Quenya: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 16: Regel 16:


==Tellen==
==Tellen==
In het Quenyaans komen telwoorden op dezelfde plaats als in het Nederlands, dus voor het woord waarover ze iets zeggen. Bijvoorbeeld: de twee Dwergen is: "''I atta naucor''". In het Quenyaans worden getallen die hoger dan 20 zijn en niet een tien- of honderdtal op de volgende manier gemaakt:
In het Quenyaans komen telwoorden achter het woord waarover ze iets zeggen. Bijvoorbeeld: de tien Dwergen is: "''I naucor cainen''". In het Quenyaans worden getallen die hoger dan 20 zijn en niet een tien- of honderdtal op de volgende manier gemaakt:


56 (Zesenvijftig) - Enquë lemincainen {EN-kwe le-min-KAI-nen}
56 (Zesenvijftig) - Enquë lemincainen {EN-kwe le-min-KAI-nen}
Regel 23: Regel 23:


Dus eerst de eenheden, dan de tientallen, dan de honderdtallen.
Dus eerst de eenheden, dan de tientallen, dan de honderdtallen.
20 en hoger gaan, indien gebruikt bij zelfstandige naamwoorden, met het partitief meervoud:


Voor "atta" (twee) komt geen meervoud, maar een enkelvoud, en voor "minë" (één) geldt dit natuurlijk ook:
Yucainen nauco'''li''' - Twintig dwergen


I nauco atta - De twee dwergen
Dit in tegenstelling tot getallen lager dan 20:

Yunquë nauco'''r''' - Twaalf dwergen.


==Lidwoord==
==Lidwoord==

Versie van 18 aug 2007 15:07

Het Quenya is een fantasietaal die door elfen gesproken wordt in de boeken van J.R.R. Tolkien.

Grammatica en woordenschat

Het Quenya is geïnspireerd door de grammatica en woordenschat, maar vooral de fonologie van het Fins. Het is een sterk synthetische taal (in tegenstelling tot bijv. het Nederlands, dat eerder een analytische taal is). Evenals het Fins kent het Quenya een groot aantal naamvallen.

Bepaalde woorden in het Quenya zijn duidelijk van het Fins afgeleid, zoals anta (geven), van het Finse antaa; tul- (komen) van tulla. Sommige woorden zijn zelfs helemaal hetzelfde als in het Fins, zoals bijvoorbeeld tie (weg).

Schrift

Het Quenya wordt natief in het Tengwar-alfabet geschreven. Voor de romanisatie bestaan echter ook verschillende regels.

Het werkwoord

In het Quenya zijn er, net als in het Nederlands, verschillende tijden: de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de toekomende tijd en de voltooid tegenwoordige tijd. Ook kent het Quenya de aoristus, die niet in het Nederlands bestaat, maar mensen die Grieks hebben gehad zullen het herkennen. Wel wordt deze vorm anders vertaald dan de Griekse aoristus, namelijk als een tegenwoordige tijd en niet als een verleden tijd. Alle tijden komen voort uit een begin: de stam. Dit zou je kunnen vergelijken met de werkwoordsstam zoals we die in het Nederlands kennen. De stam wordt gevormd door het werkwoord min -en. De verschillende tijden worden gevormd door letters achter de stam, van de stam of in de stam te plakken, of door ze juist weg te laten. Nog veel meer woorden in het Quenya worden zo verbogen.

Uitspraak

Quenya heeft de klinkers a, e, o, i en u, waarbij de u wordt uitgesproken als oe, en de e altijd als "ee", ook aan het eind van het woord, en de tweeklanken ai, oi, ui, au, eu en iu, die uitgesproken worden als "aj", "oj", "oej", "au", "eeuw" en "joe". De medeklinkers wijken nogal af van die uit het Nederlands: c (een c wordt altijd uitgesproken als k, bijvoorbeeld "cene" wordt niet uitgesproken als "sene" maar als "kene".), d, f, g, gw, h, hy, hw, l, ly, m, n, nw, ny, p, qu, r, ry, s, t, ty, v, y en w. De g wordt uitgesproken als in het Engels. Gw, hw, hy, ly, nw, ny, qu, ry en ty klinken meer als één letter dan bijvoorbeeld k+w in het Nederlands meestal doet. De n klinkt voor een c, g, gw of qu als een ng in het Nederlands, en de nw klinkt als ng+w.

Tellen

In het Quenyaans komen telwoorden achter het woord waarover ze iets zeggen. Bijvoorbeeld: de tien Dwergen is: "I naucor cainen". In het Quenyaans worden getallen die hoger dan 20 zijn en niet een tien- of honderdtal op de volgende manier gemaakt:

56 (Zesenvijftig) - Enquë lemincainen {EN-kwe le-min-KAI-nen}

328 (Driehonderdachtentwintig) - Tolto yucainen nertuxa {TOL-to joe-KAI-nen ner-TUK-sa}

Dus eerst de eenheden, dan de tientallen, dan de honderdtallen.

