Mathieu van der Poel: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎2020: Toevoeging ‘in de spurt’.
Gecorrigeerd.
Regel 154: Regel 154:
=== Mountainbiken ===
=== Mountainbiken ===
==== Begin ====
==== Begin ====
Na een tegenvallende vijfde plaats op het [[Wereldkampioenschappen veldrijden 2016|WK veldrijden 2016]] kondigde Van der Poel aan dat hij zich als mountainbiker wilde kwalificeren voor de [[Wielersport op de Olympische Zomerspelen 2016|Olympische Zomerspelen 2016]] in [[Rio de Janeiro (stad)|Rio]]. De eerste wedstrijd die hij op een mountainbike reed, was de Afxentia Stage Race, een meerdaagse mountainbikewedstrijd op [[Cyprus]]. Hij verbaasde er vriend en vijand door, na een tiende plaats in de proloog, meteen de eerste etappe in lijn op zijn naam te schrijven en onder meer regerend olympisch kampioen [[Jaroslav Kulhavý]] achter zich te laten. In de daaropvolgende tweede etappe werd hij vierde en in de afsluitende derde rit bekroonde hij zijn succesvolle mountainbikedebuut met een derde plaats. Uiteindelijk belandde hij met deze resultaten op de vierde plaats in het algemeen klassement, op anderhalve minuut van eindwinnaar [[Fabian Giger]]. Na een aantal mountainbikewedstrijden met wisselende resultaten, waaronder ook een overwinning in [[Benelux Cup Mountainbike|Beringen]], slaagde Van der Poel er uiteindelijk evenwel niet in zich te kwalificeren voor de [[Wielersport op de Olympische Zomerspelen 2016 – Mountainbike mannen|Olympische Zomerspelen]].<ref>[https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/213462/Mathieu-van-der-Poel-zet-Rio-uit-het-hoofd Mathieu van der Poel zet Rio uit het hoofd], [[Omroep Brabant (Nederland)|omroepbrabant.nl]], 22 mei 2016</ref>
Na een tegenvallende vijfde plaats op het [[Wereldkampioenschappen veldrijden 2016|WK veldrijden 2016]] kondigde Van der Poel aan dat hij zich als mountainbiker wilde kwalificeren voor de [[Wielersport op de Olympische Zomerspelen 2016|Olympische Zomerspelen 2016]] in [[Rio de Janeiro (stad)|Rio]]. De eerste wedstrijd die hij op een mountainbike reed, was de Afxentia Stage Race, een meerdaagse mountainbikewedstrijd op [[Cyprus]]. Hij verbaasde er vriend en vijand door, na een tiende plaats in de proloog, meteen de eerste etappe in lijn op zijn naam te schrijven en onder meer regerend olympisch kampioen [[Jaroslav Kulhavý]] achter zich te laten. In de daaropvolgende tweede etappe werd hij vierde en in de afsluitende derde rit bekroonde hij zijn succesvolle mountainbikedebuut met een derde plaats. Uiteindelijk belandde hij met deze resultaten op de vierde plaats in het algemeen klassement, op anderhalve minuut van eindwinnaar [[Fabian Giger]]. Na een aantal mountainbikewedstrijden met wisselende resultaten, waaronder ook een overwinning in [[3 Nations Cup|Beringen]], slaagde Van der Poel er uiteindelijk evenwel niet in zich te kwalificeren voor de [[Wielersport op de Olympische Zomerspelen 2016 – Mountainbike mannen|Olympische Zomerspelen]].<ref>[https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/213462/Mathieu-van-der-Poel-zet-Rio-uit-het-hoofd Mathieu van der Poel zet Rio uit het hoofd], [[Omroep Brabant (Nederland)|omroepbrabant.nl]], 22 mei 2016</ref>


Ook in 2017 reed Van der Poel verschillende mountainbikewedstrijden. Hij startte zijn seizoen in mei met twee etappezeges en de eindzege in de [[Belgian Mountainbike Challenge|Belgian MTB Challenge]]. Een week later eindigde hij na een indrukwekkende inhaalrace als achtste in de eerste [[Wereldbeker mountainbike 2017|Wereldbeker]]manche in [[Nové Město na Moravě|Nové Město]]. In de daaropvolgende manche in [[Albstadt]] moest hij enkel regerend wereld- en olympisch kampioen [[Nino Schurter]] voorlaten. Eind juni werd hij vierde op het [[Wereldkampioenschappen mountainbike|wereldkampioenschap marathon]] in het Duitse [[Singen (stad)|Singen]]. Een week later moest hij opgeven in de derde manche van de Wereldbeker in [[Vallnord]], maar in [[Lenzerheide]] maakte hij weer indruk met een tiende plaats. Doordat hij de twee laatste manches aan zich voorbij liet gaan, eindigde Van der Poel uiteindelijk als achttiende in de eindstand van de Wereldbeker.
Ook in 2017 reed Van der Poel verschillende mountainbikewedstrijden. Hij startte zijn seizoen in mei met twee etappezeges en de eindzege in de [[Belgian Mountainbike Challenge|Belgian MTB Challenge]]. Een week later eindigde hij na een indrukwekkende inhaalrace als achtste in de eerste [[Wereldbeker mountainbike 2017|Wereldbeker]]manche in [[Nové Město na Moravě|Nové Město]]. In de daaropvolgende manche in [[Albstadt]] moest hij enkel regerend wereld- en olympisch kampioen [[Nino Schurter]] voorlaten. Eind juni werd hij vierde op het [[Wereldkampioenschappen mountainbike|wereldkampioenschap marathon]] in het Duitse [[Singen (stad)|Singen]]. Een week later moest hij opgeven in de derde manche van de Wereldbeker in [[Vallnord]], maar in [[Lenzerheide]] maakte hij weer indruk met een tiende plaats. Doordat hij de twee laatste manches aan zich voorbij liet gaan, eindigde Van der Poel uiteindelijk als achttiende in de eindstand van de Wereldbeker.
Regel 453: Regel 453:
'''2016''' - 2 zeges
'''2016''' - 2 zeges
* 1e etappe Afxentia Stage Race
* 1e etappe Afxentia Stage Race
* [[Benelux Cup Mountainbike|GP Stad Beringen]]
* [[3 Nations Cup|GP Stad Beringen]]


