Bosuil: verschil tussen versies
Regel 36: | Regel 36: | ||
== Verspreiding en leefgebied == |
== Verspreiding en leefgebied == |
||
Bosuilen komen in vrijwel geheel [[Europa (werelddeel)|Europa]] het hele jaar voor, met uitzondering van [[Ierland (eiland)|Ierland]] en Noord-[[Scandinavië]]. Ze komen ook voor in [[Azië]] en noordwest [[Afrika]]. Loofbossen vormen de belangrijkste biotoop, maar bosuilen zoeken ook regelmatig het landelijk gebied op, mits er voldoende bosjes met enkele oude bomen aanwezig zijn. Die bomen worden gebruikt als uitkijkpost om naar potentiële prooien te speuren, en om in te broeden. |
|||
De soort telt zeven ondersoorten:<ref>{{en}}[http://www.worldbirdnames.org//master_ioc_list_v10.1.xlsx {{aut|F. Gill, M. Wright D. & Donsker}} (2020)]</ref> |
De soort telt zeven ondersoorten:<ref>{{en}}[http://www.worldbirdnames.org//master_ioc_list_v10.1.xlsx {{aut|F. Gill, M. Wright D. & Donsker}} (2020)]</ref> |
Versie van 11 mrt 2020 14:27
Bosuil IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2014) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Strix aluco Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
Leefgebied van de bosuil | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Bosuil op Wikispecies | |||||||||||||
|
De bosuil (Strix aluco) is een vogel uit de orde van de uilen (Strigiformes). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2]
Kenmerken
Deze uil is 37 tot 43 cm lang en heeft een spanwijdte van 80 tot 95 cm. Het vrouwtje weegt 553 g en is gemiddeld 110 g zwaarder dan het mannetje. Daarmee is het een middelgrote uil, met een relatief plomp lijf en grote ronde kop. De kleur van het verenkleed is variabel. De nominaat die in Europa voorkomt is grijsbruin en gestreept. De gezichtssluier is meestal lichter, soms met enkele donkere concentrische ringen. De ogen zijn zwart en er zijn geen pluimen op de kop. De kruin is donker,afgezet met lichte banden ("wenkbrauwen").[3]
Leefwijze
Bosuilen komen algemeen voor in bossen, parken en tuinen. Bosuilen jagen vrijwel alleen in de schemering en 's nachts. Overdag houden de vogels zich schuil in de top van een boom. Toch zijn ze soms ook overdag te zien als ze geplaagd worden door kleine vogels die hen proberen te verjagen. Het voedsel is zeer gevarieerd. Deze uil eet voornamelijk muizen en andere kleine zoogdieren, maar bij afwezigheid daarvan (vooral in steden) eet de bosuil vooral vogels. Ook regenwormen, grote insecten, amfibieën, reptielen en zelfs vissen worden gegeten. De onverteerbare delen van zijn prooien worden in de vorm van braakballen uitgebraakt.
Voortplanting
De broedperiode is van februari tot juni. Bosuilen beginnen soms al te baltsen (paringsgedrag) in december met als gevolg dat men soms in februari al nesten gevuld met eieren kan vinden. Het vrouwtje legt 1 tot 6, meestal echter 2 tot 4 eieren die na ongeveer 1 maand broeden uitkomen. De jongen blijven ca. 31 dagen in het nest, maar gaan dan al vroeg op ontdekking uit in de takken rondom het nest. Daarna blijven ze meestal ongeveer 3 maanden in het territorium van de ouders voordat ze hun eigen territorium gaan zoeken. Bosuilenpaartjes blijven elkaar het hele leven trouw en blijven dan ook hun hele leven bij elkaar. Pas als er een van de twee doodgaat, gaan ze op zoek naar een ander. Ook blijven ze hun hele leven in hetzelfde territorium.
Verspreiding en leefgebied
Bosuilen komen in vrijwel geheel Europa het hele jaar voor, met uitzondering van Ierland en Noord-Scandinavië. Ze komen ook voor in Azië en noordwest Afrika. Loofbossen vormen de belangrijkste biotoop, maar bosuilen zoeken ook regelmatig het landelijk gebied op, mits er voldoende bosjes met enkele oude bomen aanwezig zijn. Die bomen worden gebruikt als uitkijkpost om naar potentiële prooien te speuren, en om in te broeden.
De soort telt zeven ondersoorten:[4]
- S. a. aluco (Linnaeus, 1758): noordelijk, centraal en zuidoostelijk Europa via de Oekraïne en Europees Rusland.
- S. a. biddulphi (Scully, 1881): Pakistan en noordwestelijk India.
- S. a. harmsi (Zarudny, 1911): Kazachstan, Oezbekistan en Kirgizië.
- S. a. sanctinicolai (Zarudny, 1905): noordoostelijk Irak en westelijk Iran.
- S. a. siberiae (Dementiev, 1933): van het Oeralgebergte tot westelijk Siberië.
- S. a. sylvatica (Shaw, 1909): westelijk en zuidelijk Europa en westelijk Turkije.
- S. a. willkonskii (Menzbier, 1896): van noordoostelijk Turkije en noordwestelijk Iran tot Turkmenistan.
Status
De grootte van de wereldpopulatie werd in 2004 geschat op twee tot zes miljoen individuen. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat de bosuil als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
-
Jonge bosuil
-
Bosuil in de vlucht
Externe links
- Handbook of the Birds of the World
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- SOVON Verspreiding, aantalsontwikkeling in Nederland
- Kaarten met waarnemingen:
Bronnen, noten en/of referenties
|