Metaaloxide: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nerro (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:


[[categorie:Chemische stof]]
[[categorie:Chemische stof]]
[[Categorie:Anorganische chemie]]
[[categorie:materiaal]]
[[categorie:materiaal]]

Versie van 4 mei 2007 16:44

Een metaaloxide wordt gevormd wanneer een metaal reageert met zuurstof. Hierdoor ontstaan oxides, die voor ieder metaal specifiek zijn. Een metaal vormt niet per se slechts één oxide. Bijvoorbeeld ijzer (Fe) vormt FeO waarin het ijzer een formele lading van 2+ heeft en Fe2O3 waarin het ijzer een formele lading van 3+ heeft. De verschillende oxides van metalen kunnen doordat hun roosterstructuur variëert zeer verschillende eigenschappen hebben. Ook gemengde oxides komen voor zoals bijvoorbeeld Fe3O4 (ook wel magnetiet, een betere notatie is misschien FeO.Fe2O3) waarin de twee oxides van ijzer in 1:1 stoichiometrische verhouding op moleculair niveau gemengd zijn. Dit gemengde oxide vertoont magnetische eigenschappen die niet worden aangetroffen in de afzonderlijke zuivere oxides. Welke oxides gevormd worden is afhankelijk van de omstandigheden waarin een metaal zich bevind wanneer het geoxideert wordt.

Wanneer een metaal met water (H2O) in aanraking komt ontstaat vaak oxidatie: het zuurstofatoom in het water bindt zich aan het metaal om zo een hydroxide-ion te vormen, in deze reactie komt waterstof vrij. Veel metaaloxides kunnen verweren tot de oxides van de metalen. somige hydroxides zijn zo instabiel dat ze zelfs onder water al vervallen tot het oxide. Zo vervalt AgOH vrijwel direct tot Ag2O onder afsplitsing van water.

Meestal zijn metaaloxides niet gewenst en moeten de metalen tegen oxidatie worden beschermd. Dit kan bijvoorbeeld door een beschermende laag aan te brengen: een coating (zoals verf), of een zinklaag op staal, of anodiseren van aluminium.

Metaaloxides kunnen ook gewenste eigenschappen hebben, bijvoorbeeld het zeer harde aluminiumoxide en het vaak als pigment gebruikte zeer witte titaniumdioxide (TiO2).

Edelmetalen onderscheiden zich van de overige metalen, doordat zij onder normale omstandigheden geen oxides vormen. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat zij die niet kunnen vormen. Zo bestaan Cu2O, CuO en Ag2O wel degelijk. Hier voor zijn echter wel vrij extreme omstandigheden nodig.