'''2017''' - 3 zeges
'''2017''' - 3 zeges

Versie van 19 okt 2020 19:45

Mathieu van der Poel
Van der Poel tijdens het WK veldrijden in 2020
Persoonlijke informatie
Bijnaam De Vliegende Hollander
Geboortedatum 19 januari 1995
Geboorteplaats Kapellen, België
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlandse
Lengte 184 cm
Gewicht 75 kg
Sportieve informatie
Huidige ploeg Alpecin-Fenix
Discipline(s) Mountainbiken
Veldrijden
Wegwielrennen
Specialisatie(s) Allrounder
Ploegen
2014–2015
2015–2016
2016–2017
2018–2019
2020–heden
BKCP-Powerplus
BKCP-Corendon
Beobank-Corendon
Corendon-Circus
Alpecin-Fenix
Beste prestaties
Milaan-San Remo 13e (2020)
Gent-Wevelgem 4e (2019)
Ronde van Vlaanderen 1e (2020)
Amstel Gold Race 1e (2019)
Luik-Bastenaken-Luik 6e (2020)
Ronde van Lombardije 10e (2020)
Medailleoverzicht
Mountainbiken
Evenement Goud Zilver Brons
Wereldkampioenschappen 0 0 1
Europese kampioenschappen 1 0 0
Totaal (2 medailles) 1 0 1
Veldrijden
Evenement Goud Zilver Brons
Wereldkampioenschappen 3 1 1
Europese kampioenschappen 3 1 0
Totaal (9 medailles) 6 2 1
Wegwielrennen
Evenement Goud Zilver Brons
Europese kampioenschappen 0 1 0
Totaal (1 medaille) 0 1 0
Medailles
Mountainbiken
Wereldkampioenschappen
Brons Lenzerheide 2018 Cross-country
Europese kampioenschappen
Goud Brno 2019 Cross-country
Veldrijden
Wereldkampioenschappen
Goud Tábor 2015 Cyclocross
Goud Bogense 2019 Cyclocross
Goud Dübendorf 2020 Cyclocross
Zilver Belvaux 2017 Cyclocross
Brons Valkenburg 2018 Cyclocross
Europese kampioenschappen
Goud Tábor 2017 Cyclocross
Goud Rosmalen 2018 Cyclocross
Goud Silvelle 2019 Cyclocross
Zilver Pontchâteau 2016 Cyclocross
Wegwielrennen
Europese kampioenschappen
Zilver Glasgow 2018 Wegwedstrijd
Portaal  Portaalicoon   Wielersport

Mathieu van der Poel (Kapellen, 19 januari 1995) is een in België geboren Nederlands veldrijder, wegwielrenner en mountainbiker.

Hij kroonde zich in 2015 in Tábor tot de jongste wereldkampioen veldrijden ooit en veroverde ook in 2019 en 2020 de regenboogtrui. In 2017, 2018 en 2019 won hij het Europees kampioenschap veldrijden. In 2019 schreef hij eveneens het Europees kampioenschap mountainbiken op zijn naam. Daarnaast werd hij zes keer Nederlands kampioen veldrijden, twee keer Nederlands kampioen op de weg en één keer Nederlands kampioen mountainbiken.

Van der Poel rijdt voor de Belgische professionele continentale wielerploeg Alpecin-Fenix.

Carrière

Veldrijden

Jeugd

Als zoon van de voormalige wielrenner Adrie van der Poel en kleinzoon van de Franse renner Raymond Poulidor zit het wielrennen bij Mathieu van der Poel en zijn broer David van der Poel als het ware in de genen. De jonge Mathieu van der Poel begon met voetballen. Hij mocht zelfs even stage lopen bij Willem II en zat geregeld bij de selectie van de provincie Antwerpen. Later koos hij toch voor de wielersport.

Zijn eerste seizoen bij de nieuwelingen was het veldritseizoen 2009–2010. Hij won toen al enkele lokale veldritten en was favoriet voor de Nederlandse titel. Deze wedstrijd werd begin 2010 te Heerlen beslist. Hij moest er net zijn meerdere erkennen in de 1 jaar oudere titelverdediger Erik Kramer en werd uiteindelijk tweede op 15 seconden.

