Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Externe links: dode link verwijderd
Regel 63: Regel 63:


==Externe links==
==Externe links==
* [http://www.codart.nl/publications/show/section/43/ Krayenhoff bij zijn vertrek uit Maarssen op 18 januari 1795][dode link]
* [http://www.noviomagus.nl/vrijkun26.htm Grafsteen van baron Krayenhoff]
* [http://www.noviomagus.nl/vrijkun26.htm Grafsteen van baron Krayenhoff]
* [https://web.archive.org/web/20051227090311/http://home.tiscali.nl/~wr2777/NAP-niveau.htm Krayenhoff en Bureau Waterstaat]
* [https://web.archive.org/web/20051227090311/http://home.tiscali.nl/~wr2777/NAP-niveau.htm Krayenhoff en Bureau Waterstaat]

Versie van 3 nov 2020 20:31

Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff
Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 2 juni 1758
Geboorteplaats Nijmegen
Overlijdensdatum 24 november 1840
Overlijdensplaats Nijmegen
Begraafplaats KrayenhofflaanBewerken op Wikidata
Locatie begraafplaats Begraafplaats op Find a Grave
Wetenschappelijk werk
Vakgebied natuurkundige, waterbouwkundige, cartograaf
Alma mater Universiteit van HarderwijkBewerken op Wikidata

Corneli(u)s Rudolphus Theodorus baron Krayenhoff, ook Kraijenhoff (Nijmegen, 2 juni 1758 - aldaar, 24 november 1840) was een Nederlands natuurkundige, arts, generaal, waterbouwkundige, cartograaf en tegen wil en dank korte tijd Nederlands minister van Oorlog.

Biografie

Zijn vader, Cornelis Johannes Kraijenhoff, was waterbouwkundig ingenieur en militair in Nijmegen; als nevenverdienste had hij een bierbrouwerij. Krayenhoff ontving zijn opleiding in Nijmegen, Arnhem en Harderwijk. In die stad leerde hij H.W. Daendels kennen. Hij was bestemd voor de rechtsgeleerdheid, maar studeerde af in de wijsbegeerte en geneeskunde (1777-1783). In zijn proefschriften behandelde hij de theorie van de verbeeldingskracht en een medisch overzicht van de dysenterie die in 1783 in Nijmegen heerste. Hij vestigde zich als arts te Amsterdam, nadat hij een aanbod als hoogleraar in Franeker had afgewezen. Hij werd lid van het genootschap Concordia et Libertate en van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. In Felix Meritis gaf hij lezingen, vertoonde er natuurkundige proeven en nam schilderlessen. Op het verzoek van het Defensiewezen in Amsterdam de inundaties rondom de stad te organiseren ging hij niet in. Als gevolg van de chaos hebben de patriotten het Pruisische leger in oktober 1787 niet kunnen tegenhouden.

Krayenhoff was een autoriteit op het gebied van elektriciteit en bliksemafleiding. De toren van de Grote of Martinikerk (Doesburg) in Doesburg kreeg in 1782 als eerste in Nederland een bliksemafleider. Hij won in 1787 samen met Adriaan Paets van Troostwijk een eerste prijs voor hun artikel over elektriciteit. In 1791 werd hij lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.

De Bataafse Republiek

Egbert van Drielst en Adriaan de Lelie: Krayenhoff in Frans uniform bij zijn vertrek uit Maarssen op zondagochtend 18 januari 1795

Aan het eind van 1794 nam Krayenhoff dienst in het Franse leger. Hij had Amsterdam heimelijk moeten ontvluchten omdat hij, Carel Wouter Visscher, Nicolaas van Staphorst en Alexander Gogel betrokken waren bij wapenopslag op het Bickerseiland. Op zondagmiddag 18 januari 1795 kwam hij op last van Daendels de Amsterdamse burgemeesters vertellen dat ze de volgende dag beter konden aftreden. De patriotten wilden niet alles aan de Fransen overlaten, omdat ze dan zelf minder te zeggen zouden krijgen. Na de omwenteling sloeg hij een staatkundige en militaire loopbaan in.

In 1796 werd hij directeur van de Hollandse fortificaties en verhuisde naar Muiden. Vanaf 1798 was hij betrokken bij de nieuw te organiseren Rijkswaterstaat, nadat de soevereiniteit van de provincies was opgeheven. Hij woonde de veldtocht tegen de Russisch-Engelse invasie van 1799 bij (zie Slag bij Castricum) en adviseerde de legerleiding. Krayenhoff was inmiddels begonnen met wat zijn levenswerk zou worden: de driehoeksmeting, zodat Nederland gedetailleerd in kaart kon worden gebracht.

