Veen (grondsoort): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Misbruikfilter: Experimenteren
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 5: Regel 5:
[[Bestand:Turf bij hoogveen-4532677.ogv|Dumb|Turfwinning in Drents hoogveengebied in 1942]]
[[Bestand:Turf bij hoogveen-4532677.ogv|Dumb|Turfwinning in Drents hoogveengebied in 1942]]


'''Veengrond''' is een [[grondsoort]], jan is opgebouwd uit [[Humus|gehumificeerd]] [[planten|plantaardig]] materiaal. Deze natte, spongebob grondsoort is gevormd door afgestorven planten in [[moeras]]
'''Veengrond''' is een [[grondsoort]], jan is opgebouwd uit [[Humus|gehumificeerd]] [[planten|plantaardig]] materiaal. Deze natte, spongebob grondsoort is gevormd door afgestorven pahhhhhh
in [[moeras]]





Versie van 26 mei 2020 14:02

Afgestoken veenlaag
Hoge Venen, België

Veenvormend moerasbos in Polen Veenlens in de Grote Geule, België

Veengrond is een grondsoort, jan is opgebouwd uit gehumificeerd plantaardig materiaal. Deze natte, spongebob grondsoort is gevormd door afgestorven pahhhhhh

in moeras

























































sen en later bewaard gebleven onder natte, zuurstofarme omstandigheden. Zo'n ter plaatse gevormde grondsoort wordt wel een sedentaat genoemd.

In Noord- en West-Nederland worden uitgestrekte veengebieden al honderden jaren vooral als weidegebied voor moffen gebruikt. Gedroogd veen is bruikbaar als wiet (turf). De drassige gronden en veengebieden of veenmoerassen waar turf werd of wordt gestoken, werden vroeger ook wel moer genoemd. Veen op grote diepte, blootgesteld aan toenemende druk en temperatuur, verandert in bruinkool of steenkool.

Veenvorming

Normaal gesproken wordt dood plantenmateriaal snel afgebroken door de aanwezigheid van zuurstof en de werking van bacteriën. Vooral bij hoge temperaturen en droge omstandigheden gaat de afbraak snel. Bij aerobe afbraak ontstaan dan water en koolstofdioxide. Bij de afwezigheid van zuurstof treedt echter anaerobe afbraak op, waarbij methaan ontstaat. In natte en vochtige omstandigheden gaat de afbraak langzamer dan de ophoping, waardoor veenvorming optreedt. Veen komt vooral voor in gematigde vochtige streken.

In Nederland en België is het meeste veen gevormd in het Atlanticum, waarschijnlijk door het vochtoverschot dat optrad door de overgang van naaldbos naar loofbos in die periode en de stijging van de grondwaterspiegel onder invloed van de zeespiegelstijging.

Indeling

Veensoorten verschillen sterk, ze kunnen worden onderverdeeld op basis van de ligging ten opzichte van het grondwater, de voedselrijkdom en de dominante soortensamenstelling.

Ligging ten opzichte van het grondwater

Gebaseerd op de ligging ten opzichte van het grondwater tijdens de veenvorming is de volgende indeling te maken:

Laagveen

Zie Laagveen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Laagveen is gevormd onder invloed van het regionale grondwater, dat vaak relatief rijk is aan voedingsstoffen. Vaak is in laagveen een opeenvolging van verlanding te zien: Limnisch veen wordt onder de waterspiegel gevormd, telmatisch veen in de zone rond de waterspiegel. Juist daarboven wordt terrestrisch veen gevormd, dat over het algemeen echter snel oxideert tijdens het uitdrogen. Vaak komt het veen in het laatste stadium zo hoog te liggen dat het zich isoleert van het regionale grondwater. Er treedt dan verzuring en hoogveenvorming op onder invloed van voedselarm regenwater.

Hoogveen

Zie Hoogveen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Hoogveenlandschap met zeer zure veengrond, de zgn. Moors, in het Peak District in Noord-Engeland

Hoogveen (ombrotroof veen) is ontstaan onder invloed van regenwater en daardoor zeer voedselarm. Het belangrijkste bestanddeel is veenmos (Sphagnum) dat grote hoeveelheden water in zich kan opnemen en in opgezwollen toestand voor meer dan 90 procent uit water kan bestaan. Bovendien kan het goed in zure omstandigheden groeien, die ontstaan doordat regenwater uit zichzelf al licht zuur en niet gebufferd is.

Het hoogveen kwam met name op de Nederlandse zandgronden op grote schaal voor. Het is echter voor een zeer groot deel afgegraven voor brandstofvoorziening. Voorbeelden van restanten van het hoogveen zijn: het Bargerveen bij Schoonebeek in Drenthe, het Aamsveen bij Enschede, de Engbertsdijksvenen bij Vriezeveen en in de Groote Peel in Noord-Brabant. In België bevindt zich op de Hoge Venen (Hohes Venn of Hautes Fagnes) nog een grote hoeveelheid hoogveen.

De bovenste laag (40-50 cm) wordt bonkaarde genoemd en is niet geschikt om er turf van te maken. Deze bonkaarde werd in de Groningse, Drentse en Friese veenderijen vermengd met de zandgrond die na het afgraven van het veen tevoorschijn kwam en vormde zo de dalgrond, die met goede bemesting en ontwatering een redelijke landbouwgrond vormt. In de Peel gebeurde dit niet. Daar werd de vale turf, zoals men het noemde, verwerkt tot turfmolm.