In de daaropvolgende winter van 2010–2011 leverde hij een unieke prestatie, namelijk 29 keer winst uit 29 deelnames in een veldrit. Het hoogtepunt was het behalen van de nationale titel in het Brabantse Sint-Michielsgestel.

Vanaf het veldritseizoen 2011–2012 kwam Van der Poel uit bij de junioren. Hij miste zijn debuut niet en won alle grote wedstrijden, waaronder het Europees kampioenschap te Lucca en het Nederlands kampioenschap, telkens met een grote voorsprong. Een van de weinige wedstrijden die hij niet won, was de Superprestigemanche in Ruddervoorde. Daar moest hij de zege aan Wout van Aert laten en eindigde hij als derde. Aan het einde van het seizoen had hij zich al verzekerd van de eindzege in de Wereldbeker en de Superprestige. Enkel het wereldkampioenschap in het Belgische Koksijde was nog een doel. Hij startte er logischerwijs als de grote favoriet, maar kreeg in de eerste ronde af te rekenen met maagkrampen. Toch slaagde hij er in de tweede ronde in een kleine kloof te slaan en zijn concurrenten uiteindelijk 8 seconden voor te blijven. De Belg Wout van Aert en de Fransman Quentin Jauregui flankeerden hem op het podium.

Van der Poel tijdens de Krawatencross voor junioren in 2013

Tijdens het seizoen 2012–2013 kon hij zijn dominantie van het voorgaande jaar voortzetten. Hij reed dat seizoen 30 wedstrijden en won ze alle 30. Hij won het EK, het NK en het WK. Tijdens dat WK trok hij al van bij de start door en liet onmiddellijk de concurrentie achter zich. Zijn landgenoot Martijn Budding werd op bijna een minuut tweede. Net als het voorgaande jaar won hij het eindklassement van de Wereldbeker en de Superprestige.

Vanaf het veldritseizoen 2013–2014 kwam Van der Poel uit bij de beloften. Hij wist zijn eerste wedstrijd meteen te winnen op het zware parcours in Ronse. In de daaropvolgende maanden domineerde hij samen met Wout van Aert en Michael Vanthourenhout het seizoensbegin. Zijn eerste grote kampioenschap bij de beloften was het EK, waar hij pas in de slotfase moest buigen voor Vanthourenhout. Dankzij deze goede prestaties werd hij vanaf 1 januari 2014 profrenner bij BKCP-Powerplus, de ploeg van Niels Albert.[1] Begin januari behaalde hij te Gasselte de nationale beloftentitel, door zijn broer David achter zich te houden. Voor het WK, dat twee weken later in eigen land plaatsvond, was hij ook topfavoriet. Na een gemiste start kwam hij echter nooit in de wedstrijd voor en eindigde hij uiteindelijk nipt als derde. Wel wist hij dat seizoen zowel het eindklassement van de Wereldbeker als dat van de Superprestige op zijn naam te schrijven bij de beloften.

In het seizoen 2014–2015 zou Van der Poel vaak bij de elite opduiken. Hij reed de complete Superprestige en ook een deel van de Bpost bank trofee. Enkel de Wereldbekermanches van Valkenburg, Namen en Heusden-Zolder reed hij bij de beloften. Omdat hij dat jaar het WK ook bij de profs reed, verviel zijn beloftestatuut, hoewel hij daar eigenlijk nog twee seizoenen recht op had.

Begin bij de elite

Vanaf het veldritseizoen 2013–2014 reed Van der Poel bij de beloften, waardoor hij ook sommige kleinere wedstrijden tussen de profs mocht afwerken. De eerste keer was dat tijdens de Scheldecross. Hij maakte er indruk door meteen tweede te worden op amper 5 seconden van Niels Albert. Enkele weken later deed hij dit opnieuw in de Grote Prijs De Ster, waar hij in de spurt nipt geklopt werd door diezelfde Albert. Op 16 februari behaalde hij in Heerlen zijn eerste zege bij de profs, door er Thijs van Amerongen en Rob Peeters te verslaan.

De winter van 2014–2015 begon voor Van der Poel tijdens de Superprestige van Gieten, en dit tussen de profs. Nadat hij een lange strijd uitvocht met landgenoot Lars van der Haar, wist hij er zijn eerste grote wedstrijd bij de elite binnen te halen. In de daaropvolgende weken presteerde Van der Poel zeer constant en stond hij verschillende malen op het podium. Op zijn tweede overwinning moest hij echter wachten tot midden december. Tijdens de Scheldecross reed hij halverwege de wedstrijd weg en won hij met overmacht. In januari werd hij in Veldhoven meteen Nederlands kampioen bij de profs, met ruime voorsprong op zijn broer David. Begin februari won hij ook het WK in het Tsjechische Tábor, voor Wout van Aert en Lars van der Haar. Met zijn 20 jaar en 13 dagen werd hij de jongste wereldkampioen ooit, enkele maanden jonger dan Erik De Vlaeminck, die in 1966 won.[2] Twee weken later schreef hij, dankzij een tweede plek in Middelkerke, het eindklassement van de Superprestige op zijn naam. Dit met slechts één punt meer dan Kevin Pauwels. Aan het einde van het seizoen werd Van der Poel verkozen tot Koning Winter.