Voor "atta" (twee) komt geen meervoud, maar een enkelvoud, en voor "minë" (één) geldt dit natuurlijk ook:

I nauco atta - De twee dwergen

Lidwoord

In het Nederlands heb je bepaalde en onbepaalde lidwoorden; 'een' is het onbepaalde lidwoord, en 'het' en 'de' zijn de bepaalde lidwoorden. Logisch, want als je bijvoorbeeld "Ik heb een stoel gekocht" zegt, zeg je dat je zomaar een willekeurige stoel hebt gekocht. Maar als je in plaats van 'een' 'de' gebruikt, krijg je opeens een heel andere zin; je hebt de stoel gekocht die je al kende. In het Quenya bestaat er alleen een bepaald lidwoord en geen onbepaald, waardoor er op de plek van een onbepaald lidwoord niets staat: dit geeft aan dat het woord onbepaald is en heeft dus verder geen lidwoord nodig. Het Quenya heeft maar één bepaald lidwoord: i. Dat lidwoord wordt soms voor, soms achter een woord gezet, en soms wordt het er met een streepje aan vastgekoppeld i nauco, nauco i en i-nauco [ie-naukoo] betekenen allemaal "de dwerg".

Zelfstandig naamwoord

Zelfstandige naamwoorden in Quenya kunnen worden vervoegd voor grammaticaal getal door middel van een uitgang. De grammaticale getallen zijn enkelvoud, meervoud, dualis (ook: tweevoud), en partitief meervoud. Het enkelvoud bestaat uit de stamvorm van het zelfstandig naamwoord. Het meervoud wordt gevormd met de uitgang -i of -r. Als de stam eindigt in een medeklinker is de meervoudsuitgang -i. Als de stam eindigt in wordt deze vervangen door de meervoudsuitgang -i. Uitzondering: als de stam eindigt in -ië wordt het meervoud -ier. Als de stam eindigt in -l wordt de meervoudsuitgang -li (de enkele -l wordt dus een dubbele -lli). In andere gevallen wordt het meervoud gevormd door toevoeging van de uitgang -r aan de stam. De dualis, waarmee natuurlijke tweetallen of paren worden aangeduid, wordt gevormd met de uitgang -t. Uitzondering: als de stam eindigt in -t of -d, wordt de dualis-uitgang -u. Belangrijk bij de dualis is dat deze enkel wordt gebruikt voor twee voorwerpen die bij elkaar horen; bijvoorbeeld deel 1 en 2 van een boek, niet twee boeken die toevallig op dezelfde plank staan, tenzij die boeken met elkaar bevriend zijn of iets dergelijks en samen allerlei avonturen meemaken. Het partitief meervoud wordt gevormd met de uitgang -li, of wanneer de stam eindigt in een medeklinker, waarschijnlijk met -eli. Het partitief meervoud duidt waarschijnlijk op een deel van een aantal dingen dat eerder genoemd is, dus eldali betekent een deel van de elven. Dit is overigens niet helemaal zeker.

Een voorbeeld van de getalsvervoeging voor de stam parma (boek) is: enkelvoud parma, meervoud parmar, dualis parmat, partitief meervoud parmali.

Daarnaast worden zelfstandige naamwoorden vervoegd voor tien naamvallen: de nominatief, genitief, possessief, datief, accusatief, locatief, ablatief, allatief, instrumentalis en een onduidelijk gedefinieerde naamval die wel respectief (ook: dedatief) wordt genoemd. In een brief aan Plotz geeft Tolkien de volgende afleiding voor het woord lassë (blad) in alle naamvallen en alle getallen:


Vervoeging van woorden met stam in -ë
Enkelvoud Dualis Meervoud Partitief meervoud
Nominatief lassë lasset lassi lasseli
Accusatief lassé lasset lassi lasselí
Genitief lasseo lasseto lassion lasselion
Datief lassen lassent lassin lasselin
Instrumentalis lassenen lassenten lassinen lasselínen
Possessief lasseva lassetwa lassiva lasselíva
Locatief lassesse lassetse lassessen lasselisse
Allatief lassenna lassenta lassennar lasselinna
Ablatief lassello lasselto lassellon lasselillo
Respectief lasses lassetes lassis lasselis

Telwoorden

0 (Nul) - Munta {moen-ta}

1 (Één) - Minë {mi-ne}

2 (Twee) - Atta {at-ta}

3 (Drie) - Neldë {nel-de}

4 (Vier) - Canta {kan-ta}

5 (Vijf) - Lempë {lem-pe}

6 (Zes) - Enquë {en-kwe}

7 (Zeven) - Otso {ot-so}

8 (Acht) - Tolto {tol-to}

9 (Negen) - Nertë {ner-te}

10 (Tien) - Cainen {kai-nen}

11 (Elf) - Minquë {min-kwe)

12 (Twaalf) - Yunquë {joen-kwe} of: Rasta {ras-ta} (Rasta betekent zoiets als "een dozijn", yunquë betekent gewoon "twaalf")

13 t/m 19 wordt gemaakt door cëa achter de eerste lettergreep of stam van neldë t/m nertë te zetten:

13 (Dertien) - Nelcëa {nel-keea}

14 (Veertien) - Cancëa {kang-keea}

20 (Twintig) - Yucainen {joe-kai-nen}

30, 40, 50 etc. wordt gemaakt door achter de eerste lettergreep van neldë t/m nertë cainen te zetten.