De onderste laag (30-40 cm) wordt dargveen genoemd. Deze is sterk samengeperst en bevat vaak 'kienhout'. Dit zijn wortels en delen van stammen van bomen die in het veen nog als eventueel platgedrukte, maar wel herkenbare, resten aanwezig zijn.

Verdronken hoogveen

Nog steeds wordt wel de indeling van veen naar de huidige ligging ten opzichte van het grondwaterniveau aangehouden. Men meende aanvankelijk dat het laaggelegen veen in West- en Noord-Nederland ook rond de waterspiegel, dus als laagveen, was ontstaan. Rond 1930 bleek echter dat veel van dit veen bestaat uit veenmosveen dat door de latere stijging van het grondwaterniveau is verdronken. Het onderscheid dat natte vervening de vervening van laagveen, en droge vervening de vervening van hoogveen was bleek dus niet juist te zijn.

Bijvoorbeeld in de Nieuwkoopse Plassen valt waar te nemen hoe boven op een rietveld met lisdodden, een voedselrijke grondwaterafhankelijke begroeiing, de rietkragge "hol gaat staan" wanneer de zode te dik wordt. Er gaan zich dan soorten vestigen als veenmos, zonnedauw, heidekartelblad en veenpluis, die een zuur regenwatermilieu nodig hebben. Zo ontstaat er nieuw veenmosveen.

Voedselrijkdom

Gebaseerd op de voedselrijkdom is de volgende indeling te maken:

  • Eutroof veen, voedselrijk veen, ontstaan onder invloed van soms slibhoudend water aangevoerd door rivieren of de zee (laagveen). Dit veen bestaat uit resten van broek- en ooibos (els, wilg, populier) en riet. Onder brakke omstandigheden of in dieper water is riet de dominante soort.
  • Mesotroof veen, is matig voedselrijk veen. Zeggesoorten zijn de dominante planten in dit type veen.
  • Oligotroof veen, voedselarm veen, dat wordt gevoed door regenwater (hoogveen). Dit type veen bestaat vooral uit afgestorven en levende veenmossen.

Dominante begroeiing waaruit het veen is ontstaan

Veen wordt ook botanisch ingedeeld: ofwel naar de soorten die dominant en herkenbaar zijn in het veen. Deze verschillende soorten zijn kenmerkend voor voedselrijkdom en waterdiepte op het moment van de veenvorming:

  • Rietveen: veen bestaande uit de resten van riet en andere waterplanten. Rietveen kan ontstaan in zoet tot brakke, voedselrijke milieus en wordt gevormd rond de grondwaterspiegel tot ongeveer 2 meter onder de grondwaterspiegel.
  • Zeggeveen: veen bestaande uit de resten van een vegetatie gedomineerd door zegge. Zeggeveen kan ontstaan in zoete, matig voedselrijke milieus rond de grondwaterstand tot ongeveer een halve meter onder de grondwaterstand.
  • Bosveen: veen bestaande uit de resten hout, kenmerkende soorten zijn els, wilg en populier. Bosveen kan vormen in zoete, voedselrijke milieus rond de grondwaterstand.
  • Veenmosveen: veen bestaande uit de resten van veenmos. Doordat veenmos veel water kan opzuigen kan het hoogveen boven de regionale grondwaterspiegel blijven uitgroeien. Hierdoor staat het onder invloed van regenwater, is het zeer zuur en voedselarm.

Veengronden in Nederland

Zie Veengronden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In grote delen van Holland en andere gebieden in Nederland is er in de laatste 2500 jaar een dunne laag jonge klei op het aanwezige veen afgezet. Dit resulteerde in de vorming van klei-op-veen gronden.

Veenverzakkingen

Veenoxidatie of veenverzakking vindt zijn oorzaak in de aard van het bodemmateriaal. Veen bestaat grotendeels uit plantaardig materiaal. Zoals elk organisch materiaal kan ook veen verteren. Als het onder water staat, gaat dat verteren door zuurstofgebrek heel langzaam. Als de bodem geschikt wordt gemaakt voor agrarisch gebruik of voor woningbouw, wordt meestal het grondwaterpeil verlaagd. Dit heeft tot gevolg dat het plantaardig materiaal in contact komt met zuurstof uit de lucht en daardoor oxideert met als gevolg volumeafname; er treedt bodemdaling op. Deze oxidatie van de veenbodem is onomkeerbaar.

De vele honderden kilometers veenkade die Nederland kent zijn ontstaan door dit natuurlijke proces. Het veen van het achterland klonk in na oxidatie door ontwatering, maar de oevers langs de waterlopen bleven door water verzadigd op de oude hoogte. Als nu de waterstand tijdelijk daalt en de kade de kans krijgt te verdrogen is het optreden van verzakkingen en doorbraak mogelijk. Dit heeft plaats gevonden bij de kadebreuk van Wilnis in 2003.

Ook voor de aanleg van wegen en spoorlijnen wordt de waterstand soms verlaagd, waardoor uiteindelijk verzakkingen kunnen optreden. Een voorbeeld hiervan is Gouda. Door veenverzakkingen is de gemeente zo erg op kosten gejaagd dat ze bijna 40 jaar lang een artikel 12-status heeft gehad.

Lijst van hoogveennatuurgebieden

Nederland

België

Andere landen

Lijst van laagveennatuurgebieden

Nederland

België

Frankrijk

Plaatsnamen met 'veen' in de naam

Zutphen heeft geen 'veen' meer in de naam, maar is afgeleid van zuid-veen.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina peat op Wikimedia Commons.
Zoek veen op in het WikiWoordenboek.