2015–2016

Van der Poel tijdens het WK veldrijden in 2016

In de zomer van 2015 kwam Van der Poel ten val tijdens de vierde etappe van de Ronde van de Toekomst. Hij hield er een knieblessure aan over en miste daardoor het eerste deel van het seizoen 2015–2016.[3] Uiteindelijk maakte hij eind november zijn comeback met een derde plek in de Duinencross. Twee weken later boekte hij in Overijse zijn eerste seizoenszege. Een maand later won hij voor de tweede maal op rij het NK, ditmaal in het Overijsselse Hellendoorn. In de aanloop naar deze wedstrijd had hij ook al zeges behaald in Namen, Heusden-Zolder en Diegem. Op het wereldkampioenschap eindigde Van der Poel op de vijfde plaats, op 47 seconden van winnaar Wout van Aert.

2016–2017

Tijdens de zomer van 2016 moest Van der Poel opnieuw geopereerd worden aan zijn knieën. Hierdoor moest hij ook de eerste wedstrijden van het seizoen 2016–2017 missen. In oktober reed hij in Gieten zijn eerste wedstrijd van het seizoen. Hij wist er, na een spannend duel met Wout van Aert, meteen te winnen. Daarna won hij ook in Meulebeke, Zonhoven en Valkenburg, vooraleer hij op het Europees kampioenschap, dat gewonnen werd door Toon Aerts, zilver behaalde. In november won Van der Poel in Asper-Gavere zijn vierde opeenvolgende Superprestigemanche. Hij kon echter geen vervolg breien aan deze reeks, doordat hij in Spa-Francorchamps tweede werd.

Eind december kwam Van der Poel tijdens de Azencross in Loenhout zwaar ten val. Even werd er gevreesd voor de rest van het seizoen, maar uiteindelijk bleek de schade toch mee te vallen. Hij hield er alleen een gekneusde nek aan over. Na een week rust, won hij op het Nederlands kampioenschap in Sint-Michielsgestel zijn derde Nederlandse titel op rij. Drie weken later moest hij op het wereldkampioenschap in het Luxemburgse Belvaux, na vier lekke banden, tevreden zijn met zilver. Wout van Aert, die slechts één keer lek reed, volgde zichzelf op als wereldkampioen.

In februari behaalde Van der Poel in de slotmanche van de Superprestige in Middelkerke zijn twintigste zege van het seizoen. Dankzij deze zege won hij ook voor de tweede keer het eindklassement van de Superprestige en slaagde hij erin om zeven van de acht Superprestigemanches te winnen. Van der Poel sloot uiteindelijk zijn seizoen af met 22 zeges en werd voor de tweede keer verkozen tot Koning Winter.

2017–2018

In het seizoen 2017–2018, zijn eerste volledige veldritseizoen, slaagde Van der Poel erin maar liefst 32 wedstrijden te winnen. Verder stond hij 38 keer op het podium en eindigde hij in elk van zijn 39 wedstrijden bij de eerste vier. Van der Poel won voor de derde keer het eindklassement van de Superprestige, en wist voor het eerst het eindklassement van de Wereldbeker en van de DVV Verzekeringen Trofee te winnen. Hij zegevierde in zes van de acht Superprestigemanches, in zeven van de negen Wereldbekermanches en in zeven van de acht manches van de DVV Verzekeringen Trofee.

Begin november won Van der Poel in het Tsjechische Tábor het Europees kampioenschap. Hij reed er in de tweede ronde weg van zijn tegenstanders en zegevierde met 22 seconden voorsprong op landgenoot Lars van der Haar.[4] In januari werd Van der Poel in Surhuisterveen voor de vierde keer op rij Nederlands kampioen. Een maand later moest hij op het wereldkampioenschap in het Nederlandse Valkenburg echter genoegen nemen met brons. Wout van Aert werd voor de derde keer op rij wereldkampioen en Michael Vanthourenhout sleepte het zilver in de wacht. Desondanks werd Van der Poel, omwille van zijn dominantie tijdens de rest van het seizoen, opnieuw verkozen tot Koning Winter. Ook sloot hij het seizoen af als nummer één op de UCI-ranking.

2018–2019

In het seizoen 2018–2019 wist Van der Poel 32 van zijn 34 wedstrijden te winnen. Hij werd voor de tweede keer Europees kampioen, voor de vijfde keer Nederlands kampioen en voor de tweede keer wereldkampioen. Daarnaast won hij voor de vierde keer het eindklassement van de Superprestige en voor de tweede keer het eindklassement van de DVV Verzekeringen Trofee. Bovendien slaagde hij erin alle acht Superprestigemanches te winnen en daarmee de prestatie van Sven Nys in het seizoen 2006–2007 te evenaren.[5]

2019–2020

Voor Van der Poel begon het seizoen 2019–2020 begin november met winst in de Superprestigemanche van Ruddervoorde. Een week later werd hij in het Italiaanse Silvelle voor de derde keer op rij Europees kampioen. Midden december kwam er voor Van der Poel na 35 veldritoverwinningen op rij een einde aan een indrukwekkende zegereeks. In Ronse eindigde hij derde op ruim 2 minuten van winnaar Toon Aerts.[6] Begin januari werd Van der Poel in Rucphen voor de zesde opeenvolgende keer Nederlands kampioen. Drie weken later werd hij in het Zwitserse Dübendorf voor de derde keer wereldkampioen. Hij sloot daarmee zijn seizoen af met 24 zeges.

