Felix van Bourbon-Parma: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Kinderen: De links verwezen door naar de pagina van hun moeder waarop minder info stond dan op deze pagina.
redactie
Regel 14: Regel 14:
Als zoon van de laatste soeverein van [[Hertogdom Parma en Piacenza|Parma]], de in 1859 verdreven hertog [[Robert I van Parma|Robert I]] en zijn tweede echtgenote [[Maria Antonia van Bragança]], groeide hij op in [[Oostenrijk-Hongarije]] waar zijn zus [[Zita van Bourbon-Parma|Zita]] keizerin was. Felix was het 18de kind van de 24 kinderen van zijn vader (in twee huwelijken). Hij diende tot 1918 in het Oostenrijkse leger en trad op 6 november 1919 in het huwelijk met zijn nicht groothertogin Charlotte, die op dat moment 9 maanden op de troon zat. Ter gelegenheid van het huwelijk werd hij genaturaliseerd tot Luxemburger en kreeg hij de titels van prins van Luxemburg en prins van Nassau. Van 1923 tot 1932 was hij voorzitter van het Luxemburgse [[Rode Kruis]].
Als zoon van de laatste soeverein van [[Hertogdom Parma en Piacenza|Parma]], de in 1859 verdreven hertog [[Robert I van Parma|Robert I]] en zijn tweede echtgenote [[Maria Antonia van Bragança]], groeide hij op in [[Oostenrijk-Hongarije]] waar zijn zus [[Zita van Bourbon-Parma|Zita]] keizerin was. Felix was het 18de kind van de 24 kinderen van zijn vader (in twee huwelijken). Hij diende tot 1918 in het Oostenrijkse leger en trad op 6 november 1919 in het huwelijk met zijn nicht groothertogin Charlotte, die op dat moment 9 maanden op de troon zat. Ter gelegenheid van het huwelijk werd hij genaturaliseerd tot Luxemburger en kreeg hij de titels van prins van Luxemburg en prins van Nassau. Van 1923 tot 1932 was hij voorzitter van het Luxemburgse [[Rode Kruis]].


Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 vluchtte hij met zijn gezin naar de Verenigde Staten en daarna naar Londen. In 1945 keerden zij terug en in 1947 nam hij het voorzitterschap van het Rode Kruis weer op zich (tot 1969). Charlotte droeg in 1961 de regering over aan de troonopvolger [[Jan van Luxemburg (1921)|Jan]] en trad in 1964 ten gunste van hem af - dit tot Felix' grote ergernis. Charlotte en Felix trokken zich terug op het kasteel Fischbach. In 1969, ter gelegenheid van hun gouden huwelijksverjaardag, ontvingen Charlotte en Felix het Kruis van de Ordre de la Résistance. Felix stierf op 8 april 1970 op het kasteel [[Fischbach (Mersch)|Fischbach]].
Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 vluchtte hij met zijn gezin naar de Verenigde Staten en daarna naar Londen. In 1945 keerden zij terug en in 1947 nam hij het voorzitterschap van het Rode Kruis weer op zich (tot 1969). Charlotte droeg in 1961 de regering over aan de troonopvolger [[Jean van Luxemburg (1921-2019)|Jean]] en trad in 1964 ten gunste van hem af - dit tot Felix' grote ergernis. Charlotte en Felix trokken zich terug op het kasteel Fischbach. In 1969, ter gelegenheid van hun gouden huwelijksverjaardag, ontvingen Charlotte en Felix het Kruis van de Ordre de la Résistance. Felix stierf op 8 april 1970 op het kasteel [[Fischbach (Mersch)|Fischbach]].


Zijn graftombe bevindt zich in de Nassau-crypte van de [[kathedraal van Luxemburg]].
Zijn graftombe bevindt zich in de Nassau-crypte van de [[kathedraal van Luxemburg]].

Versie van 26 feb 2021 23:12

Felix van Bourbon-Parma
1893 - 1970
Felix van Bourbon-Parma
prins-gemaal van Luxemburg
Periode 1919 - 1964
Voorganger Maria Anna van Bragança
Opvolger Josephine Charlotte van België
Vader Robert I van Parma
Moeder Maria Antonia van Bragança

Felix Marie Vincent (Schwarzau am Steinfeld, Neder-Oostenrijk, 28 september 1893 - Luxemburg, 8 april 1970) prins van Luxemburg, prins van Bourbon-Parma, was de prins-gemaal van groothertogin Charlotte van Luxemburg en de vader van groothertog Jan.

Als zoon van de laatste soeverein van Parma, de in 1859 verdreven hertog Robert I en zijn tweede echtgenote Maria Antonia van Bragança, groeide hij op in Oostenrijk-Hongarije waar zijn zus Zita keizerin was. Felix was het 18de kind van de 24 kinderen van zijn vader (in twee huwelijken). Hij diende tot 1918 in het Oostenrijkse leger en trad op 6 november 1919 in het huwelijk met zijn nicht groothertogin Charlotte, die op dat moment 9 maanden op de troon zat. Ter gelegenheid van het huwelijk werd hij genaturaliseerd tot Luxemburger en kreeg hij de titels van prins van Luxemburg en prins van Nassau. Van 1923 tot 1932 was hij voorzitter van het Luxemburgse Rode Kruis.

Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 vluchtte hij met zijn gezin naar de Verenigde Staten en daarna naar Londen. In 1945 keerden zij terug en in 1947 nam hij het voorzitterschap van het Rode Kruis weer op zich (tot 1969). Charlotte droeg in 1961 de regering over aan de troonopvolger Jean en trad in 1964 ten gunste van hem af - dit tot Felix' grote ergernis. Charlotte en Felix trokken zich terug op het kasteel Fischbach. In 1969, ter gelegenheid van hun gouden huwelijksverjaardag, ontvingen Charlotte en Felix het Kruis van de Ordre de la Résistance. Felix stierf op 8 april 1970 op het kasteel Fischbach.

Zijn graftombe bevindt zich in de Nassau-crypte van de kathedraal van Luxemburg.

Kinderen