Noord-Hongaars middelgebergte

Kékes

Het Mátragebergte en Bükkgebergte is het Hongaarse bergland dat zich ten noorden van de grens met Slovakije uitstrekt. De twee gebergtes liggen naast elkaar in aangeduide volgorde van west naar oost, en vormen de grens met Hongarije en Slovakije. De volledige grens met Slovakije en Hongarije bedraagt 608 km, waarvan het Mátra- en Bükkgebergte ong. 350 km de grens vormt.

Men bereikt het bergland over de E 96 in noordoostelijke richting. Het is nog ongerept natuurgebied, vooral geschikt voor mensen die prijs stellen op een rustig verblijf en geen al te hoge eisen stellen aan de accommodatie alleen. Het Mátra- en Bükkgebergte, dat ten noorden van de west-oost route E 96 loopt tot aan de grens met Slovakije, is nergens hoger dan 1000 meter en op de scheiding van de twee bergruggen ligt Eger, dat zich uitstekend leent als basis voor een verblijf. De hoogste berg nabij Mátraháza en Mátrafüred is de Kékes met zijn 1015 meter hoogte, die deel uitmaakt van het Mátra-gebergte. De meeste bergen zijn minder dan 750 meter. Enkel de Istállós Kö (Istállós Steen) is 959 meter en vormt de hoogste berg in het Bükkgebergte, tussen Lillafüred, Eger en Borsodnádasd.

Mátragebergte

Het Mátragebergte begint oostelijk van de rivier de Zagyva ter hoogte van de plaats Pásztó. Eigenlijk zijn het geen "bergen" maar eerder hoge begroeide heuvels (hegy), of kleinere heuvels (domb), zoals in het Zwarte Woud of in de Hoge Venen in de Ardennen. Het gebied is verdeeld in de volgende delen:

• Westelijke Mátra (ook wel de Pásztói Mátra),
• Centrale Mátra,
• Oostelijke Mátra,
• Mátravoet (Mátralába, het noordelijke voorgebied),
• Mátralaagte (Mátraalja, het zuidelijke voorgebied met daarin het Mátra wijngebied).

Bükkgebergte

Voorbij de stad Eger en de gelijknamige rivier begint het Bükkgebergte en eindigt het Mátragebergte. Ten zuiden van de weg E 96 en de lijn Hatvan-Sátoraljaújhely aan de uiterste noord-oostelijke Slovaakse grens, begint de puszta en eindigt het gebergte, waar de Bodrog-rivier in Hongarije komt en in Tokaj in de Tisza uitmondt. Het plateau van het Bükkgebergte, uiteindelijk het doel van bergbeklimmers, is de 20 km lange en 4 km tot 6 km brede bergkam. Men noemt het wel de "Tafel der Reuzen", omdat de steile rand over de bergkam hangt. Het plateau is omgeven door grote rotsblokken. Men kan van hieruit mijlen ver het land overzien.