Wegwielrennen

Jeugd

Tijdens de zomer van 2011 bewees Van der Poel ook een uitstekend wegrenner te zijn, zo slaagde hij erin het nationaal kampioenschap tijdrijden bij de nieuwelingen te winnen. Hij legde het 16,8 km lange parcours te Zwartemeer af in 22 minuten en 38 seconden. Dit was 25 seconden sneller dan eerste achtervolger Tom Schaft.

In de daaropvolgende zomer van 2012 ontwikkelde hij zich door op de weg. Hij won 16 keer, waaronder het eindklassement in de Ronde des Vallées, een Franse rittenwedstrijd voor junioren. Hij werd ook geselecteerd voor het wereldkampioenschap wielrennen in eigen land. Op de Cauberg eindigde hij als negende in de groepssprint.

Van der Poel na het WK wielrennen voor junioren in 2013

In 2013 won hij onder andere een etappe in de Vredeskoers, het eindklassement in de Tour du Valromey en het eindklassement van de prestigieuze Trophée Centre Morbihan. Hij toonde zich ook de sterkste op het Nederlands kampioenschap wielrennen op de weg. In september was hij net als in 2012 de topfavoriet voor het wereldkampioenschap te Florence. Maar door een geblokkeerde rug werd hij pas vijftigste in de tijdrit. Aan de wegwedstrijd startte hij met grote twijfels, maar hij reed in de aanvangsfase alert vooraan in het peloton. Op de laatste beklimming van de Fiesole knalde hij iedereen uit het wiel en snelde ook de Fransman Franck Bonnamour, de koploper op dat moment, voorbij. Hij hield stand in de laatste kilometers en werd voor het eerst wereldkampioen op de weg.[7]

Tijdens het zomerseizoen 2014 reed hij vaak elitewedstrijden op de weg. Een van zijn weinige beloftewedstrijden was het NK, waar hij ondanks zijn verwoede pogingen pas als twaalfde eindigde. Eind september reed hij ook nog het WK. Op drie ronden van het einde reageerde hij op een aanval van topfavoriet Stefan Küng. Ze werden echter teruggepakt en Van der Poel eindigde uiteindelijk tiende, op 7 seconden van winnaar Sven Erik Bystrøm.

Begin bij de elite

Tijdens de zomer van 2014 reed Van der Poel zijn eerste wedstrijden op de weg bij de elite. Hij behaalde meteen enkele mooie resultaten, zo werd hij in mei al zevende tijdens de Omloop der Kempen en werd hij vierde in de vierde etappe van de Ronde van België. Zijn eerste profzege op de weg liet vervolgens ook niet lang op zich wachten. Op 15 juni klopte hij in de spurt Paul Martens tijdens de Ronde van Limburg.[8] Hierna won hij ook nog een etappe in de Ronde van Luik, een etappe in de Ronde van de Elzas, en een rit en het eindklassement in de Baltic Chain Tour.

In 2015 maakte hij opnieuw indruk, onder andere met een zesde plaats in het eindklassement van de Baloise Belgium Tour en een etappezege in de Ronde van Luik. Het seizoen werd echter wel in mineur afgesloten door een valpartij in de Ronde van de Toekomst, waardoor hij een deel van het volgende veldritseizoen moest missen.[9]

Doordat Van der Poel in 2016 ook enkele mountainbikewedstrijden reed, focuste hij zich dat jaar minder op de weg. Wel wist hij begin juni de Sint-Elooisprijs op zijn naam te schrijven.

2017

In 2017 brak Van der Poel echt door op de weg met een overwinning in de tweede etappe van de Ronde van België. Hij nam er in de sprint van een select groepje de maat van Belgisch kampioen Philippe Gilbert en veldritrivaal Wout van Aert. Een week later won hij twee etappes en het eindklassement in de Boucles de la Mayenne. Begin augustus wist hij ook nog de semiklassieker Dwars door het Hageland te winnen.

2018

Doordat Van der Poel vanwege een polsblessure enkele weken niet mocht mountainbiken, reed hij in juni een aantal wedstrijden op de weg. Hij won meteen de eerste etappe in de Boucles de la Mayenne en volgde er zichzelf op als eindwinnaar. Een week later won hij voor de tweede maal de Ronde van Limburg, door in de sprint Nacer Bouhanni af te houden. Begin juli reed Van der Poel ook het Nederlands kampioenschap op de weg in Hoogerheide. Hij versloeg er in de sprint Danny van Poppel en titelverdediger Ramon Sinkeldam, en werd zo verrassend Nederlands kampioen. In augustus werd hij tweede op het Europees kampioenschap op de weg in Glasgow, nadat hij er in de sprint geklopt werd door de Italiaan Matteo Trentin. Wout van Aert werd derde. Een week later won Van der Poel twee ritten in de Arctic Race of Norway en schreef hij ook het puntenklassement op zijn naam.