Krayenhoff hield zich bezig met het vaststellen van het Amsterdams Peil. Lodewijk Napoleon was zeer op hem gesteld en bood hem diverse functies aan. Krayenhoff was tien maanden Minister van Oorlog en organiseerde de verdediging van Amsterdam. De aanleiding was een dreigende invasie van Napoleon Bonaparte. Daarmee gaf Krayenhoff de eerste aanzet tot de Stelling van Amsterdam, toen de Posten van Krayenhoff, soms ook wel de Oude Stelling van Amsterdam genoemd. Toen Napoleon dit ter ore kwam, moest Krayenhoff worden ontslagen. Bij een ontmoeting toonde Napoleon alsnog interesse en benoemde hem in Parijs. Krayenhoff kreeg een aantrekkelijk aanbod uit Rusland, maar was bang voor de keizer. Zijn twee zonen zijn in 1812 naar Rusland geweest en raakten in gevangenschap. Zijn oudste zoon vocht in de slag bij Slag bij Waterloo tegen Napoleon waarbij hij gewond raakte.

Willem de Clercq vermeldt in zijn dagboek dat Krayenhoff order zou hebben gegeven bij een eventuele aanval ... aan iedereen om de stenen voor zijn deur op te nemen, dezelve op zijn voorkamer te transporteren en daarmee de aanvallende Fransen lieflijk met een steenregen te begroeten. In 1813 woonde hij op Herengracht 500, dat verlaten was door de Franse generaals Dumonceau en Molitor. Hij werkte ijverig mee aan de Restauratie en in 1815 werd hij tot baron verheven. In 1815 was hij betrokken bij de heroprichting van het Topografisch Bureau voor het maken van een land-dekkende kaart van Nederland op de schaal van 1:115.200 de zogenaamde Krayenhoffkaart.

Detail van de grafsteen van baron Kraijenhoff in het Krayenhoffpark in Nijmegen. De naam is met ij geschreven. Op de grafsteen op de begraafplaats Rustoord in Nijmegen waar hij in 1914 is herbegraven, staat KRAYENHOFF met een y.
De naar baron Krayenhoff genoemde laan in Nijmegen wordt geschreven met een y

Toen de stadsmuur van Amsterdam tussen 1803 en 1811 was afgebroken, nam hij het initiatief tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hij is daarbij geassisteerd door Jan Blanken. In 1818 raakte Krayenhoff in opspraak over de problemen bij de bouw van vestingwerken in Charleroi. Zijn jongste zoon, kapitein-ingenieur Johan Kraijenhoff, was betrokken bij de bouw van het fort Batavia in Nijmegen. De Koning gaf in 1826 toestemming om dit fort Kraijenhoff te noemen. In 1825 reisde hij met een fregat naar Suriname en Curaçao.

Krayenhoff kreeg in 1826 problemen over gepleegde oneerlijkheden bij de aanbesteding en over de bouw van de vestingwerken in Ieper en Oostende. In 1830 volgde zijn vrijspraak. Op 12 mei 1823 werd Krayenhoff tot Grootkruis in de Militaire Willems-Orde[1]benoemd voor zijn bijdrage in het versterken van de Nederlandse Zuidgrens. Sinds 1826 stond hij op non-actief en schreef aan zijn memoires. Krayenhoff overleed op 82-jarige leeftijd en is aanvankelijk begraven in het fort Kraijenhoff. In verband met de voorgenomen sloop van genoemd fort is Kraijenhoff op 18 juli 1914 in een door de Regering aangekochte grafkelder op de begraafplaats Rustoord te Nijmegen herbegraven (graf W-0221). De oorspronkelijke grafsteen is naar het Krayenhoffpark aan de Krayenhofflaan verplaatst. Ook werd in 1934 in Nijmegen de Eerste Infanterie Kazerne naar hem vernoemd als Krayenhoffkazerne.

Werk

  • Paets van Troostwijk, A. & C.R.T. Krayenhoff (1787) De l'application de l'electricité à la physique et à la médecine.
  • Verz. van hydrogr. en topogr. waarnemingen in Holland (1813)
  • Précis historique des opérations géodésiques et astronomiques faites en Hollande (1815)
  • Proeve van een ontwerp tot scheiding der rivieren de Waal en de Boven-Maas (1823)
  • Geschiedk. beschouwing van den oorlog op het grondgebied der Bat. Republiek in 1799 (1825)
  • De Lt.-gen. Bn. Krayenhoff voor het Hoog Mil. Geregtshof beschreven en vrijgesproken (1830)
  • Bijdr. tot de Vaderl. gesch. van 1808 en 1809 (1838)

Externe links

Voorganger:
.J.W. Janssens
Minister van Oorlog
1809-1810
Opvolger:
J.J. Cambier