100 (Honderd) - Tuxa {toek-sa}

200 (Tweehonderd) - Yutuxa {joe-toek-sa}

Door voor tuxa de eerste lettergreep van 3-9 te zetten krijg je 300 t/m 900.

Woorden

Enkelvoud

Zelfstandige naamwoorden:

Boek - Parma {par-ma}
Broer - Toron {toron}
Duisternis - Mornië {morni-e}
Dwerg - Nauco {Nouko}
Elf - Elda {Elda}
Juweel - mírë (mir-e)
Koning - Aran {aran}
Koningin - Tári {taari}
Maan - Isil {Isil}
Schat - Harma {harma}
Stralend juweel - Silmaril {sel-ma-ril}
Vriend - Mellon {mel-lon}
Zon - Anar {Anar}
Zus - Seler {seler}

Werkwoorden:

Ben/bent/is - Ná {naa}

Meervoud

Zelfstandige naamwoorden:

Boeken - Parmar {par-mar}
Juwelen - Míri {mir-i}
Koningen - Arani {a-ran-i}
Silmarillen - Silmarilli {sil-ma-ril-li}
Woede - Aha (aha)

Werkwoorden:

Zijn (mv) - Nar {nar}

Begroeting en afscheid

De bekendste Elfse begroeting is "Elen síla lúmenn' omentielvo", wat "Een ster schijnt op het uur van onze ontmoeting" betekent. Dit is de begroeting die Frodo gebruikt als hij op weg van Hobbitstee naar Breeg een aantal elfen tegenkomt. Naast deze begroeting bestaat het woord "Ai(y)a" voor "hallo", maar Ai(y)a kan ook een formelere betekenis hebben dan in het Nederlands. Het probleem is echter dat het werkwoord 'groeten' niet bestaat en daarom moet je dus andere, een beetje vreemd lijkende uitspraken en zinnen, gebruiken. Aangezien het werkwoord 'verlaten' wel bestaat, kunnen bij het afscheid veel meer combinaties gemaakt worden. Hiermee kan men bijvoorbeeld maken: "Autanyel", wat "Ik verlaat jou" betekent.

Kortom:

Een ster schijnt op het uur van onze ontmoeting - Elen síla lúmenn' omentielvo

Op deze plaats geef ik jou vriendschap - Sinomë antanyel nilmë

Ik verlaat je - Autanyel

Woorden uit de boeken van Katharine Kerr.

Alar: Een groep elfen, wel of geen bloedverwanten, die gedurende onbepaalde tijd met elkaar rondtrekken.

Alardan: Bijeenkomst van verscheidene alarli, die gewoonlijk op een dronkenmanspartij uitdraait.

Bara: Tussenvoegsel dat aangeeft dat het voorafgaande, aan een elfenwoord toegevoegd bijvoeglijk naamwoord, de naam is van een op het tussenvoegsel volgend element, zoals can + bara + melim = Woeste Rivier (Woeste + naamaanduiding + rivier)

Bel: Een voorvoegsel met dezelfde functie als bara, met dit verschil dat het aangeeft dat het voorafgaande werkwoord de naam is van het volgende in de samengestelde uitdrukking, zoals in Darabeldal, Golvend Meer.

Conaber: Muziekinstrument, zoiets als de panfluit, maar met een beperkt bereik.

Dal: Meer.

Fola: Een voorvoegsel dat aantoont dat het zelfstandig naamwoord dat eraan voorafgaat in een samengesteld elfenwoord de naam is van het element dat op het voorvoegsel volgt, zoals Corafolamelin, Uilenrivier.

Melim: Rivier.

Pan: Tussenvoegsel, zoals 'fola', hierboven omschreven, alleen geeft dit aan dat het voorafgaande zelfstandig naamwoord een meervoud is, evenals de naam van het volgende woord, zoals in Corapanmelim, Rivier van de Vele Uilen. Onthoud dat het meervoud in de Elfentaal altijd wordt aangeduid door toevoeging van een semi-zelfstandig betekeniseenheid, en dat deze semi-zelfstandigheid uitgedrukt wordt in de diverse samenhang aanduidende tussenvoegsels.

Externe links

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Quenya.

Sjabloon:Navigatie Kunsttalen