2019

Van der Poel na de GP Denain in 2019

In 2019 kondigde Van der Poel aan voor het eerst enkele voorjaarsklassiekers te rijden. Hij begon zijn seizoen in februari met winst in de eerste etappe van de Ronde van Antalya. Een maand later startte hij als topfavoriet in Nokere Koerse. In de laatste kilometer kwam hij echter zwaar ten val, waardoor gevreesd werd voor een ernstige blessure. Uiteindelijk bleek de schade mee te vallen en kon hij zijn programma zoals gepland verder afwerken. Vier dagen na zijn valpartij slaagde hij erin de Franse semiklassieker GP Denain op zijn naam te schrijven. Een week later maakte Van der Poel zijn debuut in de World Tour met een vierde plaats in Gent-Wevelgem. Zijn eerste World Tour-zege volgde drie dagen later in Dwars door Vlaanderen. In een sprint met vijf klopte hij Anthony Turgis en Bob Jungels. In de Ronde van Vlaanderen kwam Van der Poel ten val vlak voordat de finale openbrak. Na een indrukwekkende inhaalrace slaagde hij er uiteindelijk nog in als vierde te eindigen.[10] Midden april won Van der Poel de Brabantse Pijl, nadat hij een week eerder ook al de eerste etappe van de Ronde van de Sarthe had gewonnen. Op 21 april won hij op indrukwekkende wijze ook de Amstel Gold Race.[11]

In het najaar zette hij zijn favorietenrol voor het wereldkampioenschap kracht bij met een etappezege in de Arctic Race of Norway, en drie etappezeges en de eindzege in de Ronde van Groot-Brittannië. Tijdens het WK in Yorkshire maakte Van der Poel deel uit van de beslissende kopgroep, maar kende hij een plotse inzinking in de laatste ronde. Hij kwam uiteindelijk als drieënveertigste over de streep, op ruime achterstand van winnaar Mads Pedersen.

Van der Poel werd eind 2019 onderscheiden met de Gerrit Schulte Trofee voor de beste Nederlandse profwielrenner van het jaar. Hij moest verstek laten gaan voor de prijsuitreiking, omdat deze plaatsvond kort na de uitvaart van zijn grootvader Raymond Poulidor.[12] Daarna werd hij ook gekozen tot Nederlands sportman van het jaar.

2020

Na een onderbreking van bijna vijf maanden als gevolg van de coronacrisis, reed Van der Poel pas op 1 augustus met de Strade Bianche zijn eerste klassieker van het seizoen. Hij zag er zijn kansen op winst verdwijnen door een lekke band op een slecht moment en eindigde uiteindelijk als vijftiende, op 10 minuten van winnaar Wout van Aert. In Milaan-San Remo moest Van der Poel tevreden zijn met de dertiende plaats, nadat hij op de Poggio niet mee kon springen met Van Aert en Julian Alaphilippe. Met een derde plaats in de Ronde van Piemonte en een tiende plaats in de Ronde van Lombardije sloot hij zijn Italiaanse campagne af.

Eind augustus werd Van der Poel voor de tweede keer in zijn carrière Nederlands kampioen op de weg. Hij maakte er op en rond de VAM-berg een afvalkoers van en rondde een solo van 44 kilometer succesvol af.[13] Op het Europees kampioenschap in Plouay viel hij tot vijf keer toe aan, maar raakte hij nooit echt weg. In de sprint raakte hij ingesloten en legde hij beslag op de vierde plaats. In september reed Van der Poel voor het eerst de Tirreno-Adriatico, waar hij de zevende etappe met overmacht op zijn naam schreef. In de BinckBank Tour maakte hij opnieuw indruk door de slotrit te winnen na een solo van 50 kilometer en dankzij de onderweg verzamelde bonificatieseconden ook de eindzege op zijn naam te schrijven.[14] Een dag later won hij in Luik-Bastenaken-Luik overtuigend de sprint voor de zesde plaats. In de Brabantse Pijl liet hij zich insluiten in de sprint, waardoor hij te laat kwam om Julian Alaphilippe nog te remonteren, en in Gent-Wevelgem moest hij vrede nemen met de negende plaats. Op 18 oktober won Van der Poel met de Ronde van Vlaanderen zijn eerste monument in de spurt na een titanenduel met Wout van Aert.[15]

Mountainbiken

Begin

Na een tegenvallende vijfde plaats op het WK veldrijden 2016 kondigde Van der Poel aan dat hij zich als mountainbiker wilde kwalificeren voor de Olympische Zomerspelen 2016 in Rio. De eerste wedstrijd die hij op een mountainbike reed, was de Afxentia Stage Race, een meerdaagse mountainbikewedstrijd op Cyprus. Hij verbaasde er vriend en vijand door, na een tiende plaats in de proloog, meteen de eerste etappe in lijn op zijn naam te schrijven en onder meer regerend olympisch kampioen Jaroslav Kulhavý achter zich te laten. In de daaropvolgende tweede etappe werd hij vierde en in de afsluitende derde rit bekroonde hij zijn succesvolle mountainbikedebuut met een derde plaats. Uiteindelijk belandde hij met deze resultaten op de vierde plaats in het algemeen klassement, op anderhalve minuut van eindwinnaar Fabian Giger. Na een aantal mountainbikewedstrijden met wisselende resultaten, waaronder ook een overwinning in Beringen, slaagde Van der Poel er uiteindelijk evenwel niet in zich te kwalificeren voor de Olympische Zomerspelen.[16]

Ook in 2017 reed Van der Poel verschillende mountainbikewedstrijden. Hij startte zijn seizoen in mei met twee etappezeges en de eindzege in de Belgian MTB Challenge. Een week later eindigde hij na een indrukwekkende inhaalrace als achtste in de eerste Wereldbekermanche in Nové Město. In de daaropvolgende manche in Albstadt moest hij enkel regerend wereld- en olympisch kampioen Nino Schurter voorlaten. Eind juni werd hij vierde op het wereldkampioenschap marathon in het Duitse Singen. Een week later moest hij opgeven in de derde manche van de Wereldbeker in Vallnord, maar in Lenzerheide maakte hij weer indruk met een tiende plaats. Doordat hij de twee laatste manches aan zich voorbij liet gaan, eindigde Van der Poel uiteindelijk als achttiende in de eindstand van de Wereldbeker.

