Untersuchung. Indizienprozess gegen die staatsofizielle Darstellung und das Todesermittlungsverfahren'', Pahl-Rugenstein Verlag, Bonn 2011 e.v., ISBN 978-3-89144-437-5</ref>
Helge Lehmann: ''Die Todesnacht in Stammheim. Eine Untersuchung. Indizienprozess gegen die staatsofizielle Darstellung und das Todesermittlungsverfahren'', Pahl-Rugenstein Verlag, Bonn 2011 e.v., ISBN 978-3-89144-437-5</ref>


{{Appendix}}
{{DEFAULTSORT:Raspe, Jan-Carl}}
{{DEFAULTSORT:Raspe, Jan-Carl}}
[[Categorie:Rote Armee Fraktion]]
[[Categorie:Rote Armee Fraktion]]

Versie van 18 dec 2019 16:48

Jan-Carl Raspe (Berlijn, 24 juli 1944Stuttgart, 18 oktober 1977) was een Duitse terrorist. Hij was lid van de links-radicale terreurgroep Rote Armee Fraktion (RAF).

Graf van Baader, Raspe en Ensslin.

Jan-Carl Raspe groeide op in Oost-Berlijn. Toen de Berlijnse Muur in 1961 werd gebouwd, was hij in West-Berlijn. Hij bleef hier bij zijn oom en tante wonen. In 1963 behaalde hij zijn middelbareschooldiploma en ging hij scheikunde studeren aan de Vrije Universiteit van Berlijn. Een jaar later schakelde hij over op sociologie en studeerde daarin cum laude af. In 1967 was hij medeoprichter van de Kommune II; hier leerde hij ook Marianne Herzog kennen, een vriendin van Ulrike Meinhof. In 1970 trad hij toe tot de "Baader-Meinhof Groep". Hij werd ervan verdacht betrokken te zijn bij het Mei-Offensief, en voorts bij een bankoverval en bij een inbraak in een gemeentehuis om documenten te stelen. Details hieromtrent ontbreken echter.

Op 1 juni 1972 werd Raspe samen met Andreas Baader en Holger Meins door de politie in Frankfurt am Main gearresteerd. Hij werd tot levenslang veroordeeld.

Op 18 oktober 1977 werd Jan-Carl Raspe zwaargewond van een schotwond in zijn cel aangetroffen. Op weg naar het ziekenhuis overleed hij. Andreas Baader en Gudrun Ensslin werden dood in hun cel aangetroffen, terwijl Irmgard Möller ernstig gewond was met een steekwond. De Duitse overheid stelt dat ze zelfmoord hebben gepleegd; een lezing die door onder meer de Nederlands RAF-advocaat Pieter Bakker Schut en de Duitse publicist Helge Lehmann bestreden wordt.[1][2]