2018

Van der Poel tijdens de Wereldbeker in Albstadt in 2018

Van der Poel begon zijn seizoen in maart met een vierde plaats in de eerste Wereldbekermanche in Stellenbosch. Begin april won hij een zware marathonwedstrijd in Grand-Halleux, waarna hij in mei alle etappes en het eindklassement van de La Rioja Bike Race wist te winnen. Een week later won hij in Albstadt de allereerste short-trackwedstrijd ooit in de Wereldbeker. Daarmee verzekerde hij zich van een plaats op de eerste startrij voor de cross-countrywedstrijd, waarin hij uiteindelijk derde eindigde.

In de daaropvolgende Wereldbekermanche in Nové Město moest hij met een polsblessure opgeven na een valpartij in de derde ronde. In Val di Sole slaagde hij er opnieuw in de short-trackwedstrijd te winnen, waarna hij derde eindigde in de cross-countrywedstrijd. Een week later eindigde hij ook derde in de manche in Vallnord. Eind juli werd hij in Apeldoorn Nederlands kampioen. Dankzij deze zege werd hij de eerste Nederlandse wielrenner ooit die in hetzelfde jaar drie nationale titels veroverde.[17]

Begin augustus gaf Van der Poel na twee ronden op in het Europees kampioenschap in het Schotse Glasgow. Drie weken later won hij in La Bresse zijn derde short-trackwedstrijd en eindigde hij vierde in de cross-countrywedstrijd. Daarmee verzekerde hij zich van de tweede plaats in het eindklassement van de Wereldbeker. Begin september behaalde hij brons op het wereldkampioenschap in het Zwitserse Lenzerheide.

2019

In 2019 won Van der Poel voor de tweede keer het eindklassement van de Belgian MTB Challenge. Bovendien wist hij er alle etappes met overmacht op zijn naam te schrijven. In de Wereldbeker verscheen hij aan de start van de manches in Albstadt, Nové Město, Les Gets, Val di Sole en Lenzerheide. Hij slaagde er telkens in de short-trackwedstrijd te winnen, vaak na een splijtende demarrage in de slotronde. In Nové Město won hij, na een felbevochten duel met Nino Schurter, zijn eerste cross-countrywedstrijd in de Wereldbeker. Nadien wist hij ook nog de cross-countrywedstrijden in Val di Sole en Lenzerheide te winnen. Eind juli schreef Van der Poel in het Tsjechische Brno, ondanks een valpartij in de openingsronde, het Europees kampioenschap op zijn naam.[18] Aan het wereldkampioenschap in het Canadese Mont-Sainte-Anne nam hij niet deel.

Palmares

Veldrijden

Overwinningen

Seizoen Wereldbeker Superprestige DVV Trofee Regenboogtrui
WK
Europese kampioenstrui
EK
Nederlandse kampioenstrui
NK
Overige Totaal
aantal
zeges
2013–2014 NVT NVT NVT Heerlen 1
2014–2015 Hoogerheide Gieten, Diegem, Hoogstraten, Eindklassement Lille Goud NVT Goud Antwerpen, Sint-Niklaas, Leuven, Heerlen, Masters Waregem* 12
2015–2016 Namen, Heusden-Zolder, Lignières-en-Berry, Hoogerheide Diegem, Hoogstraten, Middelkerke 5e Goud Overijse, Otegem, Zonnebeke 11
2016–2017 Valkenburg, Zeven, Namen Gieten, Zonhoven, Ruddervoorde, Asper-Gavere, Diegem, Hoogstraten, Middelkerke, Eindklassement Hamme, Antwerpen, Lille Zilver Zilver Goud Meulebeke, Rosmalen, Mol, Overijse, Otegem, Maldegem, Hulst, Leuven 22
2017–2018 Iowa, Waterloo, Koksijde, Bogense, Heusden-Zolder, Nommay, Hoogerheide, Eindklassement Gieten, Zonhoven, Ruddervoorde, Diegem, Hoogstraten, Middelkerke, Eindklassement Oudenaarde, Hamme, Essen, Antwerpen, Loenhout, Baal, Lille, Eindklassement Brons Goud Goud Eeklo, Waterloo, Meulebeke, Kruibeke, Rosmalen, Overijse, Otegem, Hulst, Masters Waregem*, Oostmalle 32
2018–2019 Bern, Tábor, Koksijde, Namen, Heusden-Zolder, Hoogerheide Gieten, Boom, Ruddervoorde, Asper-Gavere, Zonhoven, Diegem, Hoogstraten, Middelkerke, Eindklassement Niel, Hamme, Antwerpen, Loenhout, Baal, Brussel, Lille, Eindklassement Goud Goud Goud Meulebeke, Ronse, Wachtebeke, Sint-Niklaas, Gullegem, Otegem, Maldegem, Hulst 32
2019–2020 Tábor, Koksijde, Namen, Heusden-Zolder, Hoogerheide Ruddervoorde, Diegem Hamme, Kortrijk, Loenhout, Baal, Brussel Goud Goud Goud Niel, Wachtebeke, Mol, Overijse, Sint-Niklaas, Bredene, Gullegem, Otegem, Zonnebeke 24
Totaal 26 29 23 3 3 6 44 134

* geen officiële UCI-overwinning

Erelijst

Seizoen Wereldbeker Superprestige DVV Trofee UCI WK EK NK Aantal zeges Aantal podia
2013–2014 NVT NVT NVT 8e NVT NVT NVT 1 3
2014–2015 25e Goud 10e 4e Goud NVT Goud 12 19
2015–2016 5e 8e 16e Zilver 5e Goud 11 14
2016–2017 8e Goud 11e Zilver Zilver Zilver Goud 22 28
2017–2018 Goud Goud Goud Goud Brons Goud Goud 32 38
2018–2019 Brons Goud Goud Goud Goud Goud Goud 32 32
2019–2020 8e 12e Brons Goud Goud Goud Goud 24 25
Totaal 1 4 2 3 3 3 6 134 159

Jeugd

Wegwielrennen

Overwinningen

2014 - 5 zeges

2015 - 1 zege

2016 - 1 zege

2017 - 5 zeges

2018 - 6 zeges

2019 - 13 zeges

2020 - 5 zeges

Totaal: 36 zeges (waarvan 31 individuele UCI-zeges)

Resultaten in voornaamste wedstrijden

Jaar Milaan-San Remo Gent-Wevelgem Ronde van Vlaanderen Amstel Gold Race Luik-Bast.‑Luik Ronde van Lombardije Strade Bianche Dwars door Vlaanderen Brabantse Pijl WK op de weg Wereld­ranglijsten
2015 582e (UWR)
2016 1174e (UWR)
2017 167e (UWR)
2018 111e (UWR)
2019 4e 4e Goud ↑ Goud ↑ Goud ↑ 43e 12e (UWR)
2020 13e 9e Goud ↑ 6e 10e 15e Zilver ↑

Jeugd

Mountainbiken

Overwinningen

2016 - 2 zeges

2017 - 3 zeges

2018 - 9 zeges

2019 - 14 zeges

Totaal: 28 zeges (waarvan 27 individuele UCI-zeges)

Erelijst

Seizoen Wereldbeker UCI OS WK EK NK Aantal zeges Aantal podia
2016 58e 140e DNF 2 3
2017 18e 49e NVT 3 5
2018 Zilver 7e NVT Brons DNF Goud 9 16
2019 Zilver 5e NVT Goud 14 15
Totaal 0 0 0 0 1 1 28 39

Ploegen

Onderscheidingen

Trivia

In het voorjaar van 2020 won Van der Poel het VIER-programma De Container Cup, waarbij een alternatieve zevenkamp moet afgelegd worden in een zeecontainer. Uit 32 topsporters en 10 bekende Vlamingen zette hij veruit de beste tijd neer. Greg Van Avermaet werd tweede op een halve minuut en Oliver Naesen vervolledigde het podium.[19]

Voorganger:
Vlag van Tsjechië Zdeněk Štybar
2014
Regenboogtrui Wereldkampioen veldrijden Regenboogtrui
Vlag van Nederland Mathieu van der Poel
2015
Opvolger:
Vlag van België Wout van Aert
2016

Voorganger:
Vlag van België Wout van Aert
2018
Regenboogtrui Wereldkampioen veldrijden Regenboogtrui
Vlag van Nederland Mathieu van der Poel
2019, 2020
Voorganger:
Vlag van België Toon Aerts
2016
Europese kampioenstrui Europees kampioen veldrijden Europese kampioenstrui
Vlag van Nederland Mathieu van der Poel
2017, 2018, 2019
Voorganger:
Vlag van Zwitserland Lars Forster
2018
Europese kampioenstrui Europees kampioen mountainbiken Europese kampioenstrui
Vlag van Nederland Mathieu van der Poel
2019
Voorganger:
Lars van der Haar
2014
Nederlandse kampioenstrui Nederlands kampioen veldrijden Nederlandse kampioenstrui
Mathieu van der Poel
2015, 2016, 2017, 2018, 2019, 2020
Voorganger:
Ramon Sinkeldam
2017
Nederlandse kampioenstrui Nederlands kampioen wegwielrennen Nederlandse kampioenstrui
Mathieu van der Poel
2018
Opvolger:
Fabio Jakobsen
2019

Voorganger:
Fabio Jakobsen
2019
Nederlandse kampioenstrui Nederlands kampioen wegwielrennen Nederlandse kampioenstrui
Mathieu van der Poel
2020
Voorganger:
Michiel van der Heijden
2017
Nederlandse kampioenstrui Nederlands kampioen mountainbiken Nederlandse kampioenstrui
Mathieu van der Poel
2018
Opvolger:
Milan Vader
2019
Zie de categorie Mathieu van der Poel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